Veelgestelde vragen over de jeugdsector
Jeugdbeleid: definities en wetten
Wat is het verschil tussen jeugdhulp en jeugdbeleid?
Bij jeugdbeleid wordt vaak gekeken naar de jeugdwet waarmee de jeugdzorg geregeld wordt, maar de gemeenten zijn ook op andere beleidsterreinen verantwoordelijk die van belang zijn voor kinderen en jongeren. Denk aan werk en inkomen, sportvoorzieningen, openbare ruimte op te spelen. De gemeente heeft vanuit verschillende wetten verplichtingen bij het realiseren van een sterke pedagogische basis.
Jeugdbeleid werkt het beste door samenhang te creëren in het beleid vanuit de verschillende beleidsdomeinen. Zo heeft bijvoorbeeld een tekort aan woonruimte voor jongeren nadelige gevolgen voor hun bestaanszekerheid. Het belang van kinderen en jongeren is vaak ondervertegenwoordigd. Jeugdparticipatie kan daar bij helpen.
Welke wetten zijn relevant bij het realiseren van jeugdbeleid?
Het NJi heeft een overzicht gemaakt van de wetten, mensen, professionals, voorzieningen die allemaal een rol spelen in het leven van kinderen en gezinnen.
Jeugdhulp: de rol van gemeenten
Voor welke jeugdhulp zijn gemeenten verantwoordelijk?
Sinds 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor alle jeugdhulp. Het gaat om opvoedondersteuning, preventieve taken, lokale teams, geestelijke gezondheidszorg voor de jeugd, zorg voor kinderen met een beperking en jeugd- en opvoedhulp. De rechter beslist of jeugdbescherming of jeugdreclassering ingezet moet worden. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering daarvan.
Tot welke leeftijd kun je een beroep doen op jeugdhulp?
Jeugdhulp is er voor kinderen en jongeren tussen de 0 en 18 jaar. Soms is er verlengde jeugdhulp mogelijk, voor jongeren tot 23 jaar. Bijvoorbeeld als de jeugdhulp nog niet is afgerond op de 18de verjaardag of voor pleegkinderen. Zie ook Van jeugd naar volwassenheid.
Jeugdhulp: definities en cijfers
Welke vormen van jeugdhulp zijn er?
Er zijn verschillende vormen van jeugdhulp:
- Ambulante jeugdhulp van het lokale team
- Begeleiding thuis bij problemen in het gezin (ambulante jeugdhulp)
- Pleegzorg (hulp door pleegouders)
- Jeugdzorgplus (hulp voor jongeren met ernstige problemen)
- Hulp in een instelling voor jeugd- en opvoedhulp
- Jeugd-ggz (hulp voor kinderen met psychische problemen)
- Jeugdzorg voor kinderen met een verstandelijke beperking
- Ondertoezichtstelling en voogdij/ jeugdbescherming
- Jeugdreclassering
Hoeveel jongeren maken gebruik van jeugdhulp?
Volgens het CBS kregen in 2023 478 duizend kinderen en jongeren (tot 23 jaar) jeugdzorg, dat is ongeveer 1 op de 10 jongeren. Het CBS hanteert de term jeugdzorg als verzamelnaam voor jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Jongens krijgen vaker jeugdhulp dan meiden. Jongens van 8 tot 12 jaar kregen in 2023 het vaakst jeugdhulp zonder verblijf: 22 procent. Van de meiden van 12-18 jaar kreeg in 2023 18 procent een vorm van jeugdhulp. Op de pagina Cijfers over jeugdzorg vind je alle cijfers op een rij. Kijk voor meer cijfers over jeugd en opvoeding bij Cijfers over jeugd en opvoeding.
De groei van het gebruik betreft voornamelijk jeugdhulp zonder verblijf, blijkt uit de CBS-cijfers. De meeste andere vormen van jeugdhulp namen juist af. Vergeleken met 2021 daalde in 2023 de jeugdhulp met verblijf met 5 procent, ondertoezichtstelling met 15 procent en voogdij met 10 procent. Wil je duiding bij deze trends? Lees dan het essay Andere kijk op groeiend jeugdzorggebruik.
Hoe staat het met het jeugdhulpgebruik in onze gemeente?
Het jeugdhulpgebruik van uw gemeente is openbaar beschikbaar via de website van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Wat wordt bedoeld met 'gedwongen kader'?
'Gedwongen kader' gaat over verplichte maatregelen voor ouders of jongeren: jeugdbescherming en jeugdreclassering. Deze verplichte maatregelen worden ingezet als het in een gezin onveilig is en vrijwillige hulp onvoldoende helpt. Niet de gemeente maar de kinderrechter legt deze maatregelen op. Dit gebeurt na advies van de Raad voor de Kinderbescherming. De hulp is dan verplicht. Voorbeelden van verplichte maatregelen zijn: ouders die verplichte begeleiding krijgen bij de opvoeding van hun kinderen (ondertoezichtstelling), ouders die uit de ouderlijke macht worden gezet of jongeren die verplichte jeugdreclassering krijgen opgelegd omdat ze een strafbaar feit hebben begaan of daarvan verdacht worden. Bekijk voor meer informatie de pagina's over Jeugdbescherming.
Is de gemeente verantwoordelijk voor verplichte maatregelen?
De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdbescherming en jeugdreclassering. De gecertificeerde instellingen voor jeugdbescherming en jeugdreclassering voeren deze maatregelen uit. De gemeente is ook verantwoordelijk voor de organisatie van Veilig Thuis. Dit zijn regionale organisaties waar slachtoffers, omstanders en professionals terecht kunnen voor advies, hulp en het melden van huiselijk geweld en kindermishandeling.
Wat is het verschil tussen vrij toegankelijke voorzieningen en maatwerkvoorzieningen?
Vrij toegankelijke voorzieningen zijn voorzieningen waar alle kinderen, jongeren en ouders gebruik van kunnen maken. Denk aan het consultatiebureau, het lokale (wijk)team, de sportclub, het kind- en jongerenwerk en de bibliotheek.
Maatwerkvoorzieningen voorzien in individuele hulp wanneer vrij toegankelijke voorzieningen niet voldoende is. Hier is een beschikking voor nodig. Kinderen kunnen hier alleen gebruik van maken als ze worden als de gemeente daar toestemming voor geeft, bijvoorbeeld via het lokale team of via de huisarts. Voorbeelden van maatwerkvoorzieningen: intensieve vormen van opvoedhulp, psychologische hulp en behandeling en persoonlijke begeleiding. Ook pleegzorg hoort hierbij.
Wie kunnen verwijzen naar de jeugdzorg?
In de jeugdwet is vastgelegd dat er meerdere partijen mogen verwijzen naar de jeugdzorg. Dat zijn de professionals in het lokale team, huisartsen, jeugdartsen, medisch specialisten, rechters, jeugdbeschermers en jeugdreclasseerders. De gemeente kan formeel de verwijzing niet tegen houden als deze gedaan is. Daarom is het van belang om goed samen te werken met de meerdere verwijzers.
De Jeugdwet
Wat is de Jeugdwet?
De Jeugdwet is een wet die ervoor moet zorgen dat alle kinderen en jongeren gezond, kansrijk en veilig kunnen opgroeien. De gemeente is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Jeugdwet. Zie ook: Jeugdhulp bij gemeenten op rijksoverheid.nl.
Wat zijn de vijf doelen van de Jeugdwet?
De doelen van de Jeugdwet zijn:
- Uitgaan van de eigen verantwoordelijkheid en eigen mogelijkheden van jongeren en hun ouders, met behulp van hun sociale netwerk.
- Het versterken van het opvoedkundig klimaat in gezinnen, wijken, scholen, de kinderopvang en peuterspeelzalen.
- Het bieden van de juiste hulp op maat, zodat gezinnen en kinderen minder een beroep hoeven te doen op (vaak duurdere) gespecialiseerde hulp.
- Het bieden van integrale hulp aan gezinnen volgens het uitgangspunt 'één gezin, één plan, één regisseur'.
- Minder regels voor professionals zodat ze meer ruimte hebben om de juiste hulp te bieden.
Waar is de gemeente nu verantwoordelijk voor?
De gemeente is verantwoordelijk voor:
- Het versterken van het opvoedkundig klimaat in gezinnen, wijken, buurten, scholen en kinderopvang.
- Zorgen voor voldoende kwalitatief en kwantitatief aanbod van jeugdhulp.
- Het adviseren over en het inzetten van jeugdhulp.
- Het adviseren van professionals met zorgen over een kind, bijvoorbeeld docenten, sporttrainers en jongerenwerkers.
- Het adviseren van kinderen en jongeren met vragen en problemen.
- Het indienen van een verzoek tot onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming als een kinderbeschermingsmaatregel nodig is.
- Het compenseren van beperkingen in de zelfredzaamheid en de maatschappelijke participatie van kinderen en jongeren.
- Zorgen voor een toereikend aanbod van gecertificeerde instellingen.
- Zorgen voor maatregelen om kindermishandeling te voorkomen.
Wat is de rol van gemeenten?
Gemeenten moeten in ieder geval:
- Kinderen, jongeren en opvoeders advies geven over welke hulp het beste past.
- Samen met het kind, de jongere en opvoeders een goede vorm van jeugdhulp kiezen.
- Zorgen dat de gekozen jeugdhulp ook echt beschikbaar is.
Hoe is de jeugdhulp in gemeenten georganiseerd?
Dat verschilt per gemeente. Iedere gemeente kent basisvoorzieningen, preventieve programma's, eerstelijnsvoorzieningen en gespecialiseerde hulp.
1. Basisvoorzieningen
Basisvoorzieningen zijn voor iedere kind beschikbaar. Denk aan de de bibliotheek, kinderopvang, scholen, sportvoorzieningen en stagevoorzieningen voor jongeren. Basisvoorzieningen leveren een belangrijke bijdrage aan het gewoon opvoeden en opgroeien van jongeren. De professionals en vrijwilligers die daar werken zijn belangrijke medeopvoeders met de ouders.
2. Preventie
Preventie gebeurt voor een deel via landelijke voorlichtingscampagnes (zoals de advertenties en tv-spotjes voor ouders om kinderen bijvoorbeeld geen alcohol te laten drinken), de jeugdgezondheidszorg, het internet, de voor- en vroegschoolse educatie (vve).
3. Eerste lijn (de vrij toegankelijke hulp)
Hieronder vallen de jeugdgezondheidszorg, het Centrum voor Jeugd en Gezin, het lokale team en de huisartsen. Generalisten in de eerste lijn zijn in staat om de basisvoorzieningen te versterken met advies en consultatie. Ze kunnen veel voorkomende vragen van jongeren en opvoeders helpen beantwoorden met lichte zorg en ondersteuning. Vanuit de eerste lijn kunnen ouders en kinderen gespecialiseerde hulp krijgen.
4. Gespecialiseerde hulp (intensievere en vaak duurdere hulp)
De gespecialiseerde hulp is niet vrij toegankelijk. Er is een beschikking nodig om deze te krijgen.
Welke programma's zijn effectief?
Naar schatting bestaan er meer dan 2000 verschillende vormen van interventies in het jeugdveld van voorlichting, ondersteuning tot specialistische hulp aan kinderen en jongeren. Een klein deel daarvan, zo'n 10 procent, is erkend en opgenomen in de Databank Effectieve Jeugdinterventies. Deze interventies zijn door een onafhankelijke erkenningscommissie beoordeeld. Van een groot deel is dus nog onbekend wat de effectiviteit is. Dit moet eerst worden onderzocht.
Wat betekent 'toegang tot jeugdhulp'?
Toegang tot jeugdhulp betekent dat kinderen, jongeren en ouders toegang krijgen tot de hulp die ze nodig hebben. In de wet staat dat gemeenten de toegang tot jeugdhulp moeten organiseren zodat gezinnen weten waar zij terecht kunnen met hun vragen. De meeste gemeenten hebben gekozen voor de toegang in de vorm van lokale teams met professionals. Zij zorgen ervoor dat jongeren de hulp krijgen die ze nodig hebben. Naast de wijkteams kunnen gezinnen ook jeugdhulp krijgen via de huisarts, jeugdarts en medisch specialist.
Is de gemeente verplicht om jeugdhulp te bieden?
Ja, gemeenten hebben een jeugdhulpplicht. Dat betekent dat alle kinderen, jongeren (ook zonder verblijfstatus) en hun ouders hulp moeten krijgen als ze dat nodig hebben. De gemeente treft dan een individuele voorziening. De gemeente bepaalt zelf welke hulp vrij toegankelijk is en welke hulp een individuele voorziening is. Dit staat in de gemeentelijke verordening. Als een gemeente heeft besloten dat een kind een individuele voorziening nodig heeft, dan kan dat kind hier rechten aan ontlenen.
Moet de gemeente een beleidsplan maken?
Ja, de gemeente moet periodiek een beleidsplan maken over de jeugdhulp.
Het beleidsplan moet onder andere uit de volgende onderdelen bestaan: visie en doelstellingen van jeugdhulp, samenhang van beleid op preventie en jeugdhulp en de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering, beoogde resultaten en hoe deze worden gemeten, outcomecriteria.
Hoe is het toezicht geregeld?
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd en de Inspectie Veiligheid en Justitie houden samen toezicht op de kwaliteit van de jeugdhulpinstellingen. Raadsleden kunnen via de lokale Rekenkamer onderzoek laten uitvoeren naar het beleid van de gemeente. Ook vanuit de gemeente kun je toezichthouders instellen die kijken of jeugdhulpinstellingen zich houden aan de voorwaarden van de inkoop. Lees meer hierover bij de VNG.
Wat hebben jeugdhulp en onderwijs met elkaar te maken?
Als schoolgaande kinderen jeugdhulp krijgen, is het fijn als hun leerkracht en hulpverlener samenwerken. In de Jeugdwet en de Wet passend onderwijs is bepaald dat gemeenten en samenwerkingsverbanden van schoolbesturen een plan moeten maken. Daarin moeten ze beschrijven hoe ze de jeugdhulp en het passend onderwijs willen organiseren. Beide partijen hebben de verplichting om deze plannen met elkaar te bespreken. Dit doen zijn in het op overeenstemming gericht overleg (OOGO). Denk aan afspraken tussen de wijkteams en zorgteams op scholen. Of bijvoorbeeld aan intensieve jeugdhulpprogramma's bij bovenschoolse voorzieningen in het speciaal onderwijs. Lees meer bij OOGO en verbinding onderwijs en jeugdhulp.
Speerpunten gemeenten
Wat is het belang van preventie?
Goed preventief beleid is belangrijk voor een positieve ontwikkeling van kinderen en jongeren. Preventie kan voorkomen dat kinderen en jongeren problemen krijgen. Ook kan preventie beginnende problemen in goede banen leiden, en voorkomen dat problemen terug komen. Preventie heeft alleen effect als er een stevige pedagogische basis ligt. Het NJi onderscheid drie vormen van preventie: universeel, selectief en geïndiceerd. Lees hier meer over bij Werkt preventie? Het is belangrijk om preventie vorm te geven in samenhang met de pedagogische basis en de hulpvoorzieningen.
Hoe kunnen gemeenten werk maken van preventie?
Preventief beleid werkt als het een samenhangende aanpak is. Kies niet voor beleid bestaande uit losse projecten, want dat heeft weinig effect. Voor duurzame effecten is een samenhangend plan nodig, vanuit alle leefdomeinen: thuis, op school, vrije tijd, fysieke omgeving en online. Dit betekent een aanpak voor de pedagogische basis, individuele steun aan kinderen en jongeren, partnerschap met ouders, mentorcontact en het ontwikkelen van talenten via sport, spel en culturele activiteiten, buurtwerk en jeugdwerk. Lees meer hierover bij Samenwerken aan preventief jeugdbeleid.
Waarom is integraal werken zo belangrijk?
Integraal werken is belangrijk omdat gezinnen en kinderen vaak meerdere problemen hebben. Gemeenten krijgen vragen van gezinnen over bijvoorbeeld de opvoeding. Soms spelen er in die gezinnen ook andere problemen. Denk aan schulden, huisvesting of gezondheidsproblemen. Integraal samenwerken vraagt om een brede blik op het gezin en de omgeving waarin je werkt. Dat betekent dat er een verbinding ontstaat tussen verschillende disciplines, vakgebieden en domeinen. Meer hierover lees je bij Wat is nodig voor integrale samenwerking?
Financiering Jeugdhulp
Moeten gezinnen betalen voor jeugdhulp?
Nee.
Hoe worden gemeenten gefinancierd?
Gemeenten ontvangen geld van de rijksoverheid voor het uitvoeren van hun wettelijke taken voor de jeugd. In de jaren 2015-2018 is het budget voor gemeenten weinig veranderd. In de daaropvolgende jaren is het totale budget fors toegenomen, dit is grotendeels door toevoegingen van tijdelijke middelen. In 2022 was er 4,2 miljard euro voor jeugdhulp structureel beschikbaar. Daarnaast zijn nog tijdelijke middelen toegevoegd, namelijk 1.8 miljard euro. De verdeling onder gemeenten gebeurt op grond van objectieve criteria, het verdeelmodel. In veel gemeenten knelt het budget.
Is het geld geoormerkt?
Nee, het geld dat de gemeente krijgt voor jeugdhulp is niet geoormerkt, net zomin als de rest van het gemeentefonds. Het idee hierachter is dat de gemeente daardoor integraal werken kan stimuleren.
Waarom werken gemeenten regionaal samen?
Gemeenten kopen bepaalde vormen van jeugdhulp regionaal in. Gemeenten maken dus zelf de afspraken om geld op regionaal niveau samen te voegen voor het regionaal inkopen van bepaalde zorgtaken. Of om de kosten van hele dure jeugdzorgtaken onderling te verdelen. Gemeenten werken met elkaar samen in 42 jeugdregio's. Dit heeft te maken met de schaal waarop jeugdhulpinstellingen werken en de beschikbaarheid van specialistische zorg en expertise.
Welke jeugdhulp kun je beter regionaal inkopen?
Veel regio's verschillen qua grootte en aantal inwoners. Over het algemeen zien we dat bepaalde gespecialiseerde vormen van jeugdhulp regionaal worden ingekocht, zoals pleegzorg, crisisopvang en residentiële zorg. Alle gemeenten geven de preventieve taken lokaal vorm.
Welke gemeente betaalt voor de ingezette jeugdhulp?
Het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet regelt welke gemeente financieel verantwoordelijk is voor de jeugdhulp. Het bepaalt dat de gemeente waar een kind zelf is ingeschreven moet betalen voor ambulante jeugdhulp. Voor jeugdhulp met verblijf ligt de verantwoordelijkheid bij de gemeente waar het kind was ingeschreven voordat het die hulp kreeg. Een voordeel hiervan is dat het gemeenten stimuleert om te investeren in preventie. Want ook als een kind voor jeugdhulp met verblijf verhuist naar een andere gemeente, moet de oorspronkelijke woonplaats blijven betalen.
Rol van de gemeenteraad
Welke rol heeft de gemeenteraad in het jeugdbeleid?
De gemeenteraad stelt periodiek een plan vast dat richting geeft aan de door de gemeenteraad en het college te nemen beslissingen betreffende preventie en jeugdhulp, de uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering.
In het plan staat:
- De visie en doelstellingen
- De uitvoering van het jeugdbeleid
- De gewenste resultaten en hoe het gemeten wordt
- Hoe rekening wordt gehouden met kleine doelgroepen
- Hoe het Verdrag "inzake de rechten van personen met een handicap" van de Verenigde Naties wordt uitgevoerd.
Hoe kan ik mezelf goed informeren als raadslid?
Er zijn meerdere manieren om jezelf te informeren als raadslid. Voor veel van de informatie ben je afhankelijke van het college B en W. Daarvoor is het van belang om de juiste informatie op te vragen. Maak hiervoor afspraken binnen de gemeenteraad waarbij je een planning kan maken wanneer welke informatie belangrijk is voor grote beslismomenten. Daarnaast heb je als raadslid ook de mogelijkheid om zelf informatie te zoeken. Er zijn veel openbare bronnen waar je kan zien hoe het gaat met de jeugd in jouw gemeente. Op de pagina Zoeken naar beschikbare gegevens vind je een overzicht van deze bronnen. Ook helpt het om in gesprek te gaan met belangrijke partners zoals scholen, zorgaanbieders, professionals, ouders en natuurlijk ook kinderen en jongeren. Deze gesprekken kunnen de harde gegevens inkleuren met de ervaringen van deze partners.
Hoe kan de raad sturen op het beleid?
Het is jeugdveld is een maatschappelijk complex veld met veel facetten. Het is heel verleidelijk om als raadslid te verdrinken in alle details. Als hoogste bestuursorgaan binnen de gemeente mag je van alles iets vinden, maar door op alles focus te leggen, mis je de juiste impact. Het werkt beter om te sturen op het maatschappelijke resultaat dat je wilt bereiken. Kijk wat de grootste problemen zijn in jouw gemeente en kijk hoe je die kan verminderen. Houd het college daar aan en monitor of het goed gaat. Vraag hoe het beleid bijdraagt aan het oplossen van de problemen. Het Kwaliteitskompas kan je helpen om dit proces inzichtelijk te maken.
Heb je als raadslid invloed op de jeugdhulp?
Jazeker, maar wel indirect. Een raadslid stuurt en controleert of de gemeente haar wettelijke taak goed uitvoert. Een raadslid kan het college aanspreken op hoe de jeugdhulp in de gemeente en regio is georganiseerd.
Stel de juiste vragen: Wat zijn de belangrijkste problemen in onze gemeente waar jongeren en gezinnen mee te maken hebben? Welke aanpak wordt hierop ingezet? Wat zijn de beoogde maatschappelijke doelen? Zijn deze doelen concreet en meetbaar? Zitten we op de goede weg? Wat merkt een gezin hiervan? Benaderen we een gezin integraal? Waaruit blijkt dat we het goed doen? Wat zijn de cijfers?