Wet publieke gezondheid

De Wet publieke gezondheid (Wpg) stelt gemeenten verantwoordelijk voor de publieke gezondheidszorg, waaronder de jeugdgezondheidszorg. Terwijl de 'Wet maatschappelijke ondersteuning' (Wmo) zich vooral richt op mensen die al ziek zijn of symptomen hiervan hebben, wil de Wpg vooral de algemene gezondheid bevorderen en ziekten bij risicogroepen voorkomen.

Jeugdgezondheidszorg

De kerntaak van de jeugdgezondheidszorg, zoals vastgelegd in de Wpg, is 'het bevorderen, beschermen en beveiligen van de gezondheid en de lichamelijke en geestelijke ontwikkeling van jeugdigen van 0 tot 19 jaar'. Deze kerntaak is uitgewerkt in zes onderdelen:

  1. monitoring en signalering
  2. inschatten zorgbehoefte
  3. screenings en vaccinaties
  4. voorlichting, advies, instructie en begeleiding
  5. beïnvloeden van gezondheidsbedreigingen
  6. zorgsysteem, netwerken, overleg en samenwerking

Gezondheidsdienst

De gemeente is wettelijk verplicht een Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) in te stellen en in stand te houden voor het uitvoeren van het basistakenpakket van de jeugdgezondheidszorg. Hiernaast kan de gemeente ervoor kiezen om (onderdelen van) de jeugdgezondheidszorg door een zorgorganisatie te laten uitvoeren, met als voorwaarde dat aan het aanbod van de zorgorganisatie dezelfde kwaliteitseisen worden gesteld als aan dat van de GGD. De Wpg stelt dus geen beperking aan de uitvoerende organisaties.

Digitaal dossier

Alle uitvoerende organisaties in de jeugdgezondheidszorg zijn verplicht relevante gegevens over de lichamelijke en psychosociale gezondheid van een kind vast te leggen in een digitaal dossier jeugdgezondheidszorg, ook wel digitaliseringsplicht genoemd. De invoering moet voorkomen dat kinderen buiten beeld raken wanneer zij verhuizen naar een andere gemeente.

Prenatale voorlichting

In 2011 is de gewijzigde 'Wet publieke gezondheid' vastgesteld (de zogeheten Wpg tweede tranche). Een van de wijzigingen is dat de gemeenten de wettelijke taak krijgen om prenatale voorlichting aan aanstaande ouders te geven. Prenatale voorlichting behelst voorlichting over zwangerschap, de bevalling en de periode daarna. De middelen hiervoor, die voorheen onderdeel uitmaakten van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Awbz), werden al sinds 1 januari 2009 aan de gemeenten verstrekt via de brede doeluitkering Centrum Jeugd en Gezin.

De wet laat de gemeenten vrij om te bepalen welke aanstaande ouders de grootste behoefte aan informatie hebben en in welke vorm en omvang de Centra voor Jeugd en Gezin prenatale voorlichting aanbieden.

Lees de volledige Wet publieke gezondheid op Overheid.nl

Lees meer over wetgeving en jeugdzorg

Foto Marloes Driedonks