Wettelijke verplichtingen bij de pedagogische basis
Gemeenten voeren – naast eigen taken en verantwoordelijkheden – overheidsbeleid uit en concretiseren wet- en regelgeving zoals bepaald door de landelijke politiek. Het idee van de pedagogische basis is verankerd in een aantal wetten. Wij zetten het voor je op een rij. De inhoud van deze wetten en de betekenis voor een sterke basis is ook samengevat in de brochure: Voor een sterke basis.
Jeugdwet
Gemeenten zijn sinds 1 januari 2015 verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdzorg: (geïndiceerde) jeugdzorg, gesloten jeugdzorg, jeugd-ggz, jeugd-lvb, forensische zorg, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Dit is vastgelegd in de Jeugdwet. De Jeugdwet stelt ook enkele eisen aan gemeenten die een relatie hebben met de pedagogische basis:
- Het bevorderen van de opvoedvaardigheden van de ouders en de sociale omgeving
- Het inschakelen, herstellen en versterken van het probleemoplossend vermogen van kinderen en jongeren, hun ouders en sociale omgeving
- Het versterken van het opvoedkundige klimaat in wijken, buurten, scholen, kinderopvang en peuterspeelzalen
- Effectieve en efficiënte samenwerking rond gezinnen
- Preventie en vroegsignalering van en het tijdig bieden van de juiste hulp op maat bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen
Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo)
Gemeente zijn vanuit de Wmo verantwoordelijk voor ondersteuning van mensen en gezinnen die niet zelfredzaam zijn. Het mobiliseren van eigen kracht is hierbij een van de speerpunten. De Wmo regelt ook vrijwillige inzet, gericht op het ondersteunen van kwetsbare gezinnen. Gedachtegoed dat naadloos aansluit bij dat van de pedagogische basis. Tot slot regelt deze wet tot 2018 ook dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor toezicht op en financiering van peuterspeelzalen als onderdeel van het lokale jeugdbeleid.
Wet Publieke Gezondheid
De Wet Publieke Gezondheid (Wpg) stelt gemeenten verantwoordelijk voor de publieke gezondheidszorg, waaronder de jeugdgezondheidszorg (JGZ).
Wet ontwikkelingskansen door kwaliteit en educatie (Wet OKE)
De Wet OKE wil kansen vergroten van kinderen met taalachterstanden en de kwaliteit van peuterspeelzalen verbeteren. Gemeenten hebben volgens deze wet de regie over de realisatie van een dekkend voorschools aanbod voor alle jonge kinderen met een (taal)achterstand. Zij hebben de taak met lokale partners, basisscholen, kinderopvang en peuterspeelzalen tot een gezamenlijke visie te komen voor wat betreft de voorschoolse voorzieningen.
Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen
De Wet Kinderopvang (2005) en de bijhorende Beleidsregels kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen (2013) hebben als doel de kwaliteit van kinderopvang en peuterspeelzalen te waarborgen en de arbeidsparticipatie van jonge ouders te verhogen. Deze wet- en regelgeving voorziet in landelijke uniforme kwaliteitseisen voor kinderopvang en het toezicht hierop. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor toezicht op en de handhaving van de kwaliteit van in geregistreerde kindercentra en – via gastouderbureaus – door gastouders. Toezicht op peuterspeelzalen is nu nog deels geregeld via de wet WMO. Vanaf 2018 vallen peuterspeelzalen in het kader van de harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk ook volledig onder de Wet Kinderopvang.
Wet Passend Onderwijs
De Wet Passend Onderwijs heeft tot doel iedere leerling onderwijs te bieden dat bij hem of haar past. Een leerling komt in aanmerking voor regulier onderwijs waar het kan en voor speciaal onderwijs waar dat nodig is. Deze wet bepaalt dat gemeenten en samenwerkingsverbanden van schoolbesturen een plan moeten maken waarin ze beschrijven hoe ze de jeugdhulp en het passend onderwijs willen organiseren. Daarnaast voeren gemeenten en schoolbesturen lokaal overleg om het onderwijsbeleid vorm en inhoud te geven in een Lokale Educatieve Agenda (LEA). Verplichte thema's zijn onderwijsachterstanden en voor- en vroegschoolse educatie (VVE).
Kinderrechtenverdrag
De rechten die een kind heeft, zijn vastgelegd in het internationale Verdrag voor de Rechten van het Kind van de Verenigde Naties, dat door Nederland is ondertekend. De 54 artikelen in het verdrag gaan over onderwerpen waar alle kinderen mee te maken hebben zoals school, gezondheid, wonen, geloof, ouders en n, en over het recht op bescherming voor bijvoorbeeld mishandelde kinderen en vluchtelingenkinderen. Bekijk voor meer informatie de site www.kinderrechten.nl.
Wetten vertalen in een visie
Een gemeente kan, zoals veel gemeenten al doen, de wettelijke taken uitwerken in een eigen visie op jeugd en jeugdbeleid.