Jeugdwet en het jeugdstrafrecht
Jongeren van 12 tot 18 jaar vallen in principe onder het jeugdstrafrecht, volwassenen van 18 jaar of ouder onder het volwassenenstrafrecht.
Oordeel rechter
Het adolescentenstrafrecht, dat in april 2014 is ingevoerd, maakt het mogelijk voor de rechter om hiervan af te wijken. De rechter kan jongeren van 16 of 17 jaar veroordelen volgens het volwassenenstrafrecht en jongeren van 18 tot 23 jaar volgens het jeugdstrafrecht.
Of de rechter dit doet, hangt af van de persoonlijkheid van de jongere, de omstandigheden waaronder de jongere het misdrijf heeft gepleegd en de ernst van het misdrijf. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert de rechter over welke straf het beste past bij 16- en 17-jarigen en de volwassenenreclassering doet hetzelfde voor 18- tot 23-jarigen.
Jeugdreclassering
De rechter kan in het vonnis toezicht en begeleiding door de reclassering opleggen. De Jeugdwet bepaalt dat gemeenten verantwoordelijk zijn voor de jeugdreclassering en dat gecertificeerde instellingen de jeugdreclassering uitvoeren. De leeftijdsgrens voor jeugdreclassering is in de Jeugdwet gelijkgetrokken met het adolescentenstrafrecht.
Tot 16 jaar is het altijd de jeugdreclassering die het toezicht en de begeleiding op zich neemt. Voor jongeren van 16 tot 23 jaar kan de rechter kiezen tussen de jeugd- of de volwassenenreclassering. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert de rechter hierin. De instellingen die de volwassenenreclassering uitvoeren, hoeven overigens niet gecertificeerd te zijn.
Jeugdhulp in een vonnis
De rechter kan in het vonnis opnemen dat jeugdhulp nodig is. De Raad voor de Kinderbescherming adviseert de rechter hierin. De rechter moet de hulp zo nauwkeurig mogelijk beschrijven, zodat de gemeente weet waar ze aan toe is. Volgens de Jeugdwet moet de gemeente zorgen dat de hulp beschikbaar is, ook als de hulp niet is ingekocht.
De leeftijdsgrens voor jeugdhulp die is opgelegd in een vonnis, is in de Jeugdwet gelijk getrokken met het adolescentenstrafrecht. Voor jongeren tot 16 jaar kan de rechter altijd jeugdhulp opnemen in een vonnis. Voor jongeren van 16 tot 23 jaar is dit alleen mogelijk als de rechter het jeugdstrafrecht toepast.
Wil de jeugdreclassering tijdens de begeleiding van de jongere – dus na het vonnis - meer hulp inzetten, dan kan dat, maar dan moet het wel hulp zijn die de gemeente al aanbiedt. De volwassenenreclassering kan tijdens de begeleiding van de jongere geen jeugdhulp meer inzetten.
Jeugdhulp in een justitiële jeugdinrichting
Gemeenten zijn volgens de Jeugdwet niet alleen verantwoordelijk voor jeugdhulp die de rechter nodig vindt ,maar ook voor jeugdhulp waarvan de directeur van de justitiële jeugdinrichting bepaalt dat deze nodig is. Het gaat dan om jeugdhulp die deel uitmaakt van het scholings- en trainingsprogramma in een justitiële jeugdinrichting en om jeugdhulp na het verblijf in de justitiële jeugdinrichting.