Proeftuin

Om te bepalen of een methode, werkwijze of interventie werkt, kun je een proeftuin inrichten om het in een praktijksituatie uit te proberen. De praktijksituatie hoeft geen echte omgeving te zijn, het kan ook een omgeving zijn die de werkelijkheid nabootst. Wat is een proeftuin, hoe werkt het en hoe zet je het in?

Met elke vorm van leren bereik je iets anders. Als je een leervorm weloverwogen kiest, is de kans groter dat je het gewenste resultaat bereikt. Lees daarover bij Leervormen: hoe maak ik een keuze?

Wat is een proeftuin?

In een proeftuin draait alles om experimenteren. Met mensen van binnen of buiten je organisatie probeer je methoden, werkwijzen of interventies uit. Zo wil je nieuwe en blijvende oplossingen vinden voor ingewikkelde problemen. Bestaande regels laat je hierbij even los.

Let op: een proeftuin is niet hetzelfde als een living lab. Bij een living lab doe je onderzoek in de 'echte' wereld, in de dagelijkse realiteit van de mensen om wie het gaat. In een proeftuin heb je een afgebakend gebied, zoals een digitale plek of een fysieke omgeving die speciaal voor het onderzoek wordt ingericht. Dit hoeft dus geen echte omgeving te zijn, maar een omgeving die de werkelijkheid zo goed mogelijk nabootst.

Een voorbeeld

In twee proeftuinen heeft het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) onderzocht wat de optimale verhouding is tussen mbo'ers en hbo'ers op een afdeling. Ze kwamen er zo achter waar de verschillen liggen tussen hbo- en mbo-verpleegkundigen, namelijk vooral in leiderschap, coaching, klinisch redeneren en evidence based practice. Hierdoor werd duidelijk dat het aandeel hbo-verpleegkundigen groter moest worden.

De proeftuin liet goed zien wat een juiste mix is tussen hbo- en mbo-verpleegkundigen. Na deze proeftuin zijn er begin 2017 verschillende nieuwe proeftuinen opgestart.

Wanneer kies je deze leervorm?

Deze leervorm helpt je om buiten de bestaande regels oplossingen voor een vraag uit te proberen. Dit doe je samen met collega's van je eigen organisatie of met partijen van buitenaf. Alle betrokkenen zijn gelijk aan elkaar.

Kies voor een proeftuin als je:

  • vernieuwende en blijvende oplossingen voor ingewikkelde vragen wilt vinden.
  • samen met anderen methoden, werkwijzen of interventies wilt onderzoeken in een afgebakende omgeving.
  • tegen iets aanloopt wat je niet binnen de bestaande werkwijze, protocollen en afspraken kunt oplossen.
  • wilt experimenteren met nieuwe vormen van werken.

Hoe werkt het?

Elke proeftuin is ontworpen voor een bepaalde vraag. Daarom steekt de ene proeftuin vaak net iets anders in elkaar dan de andere. Een aantal stappen is voor alle proeftuinen van belang:

  1. Stel een team van betrokkenen samen.
  2. Bekijk met je team de vraag die voor jullie ligt.
  3. Verzamel informatie zoals feiten en cijfers over het vraagstuk. Peil ook de behoefte van alle betrokkenen in het team rondom de vraag.
  4. Zorg voor steun vanuit nuttige instanties. Denk bijvoorbeeld aan de gemeente en het wijkteam. Als er genoeg steun en enthousiasme is, ga je aan de slag met een duidelijke doelstelling.
  5. Wijs een trekker aan: een aanjager die de overleggen organiseert, die zorgt dat de juiste personen betrokken zijn, die updates geeft en die het overzicht bewaart. Dit kan iemand uit het team zijn of iemand die je speciaal voor deze rol vraagt.
  6. Werk daarna met elkaar aan een projectplan. Hierin staan onder andere de doelen die jullie samen bepaald hebben, de gewenste opbrengsten, het tijdspad en de taakverdeling. Denk vooraf goed na over de randvoorwaarden van jullie proeftuin.
  7. Zorg dat je tijdens het proces regelmatig bespreekt of jullie nog aan het doen zijn wat de bedoeling is.
  8. Geniet tenslotte van de resultaten die je, zowel tussendoor als aan het eind van de proeftuin, behaalt.

Voorwaarden en tijdsbesteding

Een proeftuin vraagt om enthousiaste deelnemers die buiten de gebaande paden durven te treden. Zij durven te experimenteren en kunnen veel verantwoordelijkheid aan. Het is een tijdsintensieve manier van onderzoeken. De tijdsbesteding hangt af van de vraag, de randvoorwaarden en de kaders. Het is belangrijk dat de organisatie achter de inzet van een proeftuin staat en hier ruimte voor maakt. Het RIVM heeft zijn ervaring met negen proeftuinen op papier gezet. Zij kwamen tot acht principes, waaronder:

  • Creëer en behoud steun tussen organisaties.
  • Leer elkaar begrijpen en zorg voor onderling vertrouwen.
  • Bepaal duidelijke randvoorwaarden en leg verantwoordelijkheden vast.

Lees meer over de leidende principes van proeftuinen van het RIVM.

Voor- en nadelen

Voordelen

Met een proeftuin kun je antwoorden vinden op ingewikkelde vragen. Deze zou je in de bestaande vormen en systemen van de organisatie niet kunnen vinden. Je krijgt de kans om buiten deze systemen vernieuwende ideeën uit te proberen. Daarnaast biedt het de mogelijkheid om open met elkaar het gesprek aan te gaan, zonder dat er sprake is van een rangorde. Kritiek op de huidige werkwijze kun je met een proeftuin ombuigen. Je kunt deze gebruiken als idee voor een nieuwe aanpak die je wilt uitproberen.  

Een proeftuin biedt niet alleen inhoudelijk resultaat van het project. Ook geeft deze meer inzicht in bestaande vormen. Bovendien verbetert een proeftuin de samenwerking, levert deze meer kennis op en een beter onderbouwde visie.

Nadelen

Een proeftuin is een intensieve manier van leren. Het vraagt veel van de eigen verantwoordelijkheid en het zelfsturend vermogen van de deelnemers. Het is daarom extra belangrijk dat de randvoorwaarden kloppen. En dat je de juiste mensen uitkiest.  

Het vrije karakter van een proeftuin is een pluspunt, maar kan ook nadelig zijn. Proeftuinen zijn lastig met elkaar te vergelijken. Daardoor lenen ze zich niet voor leren via 'best practices'. 

ActieonderzoekCommunity of practiceIntervisieLiving labMoreel beraadSupervisieTraining

foto Martine Broere

Martine Broere

senior medewerker inhoud