Wat als ik niet meer thuis kan wonen?

Er kunnen verschillende redenen zijn waarom het beter is dat je niet thuis woont. Samen met jouw ouders wordt dan gezocht naar een plek waar je voorlopig kunt wonen.

Redenen uithuisplaatsing

Bij problemen thuis wordt er alles aan gedaan om te voorkomen dat je ergens anders moet wonen. Ergens anders opgroeien wordt echt als laatste oplossing gezien, maar dit is soms  nodig. Tijdelijk, of voor een lange tijd. Misschien is er al veel geprobeerd en hebben jullie al met veel hulpverleners gewerkt aan een betere thuissituatie. Dit lukt alleen niet altijd. Bijvoorbeeld wanneer:

Wie beslist dat je niet thuis kunt wonen?

Het is soms beter als je even op een andere plek woont. Dit kan vrijwillig zijn of in opdracht van de kinderrechter. 

  • Bij een vrijwillige uithuisplaatsing besluiten jouw ouders met jou en een hulpverlener dat het beter is dat jij tijdelijk ergens anders gaat wonen. Dat gebeurt bijvoorbeeld als je ouders problemen hebben waardoor het lastig is om jou op te voeden. En om te zien wat jij nodig hebt om veilig op te groeien.  
  • Je wordt in opdracht van de kinderrechter uit huis geplaatst als het thuis niet veilig voor je is. En de hulp die jullie daarvoor kregen niet voldoende hielp.

Lees op de pagina Ik heb hulp nodig meer over hoe je kunt vertellen wat jij belangrijk vindt en hoe je je stem kunt laten horen.

Wonen in een pleeggezin of gezinshuis

We vinden het in Nederland belangrijk dat je 'zo thuis mogelijk' opgroeit. Dat betekent dat je na een uithuisplaatsing terechtkomt in een woonsituatie die lijkt op een gezin. Daarom wordt er eerst met jou en je gezin gezocht naar een tijdelijke oplossing bij bijvoorbeeld familie en vrienden. Het liefst is dit een vertrouwde plek die in de buurt van je eigen huis is, zodat je op je eigen school en sportclub kunt blijven. Dit noemen we een netwerkplaatsing.

Daarnaast bestaan er pleeggezinnen en gezinshuizen. Soms blijf je tijdelijk op een plek wonen. Op andere plekken kun je langer verblijven. Het is belangrijk dat je zo lang op een plek kunt blijven als dat voor jou nodig is. In een pleeggezin leef je zoals een kind in een gezin. Je pleegouders zorgen voor jou. Meestal hebben ze daarnaast een baan. Soms wonen in het gezin ook eigen kinderen of andere pleegkinderen.

Het lukt niet altijd om een pleeggezin of gezinshuis te vinden. Het kan zijn dat je dan gaat wonen op een groep in een instelling. Dat heet een residentiële jeugdhulpinstelling.

Wonen in een residentiële jeugdhulpinstelling

Soms kun je niet in een pleeggezin of gezinshuis wonen. Er is misschien geen plek vrij of je hebt hulp nodig die je alleen kunt krijgen op een woon- of behandelgroep. Dan is het misschien beter om in een woon- of behandelgroep van een residentiële jeugdhulpinstelling te wonen. Hier wonen kinderen en jongeren in groepen die begeleid worden door pedagogisch medewerkers.

Er bestaan verschillende vormen van residentiële jeugdhulp: leefgroepen gericht op opvoeden en opgroeien, behandelgroepen voor bepaalde problemen, crisisopvang en gesloten jeugdhulp. Jongeren vanaf 16 jaar kunnen ook op een kamertrainingsgroep gaan wonen. Daar werk je aan zelfstandig worden. Je leert er voor jezelf te zorgen, koken, zoals omgaan met geld, zorgen voor je opleiding, stage of werk, genoeg vrienden om je heen hebben.

In de residentiële jeugdhulp wonen jongens en meisjes meestal bij elkaar. Er zijn ook leefgroepen voor alleen meisjes of jongens. De meeste kinderen en jongeren gaan naar een school in de buurt. Maar het kan ook dat de school op het terrein van de instelling staat. Je ouders, broers en zussen kunnen op bezoek komen. En soms kun je in de weekenden naar huis.

Zoek je als jongere hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.

Hulp en advies voor jongeren