Wat moet ik doen bij vermoedens van risicovolle radicalisering?

Wanneer je signalen opvangt die wijzen op mogelijke radicalisering van een jongere, zijn een aantal stappen nodig. De signalen bespreek je met de jongere zelf, soms met de ouders en met andere professionals. Samen schat je de veiligheidsrisico's in en bepaal je hoe de jongere kan worden ondersteund en begrensd.

Overleg met anderen 

Het is belangrijk dat je niet alleen blijft rondlopen met signalen van mogelijke radicalisering van een jongere. Een situatie waar je zorgen of twijfels hebt over een jongere beoordeel je altijd samen. Vraag een collega om mee te kijken met je bevindingen. Weeg samen de signalen die jullie hebben  gezien. Het is belangrijk dat signalen berusten op feiten, en niet ingekleurd zijn door eigen opvattingen. In de Werkwijze informatie delen staat hoe je signalen van mogelijke radicalisering kunt beschrijven.

Als binnen jouw organisatie een aandachtsfunctionaris radicalisering of een specialist op dit thema beschikbaar is, betrek deze er dan bij. Die kan helpen bij het inschatten van de situatie van de jongere. Als zo'n specialist niet aanwezig is, kun je altijd hulp vragen aan het Landelijk Steunpunt Extremisme. Zij kunnen vrijblijvend je vragen beantwoorden en advies geven.

Inzicht in signalen van radicalisering

Een radicaliseringsproces verloopt nooit hetzelfde. Signalen in gedrag, het uiterlijk of uitspraken van de jongere kunnen zorgen bij je oproepen. Bijvoorbeeld verandering in kleding of het meedoen met demonstraties. Maar deze signalen kunnen ook passen bij de ontwikkeling en het opgroeien. Het helpt om inzicht te hebben in het verloop van een radicaliseringsproces, zodat je eventuele signalen niet over het hoofd ziet.

Veiligheidsrisico's

Wanneer je samen met collega's of andere professionals mogelijke signalen van radicalisering in kaart hebt gebracht is het belangrijk de mogelijke veiligheidsrisico's concreet te maken. Dit zijn risico's op onveiligheid voor de jongere zelf, professionals, ouders en broertjes en zusjes, de omgeving en de regionale of nationale veiligheid.

  • Wat kan er gebeuren op basis van de signalen?
  • Welke aanwijzingen heb je dat dit feitelijk ook zal gebeuren?
  • Kun je iets zeggen over de termijn waarbinnen dit zou kunnen gebeuren?

Signalen bespreken en informatie delen

Vaak zijn er vragen over wat je wel en niet mag delen rondom de casus van een jongere. Wanneer is bijvoorbeeld de situatie zo zorgelijk dat de jongere aan een veiligheidstafel besproken moet worden? Ook voor dit soort afwegingen helpt de Werkwijze informatie delen.

Signalen en zorgen bespreek je met de jongere. Wanneer de jongere nog geen 16 jaar is, bespreek je signalen ook met ouders. Vanaf 16 jaar moet de jongere toestemming geven om met de ouders over hem te spreken. Bij concrete aanwijzingen dat door het bespreken grote veiligheidsrisico's ontstaan, kunnen jullie besluiten het gesprek met de jongere uit te stellen of niet te voeren.

Zorg- en veilgheidsoverleggen radicalisering

In elke regio zijn netwerken of samenwerkingsverbanden aanwezig voor preventie en aanpak van radicalisering. Op wijkniveau bestaan vaak zorg- of veiligheidsoverleggen met partners uit het onderwijs, het sociaal-, zorg- en veiligheidsdomein.

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de persoonsgerichte aanpak. Daarbij worden personen, bij wie zorgen om zijn met betrekking tot radicalisering, besproken in een multidisciplinair overleg. Ook het zorg- en veiligheidshuis speelt een rol in de aanpak van radicalisering. Lees ook de NJi-pagina Hoe organiseer ik een multidisciplinair overleg bij zorgen over veiligheid?

Ondersteunen en begrenzen

Houd in het handelen bij vermoedens van risicovolle radicalisering ook rekening met de kwetsbaarheid van de jongere. Denk aan verschillende invloeden, zoals persoonlijke omstandigheden, een vorm van identiteitscrisis of is het onderdeel zijn van een crimineel netwerk. De jongere heeft ondersteuning nodig in deze levensfase. Daarnaast is begrenzen op ongewenst of strafbaar gedrag ook nodig.

Hannes van de Ven

Hannes van de Ven

onderzoeker / adviseur