Scenariodenken: handvat voor contextgericht werken rond radicalisering

Scenariodenken is een belangrijk handvat bij contextgericht werken rond de preventie en aanpak van radicalisering. Het is een methode om vooruit te kijken: wat zou er in de toekomst kunnen gebeuren en welke impact kan dit hebben op een jongere? Op deze pagina lees je wat scenariodenken inhoudt en hoe je dat als jeugdprofessional toepast.

Wat is scenariodenken?

Bij contextgericht werken kijk je als professional naar de omstandigheden en de omgeving van jongeren en werk je aan het versterken van veerkracht. Scenariodenken kan daarbij helpen. Je werkt dan niet alleen met de feitelijke informatie die je hebt over een jongere. Je maakt ook een voorstelling van wat er zou kunnen gebeuren en welke gevolgen of impact dat kan hebben. Het gaat om vragen te stellen over de omstandigheden, oftewel de context, en wat dit betekent voor de jongere, oftewel de impact. Hiervoor heb je verbeelding en creativiteit nodig, en ruimte om vragen te stellen. Ook als die vragen niet voor de hand liggen.

Waarbij kan scenariodenken mij helpen?

Scenariodenken helpt om te handelen bij situaties die onzeker zijn of waarin informatie ontbreekt. Het is een manier om vooruit te kunnen denken en de brede omstandigheden van een jongere mee te nemen. Hiermee kunnen jeugdprofessionals een situatie beter beoordelen, een betere samenwerking aangaan en zelfs leren zonder acute casus of situatie.

Wat kan scenariodenken opleveren?

Radicalisering gaat over de ontwikkeling van een jongere. In een ontwikkelingsproces zijn er altijd onzekerheden. Deze onzekerheden bepalen bijvoorbeeld hoe je denkt over een situatie, of je je zorgen maakt en wat je wilt doen. Scenariodenken is bedoeld om de onzekerheden en de dingen die je niet weet op een positieve manier te gebruiken.

Scenariodenken biedt een open manier om de mogelijke toekomst te bespreken. Er hangt geen direct besluit van af, maar het schept juist ruimte voor verschillende zienswijzen en inbreng van kennis. Deze manier van een dialoog voeren houdt ruimte voor onzekerheid bij radicalisering en verkent tegelijkertijd die onzekerheid. Op basis van scenariodenken kun je de stappen die je neemt, of wilt nemen, beter onderbouwen en verantwoorden. Bovendien kun je terugkijken en beredeneren waarom je bepaalde keuzes gemaakt hebt, en met welke uitkomst.

Waarmee moet ik rekening houden?

Scenariodenken is een manier van denken die je kunt leren. Het helpt om hiermee te oefenen. Dat kun je samen met collega's doen of alleen. Het is wel belangrijk om het met collega's te delen als je gevolg geeft aan de scenario's die je bedacht hebt. In het werken met radicalisering is het belangrijk dat je samen optrekt. Daarmee voorkom je dat je dingen over het hoofd ziet, per ongeluk in je eigen vooroordelen trapt of je in je eentje verantwoordelijk voelt voor je werk.

Wees je daarnaast bewust van de omgeving waarin je contact hebt met een jongere. Als jeugdprofessional heb je meestal voor een deel zicht op de ontwikkeling van een jongere, afhankelijk van waar jouw werk zich afspeelt: bij de jongere thuis, op school, in de vrije tijd of een combinatie van verschillende plekken. Bedenk dat er inzichten vanuit andere leefgebieden zijn, die je niet kent. Je kunt contact zoeken met mensen die de jongere wel kennen op deze gebieden.

Hoe breng ik scenariodenken in de praktijk?

Bij scenariodenken gaat het om de waarschijnlijkheid, oftewel de mate van onzekerheid, en het effect, oftewel de mate van impact. En welke conclusies je daar voorlopig wel en niet aan kunt verbinden. Voor het maken van een scenario kun je het onderstaande assenmodel gebruiken.

Assenmodel scenariodenken

Voorbeeld assenmodel scenariodenken

Afbeelding: Voorbeeld assenmodel voor scenariodenken

In bovenstaand voorbeeld zijn beschermende factoren (groen) en risicofactoren (rood) op een as van impact en een as van aanwezigheid gezet. Beide assen lopen van laag naar hoog.

In dit voorbeeld gaat het om een situatie waarin een jongere beperkte cognitieve vaardigheden heeft (rood), maar wel een hoge motivatie voor school (groen). Tegelijkertijd heeft deze jongere te maken met discriminatie of pesten (rood) en is er een recent sterfgeval in de familie (rood). De ouders van deze jongere zijn redelijk goed emotioneel beschikbaar voor deze jongere (groen).

Let op: dit is een voorbeeld en afgestemd op een fictieve situatie. In dit geval is aan de motivatie voor school meer impact toegewezen dan aan de beperkte cognitieve vaardigheden van de jongere.

Je kunt dit scenario gebruiken voor het ontwikkelen van een plan van aanpak voor de situatie van deze jongere. Het kan ook zijn dat je eerst nieuwe scenario's wilt maken, omdat je je afvraagt of dit wel het hele plaatje is.

Stappenplan scenariodenken

Scenariodenken kun je onderverdelen in drie fasen: de fase van ontwikkelen, de fase van scenariodenken en de fase van scenariogebruik. Hieronder zie je de bijbehorende stappen per fase.

Fase van ontwikkelen

Stap 1: Praktisch

  • Stel vast hoeveel tijd je hebt voor het maken van een scenario of het nadenken over een scenario. Heb je een uur de tijd? Een middag met collega's?
  • Wie zou je willen betrekken bij het scenariodenken? Een collega? Een aandachtfunctionaris radicalisering? Een andere organisatie? Welke perspectieven brengen zij mee? Kunnen ze ook bijdragen aan de voorbereiding? Bijvoorbeeld in het verhelderen van vraag of doel? Wie moet de oefening voorzitten of begeleiden? Welke afspraken gelden er voor anonimiteit en transparantie? Welke wettelijke kaders zijn relevant?
  • Wat is het doel van het scenariodenken? Wil je meer kansen, oftewel beschermende factoren, in kaart brengen waar je nog niet aan gedacht had? Wil je juist risico's in kaart brengen waar je nog niet aan gedacht had? Of beide? Wil je weten of er alternatieve manieren zijn om te handelen?
  • Wat is de belangrijkste scenariovraag die je beantwoord wil zien? Kan dat in één scenario of is het beter in meerdere korte scenario's?

Stap 2: Verkennen

  • Breng in kaart wat je weet over een situatie, je zorgen en de jongere. Wat zijn je zorgen en waarom? Welke feiten heb je tot je beschikking en hoe interpreteer je die feiten? Wat roept dat bij je op? Gebruik hierbij het model van veerkrachtfactoren.
  • Wat weet je niet over de situatie of de jongere? Waar zitten de onzekerheden of de mogelijke kansen? Schrijf deze vragen op.
  • Wat weten anderen mogelijk over de situatie of de jongere? Wie kun je daarvoor benaderen en met welk doel? Gebruik bij deze stap de Werkwijze in kaart brengen, interpreteren en delen van mogelijke signalen van radicalisering.

Stap 3: Scenarioraamwerk maken

  • Maak een keuze uit een omgevingsscenario of een doelscenario. Wil je de situatie of je zorgen rond een jongeren verkennen? Kies dan voor een omgevingsscenario. Wil je een strategie uitzetten of een plan van aanpak maken? Kies dan voor een doelscenario.

Fase van scenariodenken

Stap 4: Scenario invullen

  • Gebruik een assenmodel, met de as 'impact', van laag naar hoog, en de as 'waarschijnlijkheid', van laag naar hoog.
  • Leg de informatie over de aan- of afwezigheid van beschermende factoren en risicofactoren die je over de situatie en de jongere hebt op de passende as. Hoe waarschijnlijk is het dat de beschermende factoren en risicofactoren aanwezig zijn? En hoeveel impact heeft iedere factor?
  • Wat zie je aan impact en waarschijnlijkheid? Is er een prioritering aan te brengen? Op basis waarvan?
  • Hoe zou het plaatje veranderen als er andere, meer of minder beschermende factoren aanwezig zijn? Hoe zou het plaatje veranderen als er andere, meer of minder risicofactoren aanwezig zijn?

Fase van scenariogebruik

Stap 5: Gebruik van scenario's

  • Wat heb je geleerd van het scenario?
  • Wat is de mogelijke impact van het scenario dat je ontwikkeld hebt? Voor wie en waarom?
  • Zijn er nieuwe kansen en mogelijkheden ontstaan?
  • Zit er een gewenst of meest ideaal scenario tussen? Kun je daar je communicatie, handelen, interventie, methode, samenwerking of strategie op aanpassen?
  • Kun je de uitkomsten van deze oefening voorleggen of delen met een jongere of het gezin? Wat zou dat kunnen opleveren? Waarom niet?

Stap 6: Beslissen en volgen van je scenario

  • Ga je elementen uit je scenario daadwerkelijk toepassen?
  • Wat zijn de gevolgen en effecten daarvan?
  • Zou je het nog anders kunnen doen?

Van Rijn, M & Van der Burgt, R. (2019). Handboek scenarioplanning. Toekomstscenario's als strategisch instrument voor het managen van onzekerheid. Deventer: Management Impact.

Dijkman, A. (2021). De Radicaliseringsindustrie: Van Pionieren naar professionaliseren. Amsterdam: Amsterdam University Press.

Sieckelinck, S., & Gielen, A.J. (2020). Veerkracht bevorderen bij opgroeiende jongeren. Inzetten op beschermende factoren. Platform JEP. Den Haag: Expertise-unit Sociale Stabiliteit, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Hannes van de Ven

Hannes van de Ven

onderzoeker / adviseur