Als je je zorgen maakt om een kind

Je signaleert dat een kind niet lekker in zijn vel zit. Het is teruggetrokken, snel boos, vaak angstig of gespannen en lijkt minder plezier te hebben. Wat kun je als professional doen als je je zorgen maakt om het welbevinden van een kind?

Ups en downs horen bij het leven

Als een kind even wat minder goed in zijn vel zit, is dat niet altijd reden om je zorgen te maken. Bij opgroeien hoort leren omgaan met emoties. Kinderen kunnen dus best eens uit hun slof schieten, of wat meer ingetogen zijn. Kun je een gesprek aangaan met het kind? Vraag dan hoe het gaat en laat weten dat jij er voor hem bent.

Het kan zijn dat een kind stress ervaart door school, of ruzie heeft met een vriendje. Dan is het belangrijk dat je naar het kind luistert. Jouw betrokkenheid kan ervoor zorgen dat het kind zich gehoord en gezien voelt. Samen kunnen jullie naar oplossingen zoeken. Vertrouwen geven is ook goed voor het zelfvertrouwen van het kind.

Wanneer het langere tijd niet goed gaat

Wanneer een kind zich langere tijd niet goed voelt, en je je daar zorgen over maakt, kun je het een tijdje observeren. Waaruit maak je op dat het kind zich niet goed voelt? Gedraagt het zich anders? Je kunt bijvoorbeeld bekijken:

  • hoe het kind omgaat met andere kinderen.
  • hoe het kind zich tegenover jou gedraagt.
  • hoe energiek en positief het kind is.
  • of het kind zich wel of niet goed kan concentreren.
  • hoe het kind omgaat met emoties.
  • in welke stemming het kind vaak is.
  • of het kind zelfvertrouwen heeft.

In gesprek met ouders

Aan de hand van je observaties kun je met het kind en de ouders het gesprek aangaan. Vertel wat je ziet, en vraag hoe het gaat en of er iets aan de hand is. Zien de ouders hetzelfde gedrag thuis? Hoe gaat het thuis en met de ouders?

Als ouders jouw observaties herkennen, kun je samen bepalen wat er nodig is. Wanneer zij jouw observaties niet herkennen, dan is er misschien niets aan de hand. Kinderen kunnen zich in verschillende omgevingen verschillend gedragen. Wanneer er mogelijk wel iets aan de hand is, maak dit dan bespreekbaar en kijk samen naar mogelijke oplossingen.

Hulp van andere professionals

Op dezelfde manier kun je ook het gesprek aangaan met andere professionals en medeopvoeders. Een professional in de buitenschoolse opvang signaleert misschien iets anders dan de leerkracht op school. Bespreek wat jij signaleert, en of anderen dit herkennen.

Signaleren als het echt niet goed gaat

Blijf je je zorgen maken over een kind, en denk je dat er aanvullende hulp nodig is? Trek dan aan de bel. Bij zorgen over een onveilige thuissituatie kun je contact opnemen met Veilig Thuis. Zorgen over de gezondheid van een kind kun je bespreken in het intern zorgoverleg op de school van het kind. Als je contact hebt gehad met ouders en kind en zij je zorgen herkennen, dan kunnen jullie dit bespreken met de huisarts of met lokale jeugdhulppartners.

Weet je wat er speelt?

Wanneer je weet wat er aan de hand is, dan kun je voor specifieke informatie op deze site kijken bij bijvoorbeeld pestenangstdepressie en gedragsproblemen.

Martijn van Wietmarschen

Martijn van Wietmarschen

adviseur transformatie jeugdstelsel