Identiteitsontwikkeling van pleegkinderen

Alle kinderen ontwikkelen een eigen identiteit. Vooral in de pubertijd vragen zij zich af wie ze zijn en bij we ze horen. Pleegkinderen wonen vaak bij pleegouders met andere dagelijkse gewoontes, een andere cultuur of religie, en een andere smaak dan hun ouders. Door die verschillen krijgen pleegkinderen meestal eerder vragen over hun eigen identiteit.

Identiteit van pleegkinderen

Een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling van jongeren is hun eigen identiteit. Zij vragen zich bijvoorbeeld af wie ze zijn, bij wie ze horen, wat belangrijk is en welke keuzes ze maken. Het zijn verwarrende vragen. Helemaal als je in een pleeggezin woont. Pleegkinderen hebben in het pleeggezin vaak te maken met een andere cultuur, etnische achtergrond en soms een andere religie dan die van hun ouders. Daardoor krijgen ze het gevoel dat ze tussen twee werelden staan. Ze weten niet aan wie ze trouw moeten zijn. Het helpt hen om te weten dat ze niet hoeven te kiezen. Ouders, pleegouders en pleegzorgprofessionals kunnen hen helpen bij het opbouwen van een positieve identiteit.

Wat is een positieve identiteit?

Een positieve identiteit houdt voor pleegkinderen in dat ze goed kunnen vertellen wie ze zijn en waar hun ouders vandaan komen. Verder zijn ze trots op hun eigen achtergrond en uiterlijk. Deze zelfkennis en trots zorgen dat ze beter naar zichzelf kijken, zich beter voelen en beter presteren op school.

Als er in het pleeggezin weinig aandacht is voor de afkomst van het pleegkind, kan het pleegkind zich daardoor niet belangrijk genoeg voelen. Of zichzelf verliezen door zich te veel aan te passen aan het pleeggezin. Ook te veel aandacht voor de verschillen kan maken dat een pleegkind zich er niet helemaal bij voelt horen. Het gaat dus om een goede balans in aandacht voor de achtergrond van het pleegkind en dat deze geaccepteerd wordt.

Aandacht voor identiteit is nodig

Uit onderzoek is bekend dat pleegouders hun pleegkind vooral een veilige omgeving in hun gezin willen bieden. Daarom leggen ze in het dagelijks leven en de opvoeding vaak de nadruk op hun eigen identiteit. Daardoor raakt de identiteit van het gezin waar het pleegkind uit komt, vaak uit beeld. Terwijl pleegkinderen erkenning nodig hebben voor hun eigen achtergrond. Volgens het Kinderrechtenverdrag hebben kinderen na uithuisplaatsing recht op verbinding met de cultuur, religie, etniciteit en taal van hun gezin van herkomst.

Bij plaatsing aandacht voor achtergronden

Het recht om op te groeien in een omgeving die past bij de eigen cultuur en gewoonten van het pleegkind is een uitgangspunt bij pleegzorg. Dat maakt het makkelijker voor een pleegkind om zich thuis te voelen. Het vergroot ook de kans dat de plaatsing goed gaat.

Bij het 'matchen' van pleegkinderen en pleeggezinnen moet daarom rekening gehouden worden met de achtergrond van pleegouders en pleegkinderen. Helaas blijkt in de praktijk dat daarvoor te weinig pleegouders beschikbaar te zijn. Daarom is het belangrijk om al bij de start van een plaatsing op achtergronden te letten. En zo nodig begeleiding te regelen waardoor het kind verbonden blijft met de eigen cultuur.

Ook kunnen er afspraken gemaakt worden met het kind, pleegouders en ouders over het omgaan met verschillen in het dagelijks leven. Pleegouders horen te weten dat ze geen beslissingen mogen nemen die niet passen bij de normen en waarden van het gezin waaruit een pleegkind komt. Zo kan het bijvoorbeeld belangrijk zijn dat het kind alleen eten krijgt dat past bij diens geloof.

Samen opvoeden met verschillende identiteiten

Voor pleegouders en ouders met verschillende achtergronden is gedeeld opvoederschap een grote uitdaging. Hun onderlinge verschillen in normen, waarden en regels kunnen leiden tot onbegrip en gevoelens van afwijzing. Daarom is het belangrijk dat pleegzorgprofessionals, ouders en en pleegouders aandacht besteden aan:

  • De wensen en behoeften van ouders en kinderen. Ouders kunnen hun kind bijvoorbeeld betrekken bij activiteiten die met hun cultuur of religie te maken hebben. Denk aan het vieren van bepaalde feestdagen.
  • Verliesbegeleiding voor ouders na een uithuisplaatsing en coaching van pleegouders in hun houding tegenover de ouders van het pleegkind.
  • Heldere afspraken over de samenwerking en het contact aan het begin van de plaatsing in het pleeggezin. Met ruimte om te praten over elkaars verwachtingen en behoeften.
  • Een goede samenwerking tussen ouders en pleegouders om loyaliteitsproblemen bij het kind te voorkomen. Hierdoor kan het kind zich zonder zorgen tussen beide werelden bewegen.
  • Positieve identiteitsontwikkeling. Deze rol ligt vooral bij pleegouders omdat zij dagelijks hiermee te maken hebben. Pleegkinderen hebben een positieve identiteit nodig om te 'overleven', vooral ook bij uitsluiting en discriminatie.

Het kind moet zoveel mogelijk betrokken worden bij het maken van afspraken. 

Handreiking: Identiteitsversterkend handelen in de pleegzorgMatching pleegkinderen en pleeggezinnenPublicatie: Pleegzorg begeleiden is een vak!Matching | Pleegzorg.nlIdentiteit en loyaliteit | Pleegzorg.nlCultuur en identiteit van een pleegkind | Pleegzorg.nlRekening houden met de afkomst bij de plaatsing | Pleegzorg.nl

  • Van de Koot-Dees, D., Noordegraaf, M., & Reitsma, B. (2023). Child of two worlds: How foster care workers perceive their skills in dealing with worldview differences in foster care. Child & Family Social Work, 1–12. https://doi.org/10.1111/cfs.13037
  • Van de Koot-Dees, D., Noordegraaf, M. & Reitsma, B. (2023). 'Alsof er twee engeltjes uit de hemel waren komen vallen'. Omgaan met culturele en levensbeschouwelijke verschillen in gezinshuizen. Pedagogiek, 43.1, 49-75. https://doi.org/10.5117/PED2023.1.003.KOOT
  • Zon, K.A.M. van der, (2020). Pleegrechten voor kinderen: Een onderzoek naar het realiseren van de rechten van kinderen die in het kader van een ondertoezichtstelling in een pleeggezin zijn geplaatst. Institute of Private Law, Faculty of Law, Leiden University.
  • Degener, C. J. Van Bergen, D. D., & Grietens, H. W. E. (2020). The ethnic identity complexity of transculturally placed foster youth in The Netherlands. Children and Youth Services Review, 113. doi: 10.1016/j.childyouth.2020.104957
  • Degener, C. J. Van Bergen, D. D., & Grietens, H. W. E. (2021). "Being one, but not being the same": A dyadic analysis on ethnic socialization in transcultural foster families in The Netherlands. Child & Family Social Work, 1–9. doi: 10.1111/cfs.128611-9
  • B.E.Bartelink, D.D. van Bergen, J. Vanderfaeillle, P. Vermeer, S. Saharso (forthcoming) Weaving webs of wellbeing. The ethics of navigating religious differences in orthodox Christian foster families with foster children of various backgrouend; Social Compass.
  • 2021 Moral Dilemmas in Foster Care Due to Religious Differences Between Birth Parents, Foster Parents, and Foster Children. Van Bergen, D., Saharso, S. Degener, C. Bartelink, B., & Vanderfaeillie, J., 30-Dec-2021, In: Child and Adolescent Social Work Journal.
  • Zeijlmans, K. (2019). Matching children with foster carers: the decision-making process of finding a non-kinship foster family for a child; University of Groningen.
Foto Hoda Yamani

Hoda Yamani

medewerker inhoud