Identiteitsontwikkeling van baby tot jongere

Tijdens het opgroeien leren kinderen en jongeren steeds meer over zichzelf. Ze ontwikkelen hun eigen karakter. En ze ontdekken wat ze belangrijk vinden en waar ze in geloven. Dit heet de identiteitsontwikkeling. Als kinderen zichzelf kennen en positief naar zichzelf kijken, hebben zij vaak meer zelfvertrouwen. In dit artikel lees je hoe kinderen en jongeren hun identiteit stap voor stap ontwikkelen.

Wat is identiteit?

Elk mens heeft een eigen identiteit. Een identiteit is wie je bent, hoe je denkt en wat je belangrijk vindt. Je identiteit is je hele leven in ontwikkeling. Ze wordt gevormd door verschillende onderdelen. Zoals het land, het dorp, de stad of de wijk waar je vandaan komt. Wie je familie, partner en ouders zijn. Wat je doet: thuis, op je werk of op school. En hoe je je gedraagt en wat je graag doet. Deze onderdelen vormen samen wie je bent: uniek en anders dan andere mensen. Het helpt je als je weet wie je bent. Bijvoorbeeld wat sterke en zwakke punten zijn en waar je blij van wordt. Als je een duidelijk beeld hebt van jezelf, kun je vaak beter keuzes maken en heb je meer zelfvertrouwen.

Hoe ontwikkelen kinderen en jongeren hun identiteit?

Jonge kinderen

Jonge kinderen leren langzaam dat dat ze niet één zijn met een ouder, maar een eigen persoon zijn met eigen gedachten en gevoelens. Een baby herkent zichzelf nog niet in de spiegel. Pas na de eerste verjaardag gaan kinderen zichzelf herkennen. Peuters gaan zichzelf vergelijken met andere kinderen in hoe ze eruitzien, wat ze leuk of niet leuk vinden en wat ze goed kunnen. Hierdoor weten ze steeds beter wie ze zelf zijn.

Kinderen ontwikkelen steeds meer een eigen wil. Ze krijgen bijvoorbeeld een mening over hun kleding. Kinderen leren langzaam dat iedereen eigen dingen denkt, voelt en wenst. En dat dit per persoon verschilt. Wat de één leuk vindt, vindt een ander niet leuk, of eng.

Kinderen krijgen inzicht in wie zij zijn, door zich te vergelijken met anderen. En door hoe anderen op hen reageren. Als je verrast reageert of bijvoorbeeld zegt: 'wat lief dat je je koekje deelt!' Dan geeft dit een kind een klein stukje informatie over zichzelf. En over wat jij belangrijk vindt. Als kinderen merken dat anderen hen leuk of aardig vinden, kijken ze ook positiever naar zichzelf. Dit geeft kinderen zelfvertrouwen.

Kinderen vinden het fijn als je als ouder lieve dingen zegt. Bijvoorbeeld wat je leuk vindt aan je kind. Of dat het knap is dat je kind iets nieuws probeert. Maar dit betekent niet dat je alleen maar complimenten mag geven. Het helpt je kind ook als je eerlijk bent. En dat je laat merken dat het normaal is dat niet alles lukt. Zeg bijvoorbeeld: 'moeilijk he, om te delen!'

Oudere kinderen

Als kinderen ouder worden gaan zij zich steeds meer met anderen vergelijken. Waarin lijk je op elkaar en wat zijn verschillen? Wat kun je goed, wat kunnen anderen beter? Hoe reageren anderen op jou en op een ander?

Jonge kinderen denken vaak positief óf negatief over zichzelf. Ze vinden zichzelf héél goed in iets of héél slecht. Oudere kinderen zien meer verschillen tussen mensen, en begrijpen dat je iets ook een beetje goed kunt, of niet zo goed. Ze kunnen eerlijker vergelijken met anderen en met zichzelf. 'Ik ben goed in rekenen, maar begrijpend lezen is nog moeilijk.' En ze merken dat het uitmaakt waar of met wie ze zijn: 'thuis ben ik vaak druk, maar op school ben ik vaak verlegen.' Hierdoor krijgen kinderen een steeds beter beeld van wie zij zijn en hoe anderen hen zien.

Jongeren

Jongeren ontwikkelen steeds meer een eigen identiteit die losstaat van hun ouders. Ze komen in nieuwe situaties, waarin zij zichzelf weer op een andere manier leren kennen. Bijvoorbeeld in een bijbaan, of in een relatie. Jongeren kunnen zich beter inleven in andere mensen en nadenken over hun plek in de maatschappij. Ze houden zich vaker met grote vraagstukken bezig zoals ongelijkheid, of het klimaat en willen vaak bijdragen aan een betere wereld of aan de mensen om hen heen.

Jongeren onderzoeken zichzelf en stellen zichzelf vragen over wie ze zijn en wat ze willen. Bijvoorbeeld: wat is voor mij belangrijk in mijn toekomstige werk? Wat past bij mij en waar ben ik goed in? Jongeren merken aan de reacties van anderen wat zij van hen vinden. Zij zijn extra gevoelig voor positieve en negatieve signalen van vrienden. Maar ook de mening van hun ouders blijft van invloed op hun zelfbeeld. Ook ideeën in de maatschappij zijn van invloed. Als jongeren merken dat zij niet geaccepteerd of gediscrimineerd worden, maakt hen dat onzeker of boos.

Deze zoektocht naar wie je bent en wie je wilt worden zorgt vaak voor verwarring en onzekerheid. Door verschillende dingen uit te proberen op verschillende plekken, merken jongeren steeds meer wie ze zijn en wat bij hen past. Als jongeren zichzelf een beetje kennen en weten wat belangrijk voor hen is, kunnen zij betere keuzes maken voor hun toekomst. Ook zijn ze dan vaak gemotiveerder om hun doelen te behalen, bijvoorbeeld om een opleiding af te ronden.

Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.

Hulp en advies voor ouders