Er is geen vaste leeftijd waarop kinderen uit huis gaan

Er is niet zoiets als de perfecte leeftijd waarop kinderen uit huis gaan. 18 jaar is bijvoorbeeld voor veel kinderen te vroeg. Sommigen zijn er in hun ontwikkeling nog niet aan toe, anderen zijn nog niet voldoende zelfstandig. Je kind moet wel geleerd hebben om met praktische zaken om te gaan, zoals het huishouden en geldzaken. Als ouder kun je je kind helpen om zelfstandiger te worden door dit soort dingen al op jongere leeftijd samen te bespreken en te oefenen. 

Het is goed om te bekijken wat er qua rechten en plichten verandert als kinderen uit huis gaan. Zo kan de 18e verjaardag van kinderen invloed hebben op het inkomen van ouders: de kinderbijslag en het kindgebonden budget stoppen dan. Houd daar rekening mee als je kind dan nog thuis woont. Als ouder ben je onderhoudsplichtig tot je kind 21 jaar is. Dit gaat over onderdak, kleding, eten, scholing en medische hulp. Dat geldt voor alle jongeren: studerend en niet studerend, werkend en niet werkend, en uitwonend en thuiswonend.

Gemiddelde leeftijd om uit huis te gaan

De meeste jongeren in Nederland verlaten het ouderlijk huis voor hun 30e. Gemiddeld gaan jongeren rond hun 24e het huis uit. Maar de gemiddelde leeftijd wordt steeds hoger, vooral doordat jongeren steeds moeilijker woonruimte kunnen vinden op de krappe woningmarkt. Tegenwoordig werken de meeste jongeren al wanneer ze uit huis gaan. Dit is voor iedereen anders. Het belangrijkste is dat je kind eraan toe is om op zichzelf te gaan wonen. 

Ook de woonsituatie thuis kan invloed hebben op de wens om zelfstandig te gaan wonen. Heeft je kind thuis genoeg ruimte voor zichzelf om zich te kunnen terugtrekken? Is het gezellig thuis, of zijn er veel spanningen?

Thuis blijven wonen biedt ook voordelen voor kinderen. Het is vaak goedkoper, veilig en vertrouwd. Bespreek met je kind wanneer en hoe het deze stap naar zelfstandigheid kan zetten. Het is belangrijk dat je er samen uitkomt, waarbij je rekening houdt met elkaars wensen en mogelijkheden.

Hoe kan ik mijn kind helpen om woonruimte te vinden?

Vanaf 18 jaar kan je kind zich inschrijven als woningzoekende voor huurwoningen. Het is vaak lastig geschikte woonruimte te vinden. Help je kind dat uit te zoeken en zorg dat de verwachtingen realistisch zijn. Je kind is een starter op de woningmarkt en het kan lang duren voordat er geschikte woonruimte beschikbaar is. Soms moet je kind genoegen nemen met iets kleins of iets tijdelijks. Vanaf 16 jaar kan je kind zich inschrijven voor studentenhuisvesting. De wachtlijsten kunnen lang zijn, maar het is wel zinvol om ingeschreven te blijven staan. Het kan ook later nog van pas komen.

Je kind kan ook woonruimte huren op de particuliere huurmarkt. Daar zijn geen wachtlijsten, maar doorgaans wel hogere huurprijzen. Op de website van de gemeente waar je kind een woning zoekt, staat veel informatie. Veel mensen vinden woonruimte via tips van anderen. Het helpt dus als jij als ouder je netwerk aanspreekt. Ook kun je denken aan het kopen van een woning voor of met je kind, als dat financieel mogelijk is.

Oefenen met zelfstandig worden

Er komt veel op jongeren af als ze voor het eerst zelfstandig gaan wonen. Je kunt ze hierop voorbereiden door ze thuis meer verantwoordelijkheid te geven. Verdeel huishoudelijke taken over alle gezinsleden. Spreek bijvoorbeeld vaste kookbeurten en wasbeurten af. Dit helpt bij het zelfstandig worden en geeft zelfvertrouwen. Jongeren staan sterker in hun schoenen als ze verantwoordelijkheid krijgen en leren om taken te plannen en af te werken. Leer ze zoveel mogelijk hoe je een huishouden runt. En laat je kind weten dat ze je altijd om advies kunnen vragen.

Het is goed voor jongeren om af en toe alleen te zijn. Dan kunnen ze wennen aan hoe dat voelt en hoe ze hiermee kunnen omgaan. Als ze groot genoeg zijn, kunnen ze zonder jou op vakantie. Of alleen thuisblijven als jij op vakantie gaat. Dit geeft ze de kans om helemaal voor zichzelf te zorgen, zonder de ouders als vangnet. Belangrijk is dat je contact houdt met je kind en het de ruimte geeft. Ook de ruimte om fouten te maken. Daarmee leert je kind steeds beter een eigen weg te vinden.