Mijn kind komt weer thuis wonen. Hoe ga ik daarmee om?

Terug naar het ouderlijk huis

Veel ouders zitten in deze situatie: jaarlijks keert bijna 5 procent van de jongeren terug naar het ouderlijk huis. Zij worden ook wel boemerangkinderen genoemd. Er zijn verschillende redenen waarom kinderen weer thuis gaan wonen. Bijvoorbeeld een verbroken relatie, geldgebrek of het stoppen met een studie of opleiding. Ook is het voor jongeren moeilijk om zelf een betaalbare woning te vinden. Het kan een fijne tijdelijke oplossing zijn dat ze weer bij je komen wonen.

Wennen en aanpassen

Tegelijkertijd kan het ook lastig en soms zelfs stressvol zijn als je kind weer thuis komt wonen. Je bent gewend geraakt aan de nieuwe fase in je leven. Je hebt meer tijd voor je partner en vrienden, of je bent aan een nieuwe hobby begonnen. Je deelt je tijd op een andere manier in en hebt je uitgavenpatroon aangepast. Als je kind weer thuis woont, heb je minder zeggenschap over hoe jij de dingen regelt. En je moet letterlijk de ruimte in huis weer delen.

Ook voor je kind is het wennen

Realiseer je dat ook je kind moet wennen aan de nieuwe situatie. Je kind is veranderd in de periode waarin het op zichzelf woonde. Het is meer volwassen, zelfstandig en verantwoordelijk geworden, en heeft een eigen huishouden gerund. Je kind heeft een eigen leven geleid, en is gewend geraakt aan privacy en aan het eigen keuzes maken. Jongeren in deze leeftijdsfase doen andere dingen en nemen andere beslissingen dan ouders, bijvoorbeeld over op stap gaan en uitslapen.

Hoe ga je ermee om?

Bij de meeste ouders en kinderen lukt het goed om weer samen te wonen. Soms ontstaan er spanningen, bijvoorbeeld doordat je als ouder weer de verzorgende rol op je neemt. Of doordat je je ergert aan de manier waarop je kind het huishouden regelt. Iets kleins kan dan tot een conflict leiden. Wat kun je doen om die spanningen te voorkomen?

Het belangrijkste is: bespreek met elkaar wat jullie wensen en verwachtingen zijn. Maak afspraken met elkaar over huishoudelijke taken en financiële zaken. Bespreek regelmatig met elkaar hoe het samenwonen bevalt, en of jullie iets anders willen doen of regelen.

Probeer er natuurlijk nog steeds voor je kind te zijn, maar op een andere manier dan voorheen. Je kind is waarschijnlijk volwassener geworden en in een nieuwe levensfase beland. Dit vraagt van jou dat je op een andere manier je ouderschap invult. Meer op afstand, maar wel ondersteunend naar je kind toe.

Misschien zijn er in je omgeving andere ouders bij wie een kind weer thuis woont, of die dat al hebben meegemaakt. Dan kan het fijn zijn om ervaringen te delen, en te horen hoe die ouders en jongeren zijn omgegaan met de veranderde situatie.