Onderwijsinspectie: Te veel talent onbenut

Het onderwijs is op 80 procent van de scholen in het basis- en voortgezet onderwijs van voldoende kwaliteit. Toch blijft nog te veel talent van leerlingen onbenut. Dat staat in De Staat van het Onderwijs 2025. Chaja Deen van het NJi: 'Als je betere leerresultaten wilt, heb je een veilige pedagogische omgeving nodig waarin iedereen zich kan ontwikkelen.'

In De Staat van het Onderwijs schetst de Onderwijsinspectie hoe het in schooljaar 2023-'24 ging met het Nederlandse onderwijs. Daarbij kiest de inspectie voor het thema 'onbenut talent'. Het talent van bijvoorbeeld kinderen met een taalachterstand of een extra ondersteuningsbehoefte en dat van jonge nieuwkomers blijft volgens de inspectie te vaak onbenut.

Talent tot bloei laten komen

Om het talent van alle leerlingen en studenten tot bloei te laten komen, moeten zij voldoende geletterd en gecijferd zijn en beschikken over sociale en maatschappelijke vaardigheden. Daarom noemt de inspectie lezen, schrijven, rekenen en burgerschap de sleutels voor participatie in de samenleving. Veel scholen hebben echter moeite het burgerschapsonderwijs goed vorm te geven in een samenhangend curriculum.

De meeste leerlingen en studenten gaan met plezier naar school, ziet de Onderwijsinspectie. En bijna alle scholen voldoen aan de wettelijke eisen voor sociale veiligheid. Ze hebben bijvoorbeeld een antipestbeleid en monitoren de sociale veiligheid van leerlingen. Wel vinden scholen het soms moeilijk om op te treden bij online pesten, polarisatie en discriminatie.

Leren en welbevinden hand in hand

Chaja Deen van het Nederlands Jeugdinstituut ziet in de verschillende thema's van De Staat van het Onderwijs het belang terugkomen van een pedagogische visie en een veilige, inclusieve cultuur. Daar is ze het mee eens. 'Leren en welbevinden gaan hand in hand. Als je betere leerresultaten wilt, heb je een veilige pedagogische omgeving nodig waarin iedereen zich gezien, gesteund en uitgedaagd voelt om zich te ontwikkelen. Niet alleen de kinderen, maar ook het schoolteam.'

Burgerschap is een breed onderwerp, vertelt Deen. 'Het gaat niet alleen over het burgerschapsonderwijs, maar ook over de minimaatschappij die je als school bent. De wereldproblemen komen de school binnen: armoede, oorlog, discriminatie en polarisatie. Je hebt een veilige omgeving nodig om daarover in gesprek te gaan. Een omgeving waarin mensen naar elkaar luisteren.'

Pedagogisch en didactisch klimaat

'Om hun maatschappelijke opdrachten aan te pakken, is het nodig dat scholen kiezen wat voor pedagogisch en didactisch klimaat ze willen. Wat voor school willen ze zijn? Hoe zorgen ze voor voldoende steun voor medewerkers en leerlingen? Hoe betrekken ze belangrijke personen en organisaties van buiten de school? En hoe zorgen ze daarbij voor samenhang in hun aanpak, zodat de inzet op burgerschap, gelijke kansen, sociale veiligheid, welbevinden of inclusie geen losse sporen zijn? Scholen kunnen daarvoor de beschikbare kennis en steun benutten, maar komen daar in de waan van de dag niet altijd aan toe.'

Scholen kunnen volgens Deen niet zonder de buitenwereld investeren in het welbevinden van medewerkers en leerlingen. 'Binnen de school doe je dat met je team. En buiten de school samen met de rest van de brede pedagogische basis. Met de ouders, met de kinderopvang, het jongerenwerk, het wijkteam, het samenwerkingsverband passend onderwijs, de gemeente en de sportvereniging. Als school sta je er niet alleen voor.'

Bericht Inspectie van het OnderwijsDe Staat van het Onderwijs

Wil je elke week een overzicht van ons nieuws voor en over het jeugdveld? Meld je aan voor onze gratis Nieuwsbrief Jeugd.