Ik vermoed kindermishandeling bij een leerling. Wat moet ik doen?

Merk je op school dat het onveilig is bij een leerling thuis? Als onderwijsprofessional kun je veel voor een leerling betekenen. Je kunt luisteren, steun bieden en hulp inschakelen, zodat er meer veiligheid en rust komt in het gezin. Op deze pagina lees je wat je kunt doen.

Wat is kindermishandeling?

Kindermishandeling is elke vorm van mishandeling die voor een kind bedreigend of gewelddadig is. Niet alleen lichamelijk geweld, maar ook emotionele mishandeling of verwaarlozing. We spreken van kindermishandeling als de ontwikkeling en gezondheid van een kind wordt bedreigd door iemand waarvan het afhankelijk is.

Handelen bij signalen van kindermishandeling

Signalen van kindermishandeling of verwaarlozing zijn bijvoorbeeld gedragsverandering, slechte concentratie of als een leerling vertelt over heftige ruzies thuis. Als je kindermishandeling vermoedt, volg je de stappen van de meldcode. Je brengt de signalen in kaart en zoekt bewijzen. Hierbij ga je na welke signalen er zijn die zorgen voor een negatieve ontwikkeling van de leerling. Wil je hulp bij het doorlopen van de meldcode? Gebruik het Kompas. Ondersteuningsinstrument signaleren huiselijk geweld en kindermishandeling.

Is er acute onveiligheid? Bespreek het met collega's en neem direct contact op met Veilig Thuis.

Doe het niet alleen

Wanneer je je zorgen maakt over een gezin, kun je terecht bij collega's. Vraag de intern begeleider of zorgcoördinator om mee te denken over de vervolgstappen. Elke school heeft een aandachtfunctionaris huiselijk geweld en kindermishandeling. Ook zij kunnen je adviseren en steunen. Maak ook gebruik van de expertise van andere professionals. Vraag bijvoorbeeld wijkprofessionals te ondersteunen in het gezin.

Tijdens of na een melding

Wanneer er een melding wordt gedaan of een gezin krijgt ondersteuning, blijf dan in contact en informeer het gezin over de stappen die worden genomen. Spreek je verwachtingen uit en geef helder aan wat het gezin en andere professionals van je kunnen verwachten. Noem bijvoorbeeld waar en wanneer je bereikbaar bent. Vraag ook hoe de gezinsleden het gesprek of traject ervaren en waar behoefte aan is. Dit kan over tijd veranderen, dus blijf dit regelmatig doen. Blijf alert en betrokken, ook als een gezin een traject bij Veilig Thuis heeft afgerond.

Agnes Derksen

Agnes Derksen

senior medewerker inhoud