Hoe kun je als professional onderadvisering tegengaan?
Het schooladvies aan het eind van de basisschool is belangrijk voor de verdere schoolloopbaan en de kansen van leerlingen. Door een passend en kansrijk advies krijgen zij de mogelijkheid om zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. Onderadvisering belemmert juist hun ontwikkeling en de kansen die zij krijgen. Hoe kun je als onderwijsprofessional onderadvisering voorkomen en kansrijk adviseren?
Wat is onderadvisering?
Basisschoolleerlingen krijgen in groep 8 advies over het niveau in het voortgezet onderwijs dat hun school het meest geschikt voor hen vindt. In de praktijk blijken sommige groepen leerlingen structureel een lager advies van de school te krijgen dan ze in potentie aankunnen. Dit heet onderadvisering.
Lees meer over onderadvisering
Hoe ontstaat onderadvisering?
Het schooladvies is een inschatting die je als leerkracht onder andere baseert op de toetsresultaten en op kenmerken van de leerling, zoals gedrag en motivatie. Jouw verwachtingen als leraar hebben grote invloed op de prestaties van leerlingen. En dit geldt ook voor het schooladvies dat je geeft.
Onderadvisering treft vooral leerlingen die:
- opgroeien in gezinnen met een lagere sociaaleconomische positie
- een migratieachtergrond hebben
- in minder stedelijke gebieden wonen
- ouders hebben die niet op hbo-niveau of universitair zijn opgeleid
Hoe kun je onderadvisering voorkomen?
Om onderadvisering te voorkomen is het belangrijk dat je je als leraar bewust bent van je eigen verwachtingen en onbewuste vooroordelen. Daarom:
- Probeer je eigen onbewuste vooroordelen te herkennen en te minimaliseren. Reflecteer regelmatig op je eigen keuzes en bespreek ze met collega's. Op Je bewust worden van je vooroordelen lees je meer over vooroordelen, hoe ze ontstaan en hoe je ze bij jezelf kunt herkennen.
- Met de Interactieve simulatie Basisschooladvies kun je inzicht krijgen in wat je bewust én onbewust meeweegt bij het opstellen van het schooladvies. Door deze simulatie te doen krijg je feedback en tips.
- Ontwikkel een optimistische houding. Bij het adviseren kun je op twee manieren naar leerlingen kijken. Je kunt eraan twijfelen of een leerling een bepaald schoolniveau aankan, bijvoorbeeld omdat de thuissituatie ingewikkeld of minder stimulerend is. Maar je kunt ook optimistisch zijn en bedenken dat de leerling ondanks die moeilijke thuissituatie veel potentie heeft en meer kan bereiken in een stimulerende omgeving. Geef de leerling het voordeel van de twijfel en een dubbel advies met een ontwikkelingsperspectief naar een hoger niveau. Bijvoorbeeld de theoretische leerweg van het vmbo én voor de havo. Zo kan de leerling in het voortgezet onderwijs ontdekken welk niveau het beste past.
Ouders en leerlingen betrekken bij het schooladvies
Het is ook belangrijk om als onderwijsprofessional met ouders en leerlingen hun onderwijswensen te bespreken en een realistische inschatting te maken van wat leerlingen aankunnen. Daarom:
- Houd ouders op de hoogte van de ontwikkeling van hun kind, ga erover in gesprek en vraag naar hun mening en inzicht. Spreek duidelijk je verwachtingen uit over de leerling wanneer je denkt dat een leerling meer kan of dat het de leerling juist te veel wordt.
- Gebruik bij je beslissing over het schooladvies de informatie die ouders je geven over de leerling, bijvoorbeeld over talenten die op school niet tot uiting komen. Wees wel voorzichtig met het meewegen van belemmeringen in de thuissituatie. Die hoeven niet te betekenen dat de leerling minder aankan op school. Daarnaast kan de omgeving veranderen en in de toekomst wel stimulerend zijn. Het hebben van hoge en realistische verwachtingen loont bij iedere leerling.
- Leg duidelijk uit hoe het schooladvies tot stand komt en wat daarvoor allemaal meetelt. Dit is vooral belangrijk bij ouders die minder bekend zijn met het Nederlandse onderwijssysteem, de Nederlandse taal minder goed beheersen of die andere verwachtingen hebben van het advies. Zo voorkom je miscommunicatie of verkeerde verwachtingen.
- Betrek leerlingen zo vroeg mogelijk bij gesprekken over hun ontwikkeling, in ieder geval vanaf het voorlopig advies in groep 7. Praat over hun wensen en geef ze inzicht in onderdelen die ze daarvoor nog moeten ontwikkelen. Zo krijgen ze meer zicht en grip op het schooladvies.
Wanneer en hoe stel je als leerkracht het schooladvies bij?
Het schooladvies moet naar boven worden bijgesteld als een leerling hoger heeft gescoord op de doorstroomtoets, dan op basis van het voorlopig schooladvies werd verwacht.
Adviezen daarvoor vind je in hoofdstuk 6 van de Handreiking schooladvisering van de Rijksoverheid.
Lees ook
-
Het schooladvies en onderadvisering
Het schooladvies en onderadviseringSommige leerlingen krijgen een lager advies dan ze aankunnen. Dit heet onderadvisering. Wat is het precies en hoe komt het tot stand?
-
Hoe kan een school werken aan kansengelijkheid?
Hoe kan een school werken aan kansengelijkheid?Voor wieProfessionalsDe verschillen tussen leerlingen worden steeds groter. Wat kun je als school en als leraar doen om kansengelijkheid te bevorderen?
-
Samenwerken om als school kansengelijkheid te bevorderen
Samenwerken om als school kansengelijkheid te bevorderenVoor wieProfessionalsDoor samenwerking met andere organisaties kun je je inzetten voor de ontwikkeling van kinderen binnen én buiten de school.
-
Hoe werk ik aan partnerschap tussen ouders en school?
Hoe werk ik aan partnerschap tussen ouders en school?Voor wieProfessionalsPartnerschap houdt in dat iedereen op basis van gelijkwaardigheid meedenkt en bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen.