Wat is kansenongelijkheid in het onderwijs?

Kansenongelijkheid in het onderwijs heeft de afgelopen jaren flink wat aandacht gekregen. Cijfers van de onderwijsinspectie uit 2019 en 2020 en van McKinsey uit 2020 laten zien dat de ongelijkheid tussen scholen en leerlingen de afgelopen jaren is toegenomen. De coronapandemie heeft die ongelijkheid nog meer blootgelegd omdat sommige leerlingen bijvoorbeeld geen laptop of computer thuis hadden, of omdat ouders ze niet konden helpen met hun schoolwerk. Ook vergrootte het thuisonderwijs de verschillen tussen leerlingen in leerprestaties.

Wat is kansenongelijkheid in het onderwijs?

Van kansenongelijkheid is sprake als leerlingen met dezelfde talenten door hun specifieke achtergrond niet dezelfde resultaten behalen in het onderwijs.

Het schoolsucces van kinderen en jongeren wordt behalve door de input van de school beïnvloed door verschillende factoren, zoals de sociaaleconomische positie van ouders, de sociale steun waar leerlingen een beroep op kunnen doen en de taalvaardigheid van ouders, zowel in het Nederlands als een eventuele andere taal. Daarnaast spelen ook vooroordelen en discriminatie een rol in de kansen die kinderen in het onderwijs krijgen.

De achtergrond van leerlingen speelt een grote rol in de schooladviezen die zij krijgen, de verwachtingen die leraren van hen hebben en het onderwijsaanbod dat zij krijgen. Hier komt ook de bekende uitspraak vandaan dat het voor je schoolcarrière uitmaakt waar je wieg staat. Van gelijke kansen is sprake als de achtergrond van leerlingen geen rol speelt in het schoolsucces dat zij kunnen behalen.

Kansenongelijkheid in het onderwijs: twee visies

In de literatuur en in het maatschappelijk debat over gelijke kansen in het onderwijs bestaan verschillende visies op kansenongelijkheid. De twee meest besproken visies hebben tegengestelde uitgangspunten:

Gelijke investering

Vanuit deze visie is er kansengelijkheid als alle leerlingen dezelfde behandeling krijgen. Alle leerlingen volgen hetzelfde onderwijs en krijgen dus dezelfde kansen.

Het probleem van deze visie op gelijke kansen is dat leerlingen geen gelijke startpositie hebben en dat de buitenschoolse omgeving van leerlingen, thuis en buitenshuis, enorm kan verschillen. Die omgeving speelt ook een rol in het schoolsucces dat leerlingen kunnen behalen. Daardoor kan een gelijke behandeling bij verschillende leerlingen leiden tot ongelijke uitkomsten.

Ongelijke investering

Deze visie gaat uit van een passende, en dus soms ongelijke, investering om tot gelijke uitkomsten te komen. In sommige gevallen is een gelijke behandeling onvoldoende om tot gelijke uitkomsten te komen, maar moet er worden gecompenseerd voor belemmerde factoren die invloed hebben op het leer- en ontwikkelproces van leerlingen.

Bekijk ook onderstaande video over waarom er kansenongelijkheid is in het onderwijs.

Videobeschrijving

Waarom is er kansenongelijkheid in het onderwijs?

Wat is de invloed van de buitenschoolse omgeving?

Zoals bij de eerste visie is beschreven, verschilt de buitenschoolse opgroei- en opvoedomgeving van leerlingen. Die omgeving en de mogelijkheden die leerlingen buitenschools hebben, worden beïnvloed door het sociaal en cultureel kapitaal van leerlingen en ouders.

Het sociaal kapitaal bestaat uit het netwerk en de hulpbronnen waarvan ouders, leerlingen of gezinnen gebruik kunnen maken. En het cultureel kapitaal bestaat uit de kennis, opleidingen en vaardigheden die zij hebben. Naast titels en diploma's kan die kennis ook bestaan uit gedrag, bijvoorbeeld hoe je praat of hoe je je kleedt. Het sociaal en cultureel kapitaal dat leerlingen tot hun beschikking hebben, is dus sterk afhankelijk van het gezin en de wijk waarin zij opgroeien. Verschillen in dit kapitaal kunnen het onderwijsleerproces bemoeilijken waardoor leerlingen hun capaciteiten niet volledig kunnen ontwikkelen en inzetten.

Willen we zorgen voor gelijke kansen, dan moeten leerlingen worden ondersteund in de dingen die ze van huis uit niet, minder of anders meekrijgen, bijvoorbeeld educatieve uitjes of hulp bij schoolwerk thuis. Voor deze ondersteuning bestaan verschillende initiatieven om leerlingen in hun specifieke behoeften te voorzien.

Daarnaast is het belangrijk om in te zien dat leerlingen vaak beschikken over waardevolle vaardigheden die niet volledig tot hun recht komen in het onderwijssysteem. Het is van groot belang om meer waardering voor die diversiteit te creëren.

Rol van de samenleving en het onderwijs

Onderwijsongelijkheid blijkt een hardnekkig en complex probleem. Dit komt mede doordat kansengelijkheid niet wordt veroorzaakt door één enkele factor. Kansenongelijkheid zit geworteld in de maatschappij, in verschillende onderliggende mechanismen in de leefwerelden van kinderen en jongeren. Het zit in 'het systeem', de wijk en de sociale omgeving van leerlingen. Ook in de Nederlandse samenleving bestaat veel ongelijkheid.

Het onderwijs kan deze ongelijkheid niet volledig compenseren. Voor meer gelijke kansen zijn ook andere partijen aan zet. Desondanks kan het onderwijs wel een mooie bijdrage leveren aan het vergroten van de kansengelijkheid van leerlingen. Leerlingen brengen aanzienlijk veel tijd door in het onderwijs. Het onderwijs kan de ongelijkheid tussen leerlingen verminderen, maar als er geen aandacht is voor gelijke kansen kan het de ongelijkheid ook versterken of zelfs vergroten. Kortom, het onderwijs heeft een belangrijke rol en kan een cruciale bijdrage leveren aan het bevorderen van kansengelijkheid.

  • Agirdag, O., Biesta, G., Bosker, R., Kuiper, R., Nieveen, N., Raijmakers, M. en Boogaard, M. (2021). Kaders voor kansen. Naar een beoordelingskader kansengelijkheid voor het funderend onderwijs. Verdiepende studie Wetenschappelijke Curriculumcommissie.
  • Cummins, J. (1979). Cognitive/academic language proficiency, linguistic. interdependence, the optimum age question and some other matters. Working Papers on Bilingualism, 19, 121-129.
  • Leijgraaf, M., Gaikhorst, L., & Volman, M. (2021). Kansengelijkheid in het onderwijs: een. Tijdschrift voor Lerarenopleiders, 42, 4.
  • Elffers, L. (2022). Onderwijs maakt het verschil. Kansengelijkheid in het Nederlandse onderwijs. Walburg Pers, Zutphen. 
  • McCracken, M. (2017) Translanguaging as a tool to preserve L1 languages and promote multilingualism.  
  • Notten, N., Kieft, M., Samenleving, L. G., & Zwolle, H. W. (2022). Kansenongelijkheid in het onderwijs: met de blik op het oosten.
  • Van den Bergh, L., Denessen, E. & Volman, M. (2020). Werk maken van gelijke kansen. Didactief Onderzoek. Berchem.
  • Financiering aanpak onderwijsachterstanden (Rijksoverheid).
Geen foto van de persoon aanwezig

Fatima-Zohra Charki

senior onderzoeker en adviseur