Gedeeld eigenaarschap: de stem van leerlingen in hun leerproces

Als het gaat over het versterken van de stem van leerlingen in hun eigen leerproces wordt vaak de term 'eigenaarschap' gebruikt. Deze term kan de verwachting scheppen dat leerlingen de volledige verantwoordelijkheid hebben voor hun leerproces. Maar leerkrachten spelen juist een cruciale rol in de begeleiding en ondersteuning. Hoe kan eigenaarschap van leerlingen eruitzien? En hoe kun je dit als leerkracht bevorderen?

Leerling en leerkracht samen eigenaar leerproces

Eigenaarschap ontstaat door een wisselwerking tussen de leerling, de context waarin de leerling leert, en de begeleiding van de leerkracht. Een leerling betrekken bij het eigen leerproces is niet iets dat eenmalig gebeurt en daarna kan worden losgelaten. Dit proces is continu en dynamisch: eigenaarschap vraagt om voortdurende ondersteuning en bijsturing door de leerkracht, afhankelijk van de competenties en ontwikkelingsfase van de leerling.

De leraar is verantwoordelijk voor het leerproces en de begeleiding, maar niet volledig eindverantwoordelijk voor de uiteindelijke leerresultaten. Deze worden door verschillende factoren beïnvloed, zowel binnen als buiten de school. Niet alle leerlingen zijn op hetzelfde moment klaar om evenveel verantwoordelijkheid te dragen. Ze leren samen met de leraar verantwoordelijkheid te nemen voor hun leerproces, waardoor ze hier samen eigenaar van worden. 

Manieren voor bevorderen eigenaarschap leerlingen 

Er zijn verschillende manieren om eigenaarschap bij leerlingen te bevorderen. Dit vraagt altijd om een zorgvuldige balans tussen begeleiding en het bieden van autonomie. Op onderstaande drie manieren kan de leerkracht een leerling begeleiden:

1. Eigen doelen stellen

Een doel geeft richting aan het leren en helpt focussen tijdens het oefenen met lesstof. Als leerlingen dit doel zelf of samen met de leerkracht opstellen, vergroot de kans dat ze het doel behalen. Door mee te beslissen over de doelen worden onderwijsdoelen meer eigen. Dit kan de motivatie bevorderen. Ook dit is een wisselwerking van begeleiding van de leerkracht en de eigen input van de leerling. 

Mindmap en succescriteria

Je kunt hiervoor met de leerling een mindmap maken over een groter doel, en van daaruit kiezen waar de focus de komende tijd ligt. Bedenk samen met de leerling wat succescriteria zijn om het leerdoel te behalen. Succescriteria kunnen helpen om het doel op te splitsen in kleine stappen. Op die manier is het ook duidelijker voor een leerling hoe deze aan het doel kan werken. Meer hierover kun je lezen op SLO.nl.

Schijnautonomie voorkomen

Wees je ervan bewust dat keuzes die leerlingen over hun doelen maken vaak gestuurd worden door de leerkracht. Dit kan leerlingen een gevoel van schijnautonomie geven. Het is daarom belangrijk om duidelijk uit te leggen welke keuzes leerlingen werkelijk hebben en welke niet. En binnen welke kaders. Een gezamenlijke afstemming tussen leerling en leerkracht kan helpen om het gevoel van schijnautonomie te verminderen.

2. Regie hebben over het leerproces

Het vraagt veel van leerlingen om regie over hun eigen leerproces te hebben. De leerstrategieën die leerlingen daarvoor nodig hebben, ontwikkelen ze niet vanzelf. Toch helpen deze strategieën in het bevorderen van eigenaarschap bij leerlingen. Als leerkracht doe je deze voor en stel je ondersteunende vragen. Een combinatie van verschillende strategieën zijn het meest effectief. Bijvoorbeeld door vooraf zelf te plannen, te voorspellen en deze achteraf te evalueren.

Wil je meer lezen over de verschillende leerstrategieën? Kijk dan op kennisrotonde.nl.

Een risico van overbelasting

Vooral jongere leerlingen kunnen overbelast raken als ze meer verantwoordelijkheid krijgen dan ze kunnen dragen. Het is daarom essentieel dat leerkrachten goed inschatten hoeveel regie een leerling aan kan en op welk moment extra begeleiding nodig is. Je voorkomt overmatige druk en stress door langzaam op te bouwen en steeds meer verantwoordelijkheid te geven naarmate leerlingen beter worden in zelfregulatie. 

3. Evalueren van het leerproces

Om eigenaarschap te bevorderen, is het goed als leerlingen reflecteren op hun eigen leerproces. Het doel is om leerlingen bewust te maken van hun eigen leerproces en erachter te komen welke manier van leren het beste bij hen past. Een les wordt daardoor méér dan een instructie met een taak om de aangeboden stof te verwerken. Leraren creëren rijke leersituaties waarin leerlingen ook leren om te leren. Leraren kunnen dit ondersteunen door leerlingen passende terugkoppeling te geven en samen te evalueren.

Middelen voor bevorderen eigenaarschap leerlingen 

Leerkrachten kunnen een aantal middelen inzetten om leerlingen bewust met hun leerproces aan de slag te laten gaan. Deze middelen vergroten het eigenaarschap.

Takenkaart

Een takenkaart kan de taakadministratie en keuzetaken duidelijk weergeven. Op een takenkaart worden zowel taken als bijbehorende doelen weergegeven. Er is een onderscheid tussen doe- en doeltaken: 

  • Doe-taken worden ook wel keuzetaken genoemd. Naast het feit dat elke leerling op een ander tempo werkt, leren leerlingen ook op verschillende manieren. Door middel van doe-taken kan dit ondervangen worden.
  • Bij doeltaken kunnen leerlingen zelf kiezen hoe ze aan hun doelen werken. De focus verschuift hiermee van het afronden van een taak naar het behalen van een specifiek doel met behulp van de taak.

Portfolio

Een portfolio is een verzameling van alle mogelijke soorten werkbladen, taken, werkstukken, verslagen en creatieve producten. Het portfolio kan een grote map zijn, maar ook een lade in een kast. Door zelf een portfolio samen te stellen, neemt de leerling verantwoordelijkheid voor het eigen leren. Het is een hulpmiddel om de leerling te laten nadenken over het eigen handelen. Dit draagt bij aan het maken van keuzes die van belang zijn voor de voortgang van de eigen ontwikkeling. Het portfolio is een persoonlijk instrument dat niet wordt vergeleken met andere leerlingen. 

Er zijn een paar fasen te onderscheiden bij het samenstellen van een portfolio:

  • Verzamelen: in deze fase laten leerlingen zien wat ze graag doen, welke aanpak ze het fijnst vinden en wat ze nog willen leren.
  • Selecteren: in deze fase stellen leerlingen vast wat ze willen bewaren, bijstellen of vervangen. Het is hierbij van belang de leerlingen weten wat de inhoud van het portfolio moet zijn.
  • Reflecteren: reflecteren is een belangrijk onderdeel van het portfolio. Het is belangrijk om het reflecteren zo veel mogelijk als een continu proces te gebruiken.
  • Presenteren: deze fase kan in meerdere varianten worden uitgevoerd. Het presenteren kan voor klasgenoten, de leerkracht of de ouders.

Wil je meer lezen over het portfolio, kijk dan op wij-leren.nl.

Een veilig klasklimaat en een goede leerkracht-leerlingrelatie zijn essentieel voor het bevorderen van eigenaarschap. Meer informatie hierover vind je op de pagina Bijdragen aan een positief pedagogisch klimaat in de klas.

Foto Petra van Es

Petra van Es

medewerker inhoud
p.vanes [at] nji.nl