Welke partijen heb ik nodig?
Om een gezamenlijk vraagstuk aan te pakken, zijn mensen en organisaties vanuit verschillende werkvelden en leefdomeinen van kinderen en jongeren nodig. Denk aan gemeenten, onderwijs, opvang, jeugdgezondheidszorg, welzijn, jeugdhulp en veiligheid. Dit betekent ook dat samenwerking nodig is binnen de gemeentelijke organisatie: tussen jeugdgezondheidsbeleid, jeugdbeleid, veiligheidsbeleid en onderwijsachterstandenbeleid. Zoek de mensen en organisaties op die een rol spelen bij het vraagstuk waar je mee bezig bent.
Een vraagstuk binnen jouw organisatie
Heb je geen inzet van andere partijen nodig? Dan kun je in je eigen organisatie aan de slag gaan door opgavegericht te werken. Kijk aan de hand van het vraagstuk wie je intern nodig hebt om het vraagstuk verder te brengen en betrek deze mensen erbij. Werk je bijvoorbeeld bij de gemeente en raakt het vraagstuk aan andere domeinen zoals werk en inkomen, vrijetijdsbesteding of veiligheid? Of heb je als onderwijsinstelling zicht nodig op strategisch, tactisch en uitvoeringsniveau? Betrek dan deze mensen bij het aanpakken van het gezamenlijke interne vraagstuk.
Jongeren en ouders
Wat het vraagstuk ook is, je hebt altijd ouders en jongeren nodig. Hun perspectief is essentieel, omdat zij zelf het beste kunnen aangeven wat nodig is en waar ze behoefte aan hebben. Ook spelen ze spelen zelf een belangrijke rol bij het behalen van de beoogde resultaten. Betrek jongeren en ouders daarom gedurende het hele proces. Meer informatie over het betrekken van jongeren en ouders lees je in de Handreiking duurzame jongerenparticipatie.
Hoe zorg ik dat anderen samenwerken belangrijk vinden?
Neem initiatief in het contact met betrokken partners en betrek hen bij het proces. Maak helder waarom zij worden betrokken. Het is belangrijk om de stappen in het proces zoveel mogelijk met elkaar te zetten. Maak bijvoorbeeld samen met betrokken partners een analyse van hoe het met kinderen en jongeren gaat. Analyseer en interpreteer de beelden in een gezamenlijk gesprek en kom op basis daarvan tot een gezamenlijke ambitie. Of breng samen het aanbod aan activiteiten in kaart en bespreek met elkaar hoe dit aanbod bijdraagt aan het maatschappelijke vraagstuk.
Om te zorgen voor een gezamenlijke visie en urgentie, helpt het vaak om het vraagstuk zo concreet mogelijk te maken. Zo kan het gaan over overgewicht of schooluitval. Hierdoor worden gesprekken minder abstract en komen visies dichter bij elkaar. Ook zorgt concrete taal dat deelnemers zich meer betrokken voelen.
Aan de slag
Vraag iedereen hoe groot zij de urgentie van het vraagstuk vinden. Vraag hoe iedereen kijkt naar de samenwerking met andere partners. Bepaal daarna samen wat het gezamenlijke vraagstuk is. Probeer niet om dit tot in de puntjes te verwoorden. Streef ernaar om in deze eerste fase met elkaar helder te krijgen wat jullie opvalt en tegen welke kwesties jullie aanlopen. Bekijk voor concrete handvatten en tips het werkblad over samenwerken.
Naar het werkblad
Raadpleeg ook de Veelgestelde vragen over het Kwaliteitskompas.