Integraal en kindgericht armoedebeleid

Gemeenten hebben niet altijd beleid dat gericht is op kinderen in armoede. Vaak wordt vanuit verschillende beleidsdomeinen gewerkt aan armoede en daarnaast vanuit het jeugdbeleid de participatie van kinderen gestimuleerd. De Kinderombudsman heeft opgeroepen om kinderarmoede integraal aan te pakken en het kind centraal te zetten. Wat betekent dat voor het beleid? 

Integraal armoedebeleid op verschillende niveaus

Het woord integraal heeft in het beleid voor kinderen in armoede twee betekenissen: integraal wat betreft de verschillende leefomgevingen van het kind en integraal in de zin dat het de beleidsdomeinen overstijgt. De redenen daarvan zijn: 

  • Het is belangrijk om oog te hebben voor de verschillende leefomgevingen van het kind: thuis, school, vrije tijd en buurt. Richt beleid daarom zowel op het bestrijden en verzachten van armoede zelf, als op hulp die gericht is op de sociale, mentale en lichamelijke ontwikkeling van kinderen. Volgens de Kinderombudsman is veel aanbod gericht op activiteiten buitenshuis en te weinig op de instabiele en onzekere thuissituatie van kinderen. Kinderen in armoede maken zich vaak zorgen over hun ouders en hebben last van de spanningen in huis. In het beleid is er niet altijd genoeg aandacht voor de ouders als opvoeders, bijvoorbeeld bij het begeleiden naar werk, schuldhulp of inburgering.  Een goede aanpak is daarom gericht op alle leden van het gezin, en soms zelfs de grootouders. Niet alleen het kind, maar het hele gezin moet in beeld zijn. 
  • Een gezin in armoede heeft te maken met meerdere beleidsdomeinen: werk en inkomen, huisvesting, zorg, opvoeding, veiligheid, gezondheid en de fysieke leefomgeving. Om armoede duurzaam aan te pakken is een domeinoverstijgende aanpak nodig. Wijkgericht werken kan hier soms een uitkomst bieden, maar integrale samenwerking is niet alleen te regelen in de uitvoering. Integrale samenwerking moet geborgd worden op drie niveaus: bestuur, beleid en management, en uitvoering. Dit vraagt dus om structurele afstemming en samenwerking tussen beleidsdomeinen waarin het kind centraal staat. Lees meer hierover op pagina  Lokaal integraal samenwerken rond armoede.

Het kind centraal

Als het om kinderen gaat, hoort hun ontwikkeling het uitgangspunt te zijn voor beleid en uitvoering. Het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind van de Verenigde Naties, ondertekend in 1989, is hiervoor het fundament. Dat betekent dat je ook in het beleid voor gezinnen in armoede denkt vanuit het perspectief van het kind en vooropstelt wat voor het kind het beste is. Daarom is het belangrijk om ouders en kinderen altijd te vragen hoe het met ze gaat. Vraag of ouders zich zorgen maken over hun kinderen en wijs ze op ondersteuningsmogelijkheden. Denk ook aan het welzijn van kinderen bij aanvragen voor uitkeringen, participatie- en inburgertrajecten, en huisvestingsvragen. 

Handvatten voor het maken van beleid rondom gezinnen in armoede vind je in het Stappenplan Effecten van armoede in gezinnen verminderen

Voorbeelden

Waalwijk

De gemeente Waalwijk werkt in het project De Sterkste Schakel aan het doorbreken van armoede in samenwerking met Tilburg University en inzichten vanuit de cognitieve neuropsychologie. De aanpak in het project volgt een drietrapsmodel: met een gezinscoach wordt achtereenvolgens gewerkt aan stabiliteit, economische vooruitgang en zelfredzaamheid.

Groningen

De gemeente Groningen werkt aan het verminderen van het aantal gezinnen in armoede. Vijfhonderd gezinnen krijgen begeleiding van een ervaringsdeskundige buddy. Hierbij is het gezin leidend. Eerst wordt gewerkt aan rust en bestaanszekerheid. Vervolgens wordt de stap gezet naar perspectief voor de toekomst. Uiteindelijk wil de gemeente participatie vergroten en ouders helpen financieel onafhankelijk te worden. Lees meer op Kansen voor Kinderen uit gezinnen in armoede.

Hannes van de Ven

Hannes van de Ven

onderzoeker / adviseur