Inzet van jeugd- en gezinswerkers op scholen in Midden-Limburg

In Midden-Limburg werken zeven gemeenten al langere tijd samen om jeugdhulp toegankelijker en beter zichtbaar te maken binnen het onderwijs. Met dit doel voor ogen hebben zij besloten om jeugd- en gezinswerkers vanuit het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) direct in te zetten op alle scholen in het primair en voortgezet onderwijs, inclusief speciaal onderwijs. Deze aanpak zorgt ervoor dat ondersteuning altijd dichtbij is voor leerlingen, ouders en onderwijsprofessionals.

Aanleiding: betere toegang tot jeugdhulp 

De regio Midden-Limburg, bestaande uit de gemeenten Echt-Susteren, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Roerdalen, Roermond en Weert, heeft samen deze werkwijze omarmd. De regio werkt met één Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), dat in iedere gemeente een eigen locatie en gemeenteteam heeft. Het CJG biedt vrij toegankelijke jeugdhulp, en legt zoveel mogelijk de verbinding met het onderwijs, de kinderopvang, huisartsen en verenigingen.

Succesvolle pilots

Ondanks de aanwezigheid van het CJG in de regio, bleek dit niet altijd voldoende om vroegtijdig signalen op te vangen. Er was behoefte aan een meer directe en laagdrempelige toegang tot jeugdhulp voor zowel leerlingen, ouders en onderwijsprofessionals.

Tot 2015 was er vanuit het CJG weinig aandacht voor collectieve preventieactiviteiten. In de voorbereiding op de invoering van de Jeugdwet hebben de Midden-Limburgse gemeenten daarom intensief overleg gevoerd met onderwijsbesturen en jeugdhulporganisaties. Vanuit daar is geëxperimenteerd met een nieuwe manier van werken, in de vorm van pilots op verschillende scholen, waarbij jeugd- en gezinswerkers van het CJG op scholen werden ingezet. Hierbij is vooral ingezet op vroegsignalering en integraal werken. Dit werd als zeer succesvol ervaren. Bij de invoering van de Jeugdwet is deze manier van werken daarom geïmplementeerd op alle scholen.

Preventie, vroegsignalering en ondersteuning 

De jeugd- en gezinswerkers spelen een belangrijke rol in het bieden van collectieve preventie. Door op school aanwezig te zijn, kunnen zij gemakkelijk voorlichting geven of preventieve activiteiten organiseren die gericht zijn op het bevorderen van het welzijn van leerlingen en ouders. Dit helpt om vroegsignalering in de dagelijkse schoolomgeving te integreren en problemen in een vroeg stadium te herkennen en op te lossen. Leraren en ouders kunnen bij kleine zorgen of vragen direct contact zoeken met de jeugd- en gezinswerkers, die snel kunnen doorverwijzen naar het CJG of andere hulpinstanties. Dit voorkomt dat problemen zich opstapelen en groter worden, wat vaak leidt tot zwaardere hulpvragen.

De jeugd- en gezinswerkers vervullen een belangrijke spilfunctie door de verbinding te leggen tussen scholen, jeugdhulp, huisartsen en andere betrokken partijen. Dit zorgt voor een betere afstemming van de benodigde ondersteuning. Daarnaast fungeren zij als vraagbaak voor leraren. Leraren kunnen bij hen terecht voor advies en ondersteuning in situaties waarin zij te maken krijgen met kinderen met zorgen of uitdagingen.

Vanaf het begin is flink ingestoken op de inzet van professionals op scholen en het leveren van maatwerk.

Aanpak: integratie op alle scholen in de regio 

De keuze om jeugd- en gezinswerkers van het CJG direct op scholen in te zetten, is inmiddels volledig geïntegreerd in alle scholen in het primair en voortgezet onderwijs, inclusief speciaal onderwijs. Iedere school heeft een vast contactpersoon vanuit het CJG die laagdrempelig en flexibel inzetbaar is. Zij hebben geen vast aantal uren per school, maar zijn aanwezig wanneer dat nodig is.

Deze jeugd- en gezinswerkers werken vraaggericht en stemmen hun inzet af op de specifieke behoeften van de school en de thema's die daar spelen. Ze zijn regelmatig aanwezig op school; ze sluiten aan bij leerlingbesprekingen, waar mogelijk met ouders en leerlingen erbij, en zijn gemakkelijk bereikbaar voor zowel leraren als leerlingen. Daarnaast komen ze waar nodig bij gezinnen thuis, zodat de ondersteuning zowel op school als thuis kan worden afgestemd.

Evaluatie

In een brede evaluatie van de werking van het Centrum voor Jeugd en Gezin is naar voren gekomen dat op alle scholen de verbinding is gerealiseerd. Ook werd zichtbaar dat er verschillen zijn in de mate van inzet van jeugd- en gezinswerkers in de school. Sommige scholen hebben behoefte aan een intensievere inzet, terwijl andere scholen de jeugd- en gezinswerker vooral inschakelen wanneer specifieke vragen zich voordoen.

Hoewel het moeilijk te zeggen is wat de exacte effecten zijn van deze aanpak, zijn er wel trends zichtbaar. Zo ziet het CJG een lichte daling in het aantal nieuwe hulpvragen, maar is de problematiek van cliënten die wél binnenkomen vaak complexer. Waar dat aan ligt, is onbekend. Daarnaast wordt opgemerkt dat Veilig Thuis een grotere rol speelt in de verwijzingen naar het CJG.

Door jaarlijks doelen te stellen en samen te reflecteren op de samenwerking, blijft de aanpak zich ontwikkelen. Het effect van preventie en vroegsignalering op de scholen zal naar verwachting op langere termijn zichtbaar worden.

Aandachtspunten: randvoorwaarden voor succes

Ingrid Voglar deelt 3 randvoorwaarden voor een succesvolle aanpak:

1. Laagdrempeligheid en zichtbaarheid

Het is belangrijk dat de jeugd- en gezinswerkers laagdrempelig benaderbaar zijn voor zowel leerlingen en ouders als voor leraren, en een natuurlijk onderdeel van de school vormen. Zo verzorgen ze bij studiedagen voor leraren onderdelen van het programma, zoals over het voeren van een gesprek met ouders. Ook zijn ze vaak aanwezig bij de aanmeldavond, als nieuwe leerlingen voor het eerst op school komen. Hierdoor kent de jeugd- en gezinswerker de structuur en cultuur van de school, wat de samenwerking ten goede komt.

'De samenwerking tussen het CJG en scholen verloopt in golfbewegingen. Het schuurt soms, met name als het gaat om de verwachtingen die scholen hebben van het CJG en de grenzen die het CJG aangeeft. Uiteraard blijven we met elkaar in gesprek hierover.' - Hoofd CJG Midden-Limburg, Ingrid Voglar

2. Financiering en bestuurlijk draagvlak

De inzet van jeugd- en gezinswerkers wordt gefinancierd door de zeven Midden-Limburgse gemeenten. Dit bestuurlijke draagvlak is ook anno 2024 nog steeds aanwezig. De inzet van jeugd- en gezinswerkers op scholen zal blijven doorgaan.

3. Deskundigheid

De laagdrempelige aanwezigheid van jeugd- en gezinswerkers op school kan ertoe leiden dat scholen hen soms sneller inschakelen dan nodig. Dit roept een belangrijke vraag op: waar stopt het onderwijs en begint de jeugdhulp?  Hiervoor gaan jeugd- en gezinswerkers en professionals binnen de school regelmatig met elkaar in gesprek. In deze open gesprekken worden verwachtingen afgestemd, kritische vragen besproken en gezamenlijke afspraken gemaakt.  Onderwerpen zoals het uitwisselen van informatie en het beschermen van privacy krijgen daarbij speciale aandacht.

'Het is belangrijk om te blijven investeren in de relatie en samenwerking met scholen. Des te meer door de vele personeelswisselingen op zowel scholen als het CJG. Het is een continu proces dat nooit klaar is.' - Hoofd CJG Midden-Limburg, Ingrid Voglar

Eva de Jong

Eva de Jong

senior medewerker inhoud
e.dejong [at] nji.nl