Hoe beslis je of een kind veilig terug naar huis kan?

Je beslist nooit alleen of een kind weer terug naar huis kan. De overwegingen maak je met de ouders, andere professionals en de gedragswetenschapper. Dit gebeurt na het hulpverleningsproces om de thuissituatie te verbeteren. Je doet er als professional alles aan om de juiste hulp voor de ouders en hun kind te regelen.

Actuele informatie nodig

Bij een vrijwillige uithuisplaatsing beslissen ouders en kinderen zoveel mogelijk mee over wanneer het kind teruggaat naar huis. Bij een gedwongen uithuisplaatsing beslist de kinderrechter dit na advies van de jeugdbeschermer. Hiervoor heb je recente informatie nodig over hoe ouders functioneren en of ze bepaalde hulp accepteren. Maar ook hoe het met het kind gaat, de ontwikkelingsbehoefte en wat diens wensen zijn.

Het is ook belangrijk dat je jouw conclusies en de onderbouwing voor je overwegingen schriftelijk vastlegt. Op een later moment kunnen betrokkenen zoals het gezin, collega's, de kinderrechter en andere hulpverleners deze inzien. Zo is het duidelijk waarom bepaalde beslissingen zijn genomen.

Gestructureerde besluitvorming

De gedeelde verklarende analyse die bij de uithuisplaatsing is gemaakt, is ook bij het besluit over terugplaatsing een belangrijk middel. Nadat die analyse is geactualiseerd zijn er drie belangrijke vragen:

  1. Is de balans tussen de opvoedingscapaciteiten van ouders en de ontwikkelingsbehoeften van het kind voldoende hersteld?
  2. Zo niet, kan de huidige hulp en het huidige type plaatsing deze balans binnen aanvaardbare termijn herstellen?
  3. Zo niet, is andere of aanvullende hulp of een ander type plaatsing nodig? Of is een verlengde uithuisplaatsing nodig?

De gedeelde verklarende analyse kan helpen bij het nemen van een juiste beslissing, zeker als daarbij heldere doelen en criteria voor terugplaatsing zijn afgesproken. Daarnaast kun je gebruik maken van het afwegingskader 'beslissen over terugplaatsing' in de Richtlijn Uithuisplaatsing en terugplaatsing.

Hulpmiddelen

Voor het beslissen over de terugkeer van het kind naar huis kun je instrumenten voor veiligheids- en risicotaxatie gebruiken zoals de LIRIK en de ARIJ. Dit om de kans op herhaling van de problemen in het gezin te verkleinen. Ook kun je verschillende methodes voor gestructureerde besluitvorming volgen. Drie voorbeelden:

Beoordelingsboog

De Beoordelingsboog helpt om een systematische afweging te maken, samen met ouders doelen op te stellen en gericht te werken aan de terugkeer van hun kind naar huis. Lees meer over de Beoordelingsboog.

Pedagogisch beslismodel

Met het Pedagogisch beslismodel kun je in een terugplaatsingstraject van een half jaar de interactie tussen ouder en kind observeren, beschrijven en verbeteren, en de ontwikkeling van het kind in kaart brengen. Lees meer over het Pedagogisch beslismodel.

Reunification Practice Framework

Het Reunification Practice Framework helpt ouders en professionals om te begrijpen wat er moet veranderen, doelen te stellen, toegang te krijgen tot passende hulp en de voortgang te beoordelen. Lees meer over het Reunification Practice Framework.

De professional moet in kaart brengen of ouders bereid zijn hulp te aanvaarden bij de terugkeer van hun kind naar huis, in hoeverre het sociale netwerk hulp kan bieden en welke mogelijkheden er zijn voor professionele hulp. Het doel hiervan is te zorgen voor stabiliteit in de thuissituatie.

Wat als het kind niet naar huis kan?

Is terugkeer naar huis niet mogelijk? Communiceer daar dan duidelijk over met alle betrokkenen.

  • Geef het kind en de ouders de tijd om dit bericht te verwerken.
  • Maak duidelijk dat het geen afscheid is, maar een verandering van het contact.
  • Besteed aandacht aan gevoelens van schaamte, schuld, boosheid en verdriet bij zowel ouders als kind. Dit vraagt om inlevingsvermogen. De methode Ouderbegeleiding na een opvoedingsbesluit kan hierbij helpen. Zorg dat de professionele opvoeders en ouders met elkaar blijven samenwerken.
  • Zorg dat het kind contact blijft houden met de ouders, broers, zussen, familie en vrienden. De wens is dat het kind op dezelfde school blijft.

Wat is een perspectiefbesluit?

Het besluit over de plaats waar het kind zal opgroeien heet een opvoedbesluit of perspectiefbesluit. Bij uithuisplaatsingen in een vrijwillig kader beslissen ouders of verzorgers en kinderen zo veel mogelijk mee over het perspectiefbesluit. Bij uithuisplaatsingen in het kader van een kinderbeschermingsmaatregel legt de gecertificeerde instelling het perspectiefbesluit voor aan een kinderrechter. Binnen een 'aanvaardbare' termijn moet duidelijk zijn waar het kind verder gaat opgroeien. Voor de aanvaardbare termijn bestaan geen vaste termijnen meer. Het nemen van een perspectiefbesluit is maatwerk, en dus voor ieder kind en gezin anders.

Lees meer op Beslissen over terugplaatsing.

Wil je meer weten over de aanpassingen in termijnen? Bekijk dan onderstaande pagina's:

Toelichting bij de aanvaardbare termijnen in de richtlijn Uithuisplaatsing (Richtlijnenjeugdhulp.nl)Begrip 'aanvaardbare termijn' in Richtlijn Uithuisplaatsing herzien

Foto Suzanne Bakker

Suzanne Bakker

medewerker inhoud