Pesten in de wijk

Pesten doet zich voor op alle plekken waar groepen kinderen zijn: thuis, op school, online en in de vrije tijd. Er is veel aandacht voor pesten op school, maar minder voor pesten in andere omgevingen. Toch komt pesten ook voor op andere plekken en kan het heftige gevolgen hebben voor alle betrokkenen. Daarom zijn de groepsdynamiek, gedragsregels, sociale veiligheid en samenwerking in de wijk belangrijke focuspunten als je werkt met groepen kinderen en jongeren. Dit kan helpen om met elkaar te zorgen voor veiligheid in de wijk, zoals in de speeltuin, op straat of in een park.

Welke kinderen vragen om extra alertheid? 

Overal waar kinderen elkaar ontmoeten bestaat de kans dat er wordt gepest. Afwijkend gedrag of uiterlijk alleen is niet alleen de aanleiding. Kinderen die andere kinderen pesten hebben bijvoorbeeld moeite met sociaalemotionele vaardigheden. Ze weten niet precies hoe ze hun sociale positie kunnen versterken zonder die van een ander te beschadigen, of hebben moeite zich in een ander te verplaatsen. Als de groep of begeleider dit gedrag beloont of niet afstraft, zijn het vaak  kwetsbare kinderen die het slachtoffer van pesterijen worden. Ze reageren uit faalangst of verlegenheid op een opmerking of pestsituatie, door zich bijvoorbeeld af te sluiten of terug te trekken.

Kinderen kunnen ook gepest worden, omdat ze niet voldoen aan de heersende normen en waarden.  Zo identificeren kinderen en jongeren in grote steden zich sterk met de normen en waarden van de straatcultuur. Dit uit zich bijvoorbeeld in de manier waarop zij conflicten oplossen, zich kleden en met gezag omgaan. Kinderen en jongeren in de wijk die zich niet identificeren met de normen en waarden van de straatcultuur lopen daardoor sneller kans te worden gepest.

De straat is in zekere zin de tweede 'opvoeder' en wanneer jongeren de binding met thuis loslaten zelfs de eerste opvoeder. Er ontstaat een pedagogische 'mismatch' van culturen in de driehoek thuis, school en straat. De straatcultuur wijkt fundamenteel af van zowel de thuiscultuur als van de schoolcultuur. Het gaat bij de thuiscultuur om een andere taal en omgang en bij de schoolcultuur om andere waarden die belangrijk worden gevonden. Het gaat dan onder andere over het geven en krijgen van respect en omgaan en oplossen van conflicten. Deze verschillen kunnen doorwerken in interactie tussen jongeren en de groepsdynamiek.  

Aanpakken van pesten  

Er zijn verschillende onderdelen die kunnen bijdragen aan het voorkomen en tegengaan van pesten in de wijk. Denk aan: werk aan de groepsdynamiek, geef gerichte complimenten, leer kinderen hoe ze zelf conflicten oplossen, maak afspraken over offline en online gedrag, stimuleer kinderen elkaar te helpen en te letten op uitsluiting. Wees je bewust van je eigen voorbeeldgedrag en bespreek samen wat je van kinderen en jongeren verwacht binnen de organisatie en de wijk.

Werk aan de groepsdynamiek

Wees alert op de interactie tussen kinderen en jongeren. Stimuleren dat zij positief met elkaar omgaan. Leer ze hun grenzen aangeven in woorden en houding en de grens van de ander te respecteren. Bespreek ook wat een kind zelf kan doen om af te koelen.

Geef gerichte complimenten

Wil je de veerkracht van kinderen verstevigen, geef dan gerichte complimenten. Dit kan helpen bij het veerkrachtiger maken van kinderen. Benadruk het proces in plaats van de uitkomst. Bijvoorbeeld 'wat goed dat je hebt volgehouden' of 'mooi dat je het nog een keer hebt geprobeerd'. 

Laat kinderen zelf conflicten oplossen

Als er ruzie is, begeleid ze dan om het samen op te lossen. Zeg dus niet 'stop met ruziën', maar vraag 'hoe komt het dat jullie ruzie hebben?' en 'wat is er nodig om het weer goed te maken?' 

Wees een bewust rolmodel

Bedenk: 'practice what you preach'. Geef het goede voorbeeld in hoe je contact maakt met anderen, en hoe je op een respectvolle manier communiceert. Bijvoorbeeld door belangstelling te tonen voor anderen, en door vragen te stellen en een ander te helpen. Sluit anderen ook niet buiten in woord en in daad.

Bespreek met elkaar welk gedrag je verwacht

Zoek hierbij ook de verbinding met scholen of de lokale sportclub. Wat verwachten wij samen van kinderen en jongeren? Welk gedrag keuren we af en waar krijgen kinderen de ruimte? Hoe gaan zij ermee om? Werk samen zodat de verbinding tussen de leefomgevingen sterk is en jullie gezamenlijke aanpak de meeste kans van slagen heeft. 

Voorbeelden van samenwerken in de wijk

Dennis de Vries, directeur van Stichting Vreedzaam, stimuleert met het concept van de Vreedzame Wijk de gedachte dat iedereen een rol als opvoeder heeft en samenwerkt aan een positieve en sociale gemeenschap waarin men elkaar kent. 'We weten dat pesten altijd ontstaat in een sociale context en deze omgeving kan pestproblematiek versterken of juist verminderen. Vanuit Vreedzaam hanteren we de visie dat we dit willen tegengaan door juist met de brede omgeving samen te werken om allereerst pesten te voorkomen.'

Een voorbeeld is het werken met oudermediatoren die conflicten in de wijk tussen kinderen oplossen door middel van mediatie. De Vries: 'De meerwaarde van dit soort initiatieven is dat we werken aan het creëren van democratische oefenplekken in de wijk, zodat kinderen hun geleerde vaardigheden op school ook kunnen inzetten buiten de schoolse context.'

Patrick Looijen, sportdocent in Utrecht, ziet grote meerwaarde in samenwerken met andere partijen rond de school zoals sportclubs uit de buurt. 'Kinderen genieten van omgevingen die anders zijn dan de schoolcontext en het is belangrijk dat we met professionals afstemmen dat het in die verschillende omgevingen veilig is en blijft voor kinderen.'

Sportclubs in Utrecht introduceren zich daarom op scholen door middel van combinatiefunctionarissen, die daar hun kennis over specifieke sporten delen. Het onderwijs zet zich daarnaast in om de pedagogische kwaliteit bij sportclubs in de buurt te verbeteren. 'Uiteindelijk levert dat voor pesters en slachtoffers een verbetering op van de voorwaarden waaronder zij op school én op de sportclub sporten met elkaar. Zo wordt hopelijk het speelveld als veilig en speels ervaren door alle kinderen,' aldus Looijen.

Pesten is een probleem van de groep 

Pesten gebeurt in een groep, daar ligt het probleem en de oplossing. Wanneer er wordt gepest zijn er verschillende rollen. Zo zijn er onder andere een pester, gepeste en de omstanders. De pester zoekt meestal een manier om zijn status te verhogen, wil gedrag uitproberen of is zelf gepest. De gepeste krijgt hierdoor te maken met negatieve opmerkingen, onaardig gedrag of agressie en dit blijft continu terugkomen. Daarbij is de verhouding tussen de pester en gepeste niet gelijk. De omstanders keuren het kwetsende gedrag niet af. Doordat de omstanders niks zeggen, niet ingrijpen en het pesten niet duidelijk afkeuren, blijft het in stand en voelt de gepeste zich alleen staan. Meestal mengen omstanders zich niet in de pestsituatie, omdat zij bang zijn de volgende te zijn of omdat ze niet zien dat het om pesten gaat. Zo houdt de groep het pesten met elkaar in stand.

Omdat de hele groep bij pesten betrokken is, is het belangrijk om met de hele groep aan de slag te gaan om pesten te voorkomen of tegen te gaan. Maak hen bewust van de sfeer en omgang in de groep. Wees alert op negatieve interacties en vertel de groep wat je ziet. Keur het pesten af en werk samen aan een positief klimaat, waarin iedereen een plek heeft en zich veilig voelt. Leg de nadruk op het samen plezier maken en stimuleer positief gedrag van kinderen.

Pesten in verschillende omgevingen

Overal waar kinderen elkaar ontmoeten, bestaat de kans dat er wordt gepest. Denk behalve aan school dus ook aan sportverenigingen, hobbyclubs, op straat, tijdens het werk of thuis door broertjes of zusjes. Het komt geregeld voor dat als een kind pest of gepest wordt, dit lang niet altijd in elke omgeving gebeurt. De plek op school kan bijvoorbeeld als vervelend en onveilig worden ervaren, terwijl de voetbalvereniging favoriet is. Zo kunnen in verschillende omgevingen, verschillende beschermende of belemmerende factoren een rol spelen.

  • Iliass el Hadioui (2015). Hoe de straat de school binnendringt. Denken vanuit de pedagogische driehoek van de thuiscultuur, de schoolcultuur en de straatcultuur.
Foto Mirella van den Burg

Mirella van den Burg, MSc

adviseur onderwijs en veiligheid