In de kleuterleeftijd kan je kind al veel duidelijk maken met taal. Ook begrijpt het steeds meer als iemand iets zegt. Je kind kent in deze fase al veel woorden. En het leert nog dagelijks nieuwe woorden. Als ouder kun je je kind op allerlei manieren ondersteunen in de taalontwikkeling.
Hoe ontwikkelt de taal van mijn kind?
Taal is overal. Je kind leert nieuwe woorden en taalregels daarom op allerlei manieren. Zoals gesprekjes met je kind of een boek voorlezen. Of dagelijkse dingen, zoals boodschappen doen. Vanaf 4 jaar gaan de meeste kinderen naar school. Hier leren kinderen al spelend nieuwe woorden en het begrijpen van taal. Ieder kind ontwikkelt zich op een eigen snelheid. Het kan dus zijn dat jouw kind langer moeite heeft met sommige woorden. Of minder met taal bezig is.
Verkleinwoorden en klanken
Je merkt dat je kind steeds langere zinnen maakt. Het leert verkleinwoorden gebruiken, zoals 'huisje' of 'diertje'. En het gebruikt zinnen met 'en', 'of', 'want', 'maar' en 'omdat'. Je kind kan sommige klanken misschien nog moeilijk uitspreken. Je kind zegt bijvoorbeeld geen wesp, maar weps of wesup. En geen schoen, maar soen. Ook de 'r' kan nog lastig zijn. 'Drie' wordt bijvoorbeeld 'dlie'.
Werkwoorden en tijden
In de kleutertijd maken kinderen allerlei ontwikkelingen door die invloed hebben op hun taal. Zo begrijpen ze beter hoe lang iets duurt. En hoe lang iets geleden is. Hierdoor leert je kind om werkwoorden in verschillende tijden te gebruiken. Bijvoorbeeld 'Pieter was daar' of 'ik ga eten'. Je kind zal werkwoorden nog door elkaar halen of verkeerd gebruiken. Bijvoorbeeld 'ik loopte naar school' of 'we hebben ge-eten'. Je kunt je kind hierin ondersteunen door de zin op de juiste manier te herhalen. Zo leert je kind iets zonder dat je zegt dat het een fout maakte. Bijvoorbeeld:
Kind: 'Ik loopte naar school'
Ouder: 'Oh, ben je naar school gelopen?'
Verhalen vertellen
Je kind kan steeds beter een verhaal vertellen. Soms geeft het nog te veel informatie. Of juist te weinig. Ook kunnen kinderen moeite hebben met de volgorde van het verhaal. Ze kunnen over hun woorden struikelen als ze veel willen vertellen. Ze herhalen een klank of een stukje van een woord. Of ze houden een klank langer vast. Dit 'haperen' komt veel voor. Ook vinden kinderen het vaak nog moeilijk om te vertellen over gedachten en gevoelens.
Taal en uitleg begrijpen
Je kind gaat gesprekjes en uitleg steeds beter begrijpen. Zo begrijpt het woorden die omschrijven wanneer iets gebeurt. Zoals 'morgen', 'voor' en 'na'. Ook lukt het steeds beter om uitleg met meerdere stappen te begrijpen. Bijvoorbeeld 'doe je schoenen aan en pak daarna je jas'. Wel kan je kind de volgorde van de stappen nog door elkaar halen of negeren. Dus eerst de jas aandoen. Of ze doen alleen het eerste wat ze horen. Bijvoorbeeld als je zegt 'voordat we naar binnen gaan, doen we onze schoenen uit'. Dan kan je kind naar binnen lopen en daar pas de schoenen uitdoen.
Als je kind je niet goed begrijpt, kun je de lastige woorden wat langzamer en duidelijk uitspreken. Ook kun je hetzelfde nog eens op een andere manier zeggen: dus éérst je schoenen uit en dán pas naar binnen. Dan help je je kind de juiste informatie uit de zin te halen.
Opgroeien met verschillende talen
Sommige kinderen worden met twee of meer talen opgevoed. Bijvoorbeeld als een ouder uit een ander land komt. Bij deze kinderen gaat de taalontwikkeling meestal hetzelfde als bij kinderen die één taal leren. Kinderen leren steeds meer woorden, maar dan in twee talen. Ook leren ze de regels van beide talen. Soms verwarren ze wat taalregels. Of ze gebruiken een woord uit de andere taal. Maar meestal kunnen kinderen de twee talen al goed uit elkaar houden.
Ook weten ze welke plek of persoon bij welke taal hoort. Ze weten bijvoorbeeld dat ze thuis Turks spreken en op school Nederlands. Of met een ouder Nederlands en met de andere ouder Engels. Soms hebben kinderen een voorkeur voor een taal. Dan spreken ze bijvoorbeeld Nederlands terug tegen de ouder die Engels spreekt, terwijl ze het Engels wel begrijpen. Als er familie op bezoek komt, kunnen ze opeens wel Engels gaan spreken.
Opgroeien met meerdere talen heeft geen invloed op de taalontwikkeling. Je kunt je kind op dezelfde manier ondersteunen als kinderen die met één taal opgroeien. Zoals praten met je kind, voorlezen en spelletjes doen. Praat met je kind in de taal die jij je het fijnst vindt.
Tips voor het stimuleren van taalontwikkeling
- Laat je kind in aanraking komen met allerlei plekken en situaties waar taal nodig is. Neem het bijvoorbeeld mee naar de winkel en praat samen over wat je ziet en koopt.
- Zing samen liedjes en versjes. Dit sluit goed aan bij de leeftijd van je kind. Ook vindt je kind het leuk om dit samen met jou te doen.
- Geef je kind genoeg tijd om in gesprekken te reageren. En neem zelf ook de tijd om te luisteren naar je kind.
- Als je kind het moeilijk vindt om iets uit te leggen, kun je het voordoen. Zeg wat je kind wil zeggen en vraag of dat klopt. Zo krijgt je kind het goede voorbeeld.
- Geef zelf het goede voorbeeld. Praat duidelijk en rustig, zodat je kind jou goed kan verstaan.
- Laat je kind meedoen bij het voorlezen. Kies bijvoorbeeld samen bij de bibliotheek een boek uit.
- Bespreek samen de dag: wat heeft je kind gedaan? En wat heb jij gedaan? Hierdoor oefent je kind met verhalen vertellen.
Zorgen over de taalontwikkeling
Je kunt zorgen hebben over de taalontwikkeling van je kind. Bijvoorbeeld omdat je kind moeilijk duidelijk kan maken wat het bedoelt. Of omdat het simpele uitleg niet lijkt te begrijpen. Je kind kan boos of geïrriteerd raken als het niet goed kan uitleggen wat het wil.
Sommige kinderen hebben meer moeite om taal te leren dan andere. Een achterstand in de taalontwikkeling komt meestal door de aanleg van je kind om taal te leren. Als je je zorgen maakt over de taalontwikkeling van je kind, kun je contact opnemen met je huisarts.
Bronnen
- Hoff, E. (2013). Language development (5th edn). Belmont, CA: Cengage Learning.
- Owens, R. (2015). Language development: An introduction (9th edn). Essex: Pearson.
- Petty, K. (2016). Developmental milestones of young children (rev. edn). St Paul, MN: Redleaf Press.
- Schaerlaekens, A.M. (2016) De taalontwikkeling van het kind. Noordhoff Uitgevers bv Groningen | Houten
- Westby, C. (2014). Social–emotional bases of pragmatic and communication development. In N.C. Singleton & B.B. Shulman (Eds), Language development: Foundations, processes and clinical applications (2nd edn, pp. 119-142). Burlington: Jones & Bartlett Learning.
- Whitehead, M. (2010). Language and literacy in the early years 0-7. London: Sage Publications.
- Leerlijnen taal.
Lees ook
-
Kleuter | Zelfbeeld: Vergelijken met anderen
Kleuter | Zelfbeeld: Vergelijken met anderenVoor wieOudersKleuters ontwikkelen hun zelfbeeld door nieuwe dingen te proberen en te ervaren. Hoe help je je kind daarbij?
-
Kleuter | Zelfstandigheid: structuur bieden en grenzen stellen
Kleuter | Zelfstandigheid: structuur bieden en grenzen stellenVoor wieOudersKleuters willen steeds meer zelf doen. Voor de ontwikkeling van je kind is het belangrijk om dan structuur te bieden.
-
Kleuter | Vriendschap: de eerste vriendschappen
Kleuter | Vriendschap: de eerste vriendschappenVoor wieOudersKinderen tussen 4 en 6 jaar gaan voor het eerst naar school. Hoe kun je je kleuter daarbij ondersteunen?
-
Kleuter | Spelen: leren omgaan met andere kinderen
Kleuter | Spelen: leren omgaan met andere kinderenVoor wieOudersSpelen is voor kleuters een belangrijke manier om te leren omgaan met andere kinderen. Hoe kun je je kind daarbij ondersteunen?
Hulp of advies nodig?
Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.