Kind 6-12 jaar | Vriendschap: omgaan met andere kinderen
Tussen het 6e en 10e jaar worden relaties met andere kinderen steeds belangrijker voor je kind. Als ouder word je steeds meer een toeschouwer van de vriendschappen die je kind sluit. Maar je bent ook nog steeds het belangrijkste voorbeeld voor je kind. Hoe kun je je kind op deze leeftijd ondersteunen in het leggen van contacten en het onderhouden van vriendschappen?
Waarom zijn relaties met leeftijdsgenoten belangrijk?
Op de basisschool worden relaties met leeftijdsgenootjes steeds belangrijker voor kinderen. Vergeleken met de tijd die ze doorbrengen met familie, besteden kinderen steeds meer tijd aan vrienden.
- Daardoor ontdekken ze hoe ze kunnen laten merken dat ze elkaar aardig vinden. Ook leren ze hoe ze wederkerige vriendschappen kunnen beginnen en onderhouden. Dat zijn vriendschappen die voor beide kinderen ongeveer evenveel betekenen en waarin ze op een eerlijke manier met elkaar omgaan.
- Vriendschappen zijn voor elk kind belangrijk. Kinderen vinden het fijn om vrienden te hebben, het geeft ze zelfvertrouwen en steun. En dat is weer van invloed op hoe ze zich voelen. Meer hierover lees je op de pagina Wat zorgt ervoor dat mijn kind zich goed voelt?
- Vriendschappen op school geven kinderen het gevoel dat ze er op school bij horen. Ze zijn een groot deel van hun tijd op school. Het hangt van hun vriendschappen met andere kinderen af hoe leuk ze het daar vinden.
Verschillen tussen kinderen
Kinderen van deze leeftijd kunnen op de volgende punten verschillen in hun vriendschappen:
- Vanaf groep drie spelen de meeste kinderen het liefst met kinderen van hetzelfde geslacht, maar dit is niet altijd zo. Sommige jongens spelen liever met meisjes en andersom. Kinderen zoeken uiteindelijk vooral andere kinderen op die bij hun eigen karakter passen.
- Voor jonge kinderen is de basis van vriendschap vooral dat ze elkaar leuk vinden. Voor oudere kinderen wordt het belangrijker om trouw aan elkaar te zijn en persoonlijkere dingen te delen. Kinderen uit groep acht vertellen elkaar bijvoorbeeld dat ze een jongen of meisje leuk vinden of dat er thuis ruzie is geweest.
- Tussen kinderen van dezelfde leeftijd bestaan verschillen in hoe zij vriendschap ervaren. Sommige kinderen hebben veel vriendschappen die wat oppervlakkiger zijn, terwijl anderen voor langere tijd een kleiner aantal hechte vriendschappen hebben.
Wat leert mijn kind van vriendschappen?
De sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen gaat op deze leeftijd erg snel omdat ze met veel leeftijdsgenoten in contact komen. Van vriendschappen steken ze veel op over zichzelf en over hoe je met elkaar omgaat:
- Ze leren zich aan elkaar aan te passen. Ze willen bijvoorbeeld samen spelen, maar allebei iets anders doen. Daar moeten ze dan samen een oplossing voor vinden.
- Ze oefenen sociale vaardigheden zoals zich verplaatsen in een ander en het maken van verbinding. Kinderen maken contact met elkaar door dingen over zichzelf aan elkaar te vertellen, naar elkaar te luisteren en te proberen te begrijpen wat de ander bedoelt en hoe die zich voelt.
- Ze oefenen met het delen van dingen, zoals speelgoed, maar bijvoorbeeld ook een pen of een schrift in de klas. Verder helpen vriendschappen bij het verkennen van de eigen grenzen: vind ik het nog leuk zoals wij met elkaar omgaan? Ook oefenen ze met het oplossen van eenvoudige ruzies.
- Ze leren meer over zichzelf en hun eigen gevoelens door alles wat ze samen met vrienden doen, hoe ze dat beleven en ook door wat hun vrienden over hen zeggen.
- Vriendschap betekent voor kinderen zowel het gevoel dat je bij elkaar hoort als teleurstelling. Ze leren zowel van de leuke als de minder leuke kanten.
Hoe kan ik mijn kind ondersteunen bij het aangaan van relaties?
Vrienden hebben is belangrijk voor de ontwikkeling van je kind, maar vrienden geven je kind natuurlijk ook gewoon veel plezier in het leven. Als ouder hoef je er niet voor te zorgen dat je kind zoveel mogelijk vrienden krijgt. Het helpt wel als je je kind ondersteunt in vriendschappen, bijvoorbeeld zo:
- Zorg dat je kind contact kan maken met leeftijdsgenootjes in verschillende situaties. Zo kun je je kind zelf laten ervaren met wie het graag vrienden wil zijn en waarom.
- Houd een oogje in het zeil als je kind nog jong is en graag vrienden wil zijn met grotere kinderen die wat ruwer met elkaar omgaan. Leeftijdsverschillen in vriendschappen tussen kinderen zijn niet ongewoon. Het is niet nodig om hierin te voorzichtig te zijn. Wanneer je het andere kind wat beter kent, kun je vaak wel inschatten of het past bij jouw kind.
Hoe kan ik mijn kind helpen met het leggen van contacten?
Sommige kinderen hebben moeite met het leggen van contacten. Ze kruipen snel in hun schulp en vinden het moeilijk om spontaan uit zichzelf op andere kinderen af te stappen of met ze te spelen. Andere kinderen gaan juist op iedereen af, maar zijn ondertussen nog vooral met zichzelf bezig. Dit betekent niet meteen dat er iets met je kind aan de hand is. Soms hebben kinderen gewoon even wat extra aanmoediging of bijsturing nodig in het maken van contact. Bijvoorbeeld zo:
- Kijk wat erachter zit als je kind op een ongepaste manier contact maakt, bijvoorbeeld door anderen te slaan of te bijten. Het kan een signaal zijn dat je kind nog niet goed weet hoe het op een goede manier contact kan maken. Praat er op een luchtige manier over met je kind, bijvoorbeeld wanneer je samen aan het spelen bent.
- Je kunt ook proberen je kind te laten zien hoe het op een fijne manier contact kan maken met andere kinderen. Geef hiervoor zelf het voorbeeld en begeleid je kind in het contact met andere kinderen wanneer ze samen willen spelen.
Wat als mijn kind geen vrienden heeft?
Als je kind weinig vrienden heeft, kan dat te maken hebben met het karakter van je kind. Je kunt proberen je kind te steunen door bepaalde vriendschappen te aan te moedigen, maar vriendschap laat zich niet dwingen. Wel kun je je kind soms helpen om het anders aan te pakken:
- Soms kunnen kinderen moeilijk vrienden maken als ze er anders uitzien dan andere kinderen. Ze hebben bijvoorbeeld andere kleren of een ander kapsel dan de rest. Heeft je kind daar last van? Bekijk dan samen wat je eraan kunt doen.
- Kinderen kunnen onhandig zijn in hun contact met anderen. Ze zijn te wild, te druk of plagen te veel. Daardoor willen andere kinderen misschien liever niet met hen spelen. Praat daarover met je kind en oefen samen hoe het anders kan.
- Je kind kan ook lid worden van een sportclub. Bij sporten leert je kind met andere kinderen om te gaan. Contact maken is dan misschien makkelijker dan op school.
- Is je kind te verlegen om contact te maken? Help het dan door speelafspraken te maken. Zo kan je kind thuis wennen aan andere kinderen en vriendjes met ze worden. Dan gaat het meestal in de klas ook beter.
- Het kan helpen om je kind bijvoorbeeld een cursus sociale vaardigheden of een assertiviteitscursus te laten doen.
- Het zou kunnen dat je kind weinig vriendjes heeft doordat het buitengesloten of gepest wordt. In dat geval is het goed om zo snel mogelijk in te grijpen.
Wat als ik moeite heb met de vrienden van mijn kind?
Misschien vind je een vriend of vriendin niet zo geschikt voor je kind, bijvoorbeeld omdat dat kind bazig is tegen jouw kind of nare dingen zegt. Het is begrijpelijk dat je je kind daartegen wilt beschermen, maar dit soort gedrag komt ook voor tussen kinderen die vrienden zijn. Bedenk daarom het volgende:
- Voor het zelfvertrouwen van je kind is het niet goed om te bepalen met wie het bevriend mag zijn. Je kunt je kind beter vragen en laten nadenken over wat het leuk vindt aan de vriend. Als je twijfelt over het gedrag van de vriend, kun je met je kind bespreken wat het wel en niet hoeft te accepteren. Loopt dat uit op ruzie, dan kun je je kind daar weer bij helpen.
- Je hoeft je in deze leeftijdsfase nog geen zorgen te maken dat je kind een verkeerd voorbeeld van een ander kind overneemt. Pas in de prepuberteit gaan kinderen meer naar hun vrienden luisteren dan naar hun ouders. Tot die tijd ben jij het belangrijkste voorbeeld voor je kind en is de invloed van de omgeving nog niet zo groot.
- Als jonge kinderen elkaar leuk vinden, nemen ze wel vaak onschuldig gedrag van elkaar over. Als het gaat om vloeken, liegen, pesten of stelen kan het goed zijn hier met je kind over te praten.
- Hoe ouder kinderen worden, hoe minder invloed ouders hebben op hun uiterlijk en gedrag. Ze luisteren steeds meer naar hun vrienden. Toch is het goed om je kind te blijven vertellen wat jij ervan vindt. Je hoeft het niet altijd met elkaar eens te zijn.
Als je kind omgaat met oudere kinderen en je bent bang dat die een verkeerde invloed hebben, kun je het volgende doen:
- Vraag naar de vrienden van je kind en praat erover.
- Zeg nooit dat je kind niet meer met een vriend om mag gaan. Dat maakt de vriendschap juist spannend.
- Vraag je kind om vrienden mee naar huis te nemen. Je ziet dan hoe ze met elkaar omgaan.
- Help je kind andere vrienden te leren kennen, bijvoorbeeld door op een teamsport te gaan.
- Praat over gedrag dat je niet leuk vindt, zowel van je kind zelf als van de vrienden, maar wijs je kind niet persoonlijk af.
Tips voor het ondersteunen van je kind in vriendschappen
Hoe je kind ook met vriendschappen omgaat, erover praten helpt altijd. Kinderen vinden het fijn om van hun ouders te horen hoe zij hun vriendschappen met andere kinderen zien. Praten over vriendschappen kan zo:
- Je kunt beginnen met vertellen over je eigen vriendschappen en vervolgens vragen naar die van je kind en hoe die vriendschappen voor je kind voelen.
- Behalve vrienden maken, kan je kind ook vriendschappen beëindigen. Of een ander kind kan dat doen. Kinderen gaan daar op deze leeftijd meestal makkelijk mee om. Maak je je daarover zorgen, praat daar dan eens over met je kind. Meestal kom je er dan snel achter of er echt iets aan de hand is of niet, en of het nodig is om je kind verder hierbij te helpen.
Bronnen
- Ince, D. & Kalthoff, H. (2020). Opgroeien en opvoeden. Normale uitdagingen voor kinderen, jongeren en hun ouders. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut.
- Petrina, N., Carter, M., & Stephenson, J. (2014). The nature of friendship in children with autism spectrum disorders: A systematic review. Research in Autism Spectrum Disorders, 8(2), 111-126.
- Feldman, F. S., & Tompany, E. (2020). Ontwikkelingspsychologie (8ste editie). Pearson.
Lees ook
-
Kind 6-12 jaar | De algemene ontwikkeling
Kind 6-12 jaar | De algemene ontwikkelingVoor wieOudersIn deze periode wordt je kind steeds gevoeliger voor meningen van anderen en heeft het over veel dingen ook een eigen mening.
-
Puber | De algemene ontwikkeling
Puber | De algemene ontwikkelingVoor wieOudersPubers gaan zich losmaken van hun ouders. Hoe ga je als ouder om met ruzies en meningsverschillen tussen jou en je puber?
-
Kleuter | Vriendschap: de eerste vriendschappen
Kleuter | Vriendschap: de eerste vriendschappenVoor wieOudersKinderen tussen 4 en 6 jaar gaan voor het eerst naar school. Hoe kun je je kleuter daarbij ondersteunen?
Hulp of advies nodig?
Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.