Vanaf hun zesde gebruiken kinderen al veel taal. Ze kunnen meestal goed duidelijk maken wat ze willen. Op de basisschool leren ze steeds meer woorden. Ook leren ze lezen en schrijven. Op deze pagina lees je hoe de taalontwikkeling gemiddeld verloopt. En hoe jij als ouder hierin kunt ondersteunen.
Grotere woordenschat
Op de basisschool leert je kind veel nieuwe woorden. Bijvoorbeeld bij nieuwe vakken. Je kind leert ook dat een woord meerdere betekenissen kan hebben. Bijvoorbeeld dat je kunt zitten op een bank, maar dat je ook geld kunt pinnen bij een bank. Ook leert je kind dat verschillende woorden hetzelfde kunnen betekenen, zoals rennen en hollen.
De taalontwikkeling van elk kind is anders. Het kan zijn dat jouw kind wat sneller is dan andere kinderen. Of juist wat langzamer. Het ontwikkelen van taal gaat het hele leven door. Kinderen leren taal doordat ze het elke dag horen en gebruiken. Soms gebruikt een kind een woord dat net niet helemaal klopt. Het leert dan van de reacties van anderen. Door als ouder te zeggen wat je kind bedoelt, kun je je kind hierbij helpen. Je kind leert zo om zich steeds duidelijker te maken.
Steeds langere zinnen
Op deze leeftijd kunnen kinderen korte zinnen meestal goed begrijpen en gebruiken. Maar lange zinnen kunnen nog lastig zijn. Lange zinnen bestaan vaak uit meerdere korte zinnen die aan elkaar geplakt zijn. Daardoor verandert de volgorde van de woorden.
Voorbeeld:
- Twee korte zinnen: 'Ik ga naar huis. Ik ben moe.'
- Eén lange zin: 'Ik ga naar huis, omdat ik moe ben'.
Bij lange zinnen staan er vaak woorden tussen. Zoals: omdat, maar, daarom, als. Die woorden veranderen de betekenis van de zin. Bijvoorbeeld: 'Ik ga naar huis, als ik moe ben.' Als kinderen ouder worden, leren zij deze woorden steeds beter te begrijpen en gebruiken.
Foutjes met werkwoorden
Kinderen maken vaak nog foutjes met werkwoorden. Bijvoorbeeld 'Ik heb brood gekoopt', in plaats van 'Ik heb brood gekocht'. Zulke werkwoorden zijn lastig om te leren, omdat ze niet de vaste regels volgen. Daardoor duurt het langer voordat kinderen dit altijd goed doen. Door het als ouder goed voor te doen, maakt je kind steeds minder van zulke foutjes.
Leren lezen en schrijven
Op de basisschool leren kinderen lezen en schrijven. Dit hebben ze in het dagelijks leven nodig. En ook tijdens het leren op school. Bij rekenen is lezen bijvoorbeeld nodig om de opdrachten te begrijpen. En om de sommen te snappen die in een verhaaltje staan.
Hoe kun je je kind ondersteunen bij leren lezen en schrijven?
Help klanken herkennen
Het helpt als kinderen goed horen welke klanken in een woord zitten. Dan is het makkelijker om de woorden te lezen of te spellen. Door te rijmen of woordspelletjes te doen, worden kinderen zich bewust van klanken. Je kunt bijvoorbeeld samen het spelletje 'dierenslang' doen: iemand noemt een dier, bijvoorbeeld 'olifant'. De volgende moet dan een dier verzinnen met de laatste letter: de 't'. En zo ga je verder: 'tijger', 'rups', enzovoort.
Lees je kind voor
Het helpt als kinderen een taal vaak horen. Ze gaan dan herkennen hoe een taal in elkaar zit. Ook als kinderen veel woorden kennen, kunnen zij een tekst makkelijker begrijpen. Voorlezen is daarom ook voor oudere kinderen goed. Spreek je thuis een andere taal dan Nederlands? Dan kun je boeken voorlezen in de taal die jullie thuis spreken. Het horen van een andere taal helpt ook bij het leren van Nederlands. Ze leren nieuwe woorden en horen moeilijke zinnen, waardoor ze grammatica leren.
Laat je kind zelf lezen
Lezen leert je kind door te oefenen. Alle kinderen tot 18 jaar kunnen gratis lid worden van de bibliotheek. Daar kun je boeken lenen die passen bij het niveau van je kind. Ook zijn er speciale samen-leesboeken. Daarin lees je om de beurt een stukje. Veel kinderen vinden het ook leuk om voor te lezen aan een broertje, zusje of grootouder.
Duidelijker uitleggen
Kinderen leren steeds beter uit te leggen wat zij graag willen en waarom. Maar soms is dit nog heel lastig. Bijvoorbeeld als je kind snel iets wil zeggen, of boos is. Je kind kan dan even stotteren als het iets wil vertellen. Of het kan niet de juiste woorden vinden. Je kunt je kind helpen door geduldig te blijven luisteren. En door te zeggen wat je kind bedoelt. Zo help je de gedachten van je kind te ordenen.
Verhalen vertellen
Kinderen leren steeds beter een verhaal te vertellen. Jonge kinderen beginnen vaak midden in een verhaal. Oudere kinderen geven vaak eerst informatie. Bijvoorbeeld waar het verhaal gebeurt. Of over wie het verhaal gaat. Je kind leert dit door te oefenen met andere kinderen. Tijdens het spelen, door in de klas iets te vertellen en door verhalen te lezen of horen. Kinderen houden steeds meer rekening met anderen in een gesprek en in wat zij schrijven.
Meertalig opvoeden
Sommige kinderen spreken thuis Nederlands en een andere taal. Zoals Turks, Marokkaans of Engels. Bij deze kinderen loopt de taalontwikkeling net iets anders. Je kind kan bijvoorbeeld de twee talen door elkaar gaan spreken. Dit gaat vanzelf over en is niet erg. Een goede thuistaal is net zo belangrijk als goed Nederlands spreken.
Praat met je kind in je eigen taal
Het is belangrijk dat jij als ouder goed met je kind kunt praten in je eigen taal. Want in je eigen taal ken je vaak meer woorden en kun je beter beschrijven wat je bedoelt. Je kunt dan kleine verschillen duidelijk maken, of woordgrapjes maken. Ook kun je in je eigen taal vaak beter praten over gevoelens of moeilijke dingen. Hierdoor hoort je kind veel verschillende woorden en zinnen. Dat helpt je kind bij de taalontwikkeling. En bij het leren van een andere taal, zoals het Nederlands.
Bronnen
- Schaerlaekens, A.M. (2016) De taalontwikkeling van het kind. Noordhoff Uitgevers.
- Luinge, M. (2015). Taalontwikkeling. In J. H. Loonstra, M. Mentink, & C. Rem (Eds.), Van baby tot kleuter: de veelzijdige en indrukwekkende ontwikkeling van kinderen van 0-4 jaar (pp. 95-119). Garant.
Lees ook
-
Kind 6-12 jaar | Taal: zelfstandig lezen
Kind 6-12 jaar | Taal: zelfstandig lezenVoor wieOudersTussen de vijf en tien jaar leren kinderen zelfstandig lezen. Dit gaat stap voor stap. Als ouder kun je je kind helpen tijdens de verschillende fases.
-
Kind 6-12 jaar | De algemene ontwikkeling
Kind 6-12 jaar | De algemene ontwikkelingVoor wieOudersIn deze periode wordt je kind steeds gevoeliger voor meningen van anderen en heeft het over veel dingen ook een eigen mening.
-
Kleuter | Taalontwikkeling
Kleuter | TaalontwikkelingVoor wieOudersAls ouder kun je je kind in de kleuterleeftijd op allerlei manieren ondersteunen in de taalontwikkeling.
-
Puber | Taalontwikkeling
Puber | TaalontwikkelingVoor wieOudersHoe verandert het taalgebruik van je kind in de puberteit. En wat kun je als ouder doen om de taalontwikkeling te stimuleren?
Hulp of advies nodig?
Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.