Dreumes | Emotionele ontwikkeling: emoties herkennen, begrijpen en ermee omgaan

Als je baby wat ouder wordt, kan en wil het steeds meer zelf doen. Maar vaak kan je kind nog niet duidelijk maken wat het wil. Dit kan zorgen voor grote emoties. Het helpt als kinderen begrijpen wat er gaat gebeuren. En als ze zelf kunnen zeggen wat ze willen. Hoe kun je je kind hierbij helpen? 

Hoe leer je je kind emoties herkennen en begrijpen?

Emoties benoemen en uitleggen

Als je ziet wat je kind wil, kun je dat benoemen. Ook kun je steeds meer uitleg geven. Bijvoorbeeld: 'Jij wil de pan pakken. Maar die is heet. Au, nee, dat kan niet. Dan doet het pijn.'

Door te vertellen wat je kind wil, laat je merken dat je je kind begrijpt. Je kind leert hierdoor langzaam begrijpen wat het zelf voelt. Ook leert het de woorden om hierover te praten.  

Emoties van anderen uitleggen

Een kind moet ook leren wat anderen voelen en willen. Jonge kinderen begrijpen nog niet dat iedereen iets anders kan voelen. Als zij iets leuk vinden, denken ze dat anderen dat ook leuk vinden. Je kunt je kind wijzen op de emoties van anderen. Bijvoorbeeld: 'Kijk eens naar haar gezicht. Vind ze het leuk?'

Je kunt ook uitleggen wat anderen doen, denken en voelen. Bijvoorbeeld als je kind boos is op een ander kind. Bijvoorbeeld: 'Oh, je toren is kapot, wat jammer! Nu ben je boos. Maar het was een ongeluk, hij bedoelde het niet gemeen. Kijk, hij wil het goedmaken.'

Door uitleg te geven over wat de ander wil of voelt, maak je de wereld begrijpelijk voor je kind. Je kind leert zich hierdoor inleven in anderen

Uitleggen wat er gaat gebeuren

Je kind gaat langzaam meer begrijpen en leert steeds beter hoe dingen gaan: je jas aandoen, betekent dat jullie naar buiten gaan. Een bord pakken, betekent dat jullie gaan eten. Als een kind begrijpt wat er gaat gebeuren, geeft dit vaak rust. Als er iets onverwachts gebeurt, kan een kind hier juist heel boos of verdrietig van worden. Je kunt je kind helpen door uitleg te geven. Bijvoorbeeld: 'We doen het spelletje nog één keer, en dan is het klaar. Dan gaan we eten.'

Door te vertellen wat er gaat gebeuren, of te laten zien wat je gaat doen, begrijpt een kind steeds meer. Er zijn dan minder verrassingen.

Wat kun je doen als je dreumes erg boos of verdrietig is?

Soms kan je kind ineens heel boos of heel verdrietig zijn. Het lukt dan vaak niet om rustig te worden. Deze emoties kunnen heel vervelend zijn voor je kind en voor jou. Soms lijkt je kind vreselijk te overdrijven. Soms verzint je kind steeds iets nieuws om boos over te worden. Je kind wordt vaak niet expres boos of verdrietig. Het heeft nog hulp nodig om met de gevoelens om te gaan. Wat helpt, verschilt per situatie. En niet voor elk kind werkt hetzelfde. Er zijn een paar dingen die je kunt doen. 

Als je weet wat er aan de hand is met je kind, kun je vaak beter reageren. Soms wordt een kind heel boos, omdat het iets niet mag of kan. Of omdat het heel moe is. Of honger heeft. Soms door een reden die je niet goed begrijpt. Zoals een cracker die gebroken is. Of omdat je je kind in de stoel hebt gezet, terwijl het zelf erin wilde klimmen.

Als een kind iets doet wat je niet wil, helpt het om steeds op dezelfde manier te reageren. Als je kind met eten gooit, haal dan het bord weg. Of geef maar één stukje eten tegelijk. Wees duidelijk naar je kind, maar word niet heel boos. Jouw reactie kan juist interessant zijn voor je kind. En omdat je kind dan veel aandacht krijgt, wil het daarom juist opnieuw doen wat niet mag.

Door je kind te knuffelen, kan het soms beter tot rust komen. Maar soms is een kind te boos en wil het niet aangeraakt worden. Geef je kind even de tijd en probeer zelf rustig te blijven. Het helpt soms om even naar een andere plek te lopen met je kind. Dan neem je wat afstand van de situatie.  

Probeer vooral aandacht te geven aan wat wel mag of kan. Als je kind iets doet wat je niet wil, zeg dan duidelijk en kort wat niet mag. Leid je kind daarna af met wat wél mag. Bijvoorbeeld: 'De kat niet slaan, dat doet pijn. Kijk, we kunnen hem aaien.'

Kinderen leren door ervaringen. Als ze merken dat ze toch hun zin krijgen als ze hard huilen of schreeuwen, dan gaan ze dit vaker doen. Als je duidelijk bent in wat wel en niet mag, dan weet je kind beter wat het kan verwachten.

'Als mijn dochter hard huilde op straat, kreeg ik vaak meelevende lachjes van andere ouders. Iedereen kent dit soort momenten.'

Het is fijner als je kind blij is. Maar soms is dat even niet zo. Dan is je kind zo moe of dwars, dat het door alles boos of verdrietig wordt. Het hoort erbij dat een kind soms huilt. Je geeft je kind rust door duidelijk grenzen aan te geven. Doe dit vooral bij dingen die belangrijk zijn.

Dreumesen proberen graag uit en krijgen hun eigen wil. Als ze vooral horen dat iets niet mag, kunnen ze daar boos om worden. Als het kan, is het fijn je kind iets zelf te laten doen. Help je kind pas als het erom vraagt. Ook kun je je kind iets zelf laten doen, terwijl je tussendoor toch een beetje helpt.

'Mijn zoon at met drie lepels. Hij had er zelf twee en ik gaf stiekem hapjes tussendoor met de derde lepel.'

Bij dreumesen helpt het om niet te veel keuzes te geven. Laat je kind bijvoorbeeld kiezen uit twee soorten beleg op brood. Of geef twee opties die je zelf allebei goed vindt. Bijvoorbeeld: 'Wil je nu meteen gaan slapen, of gaan we eerst nog een boekje lezen?'

Jonge kinderen begrijpen vaak nog niet goed wat je zegt. Ze herkennen wel emoties in jouw stem en gezicht. Als je met een lieve, zachte stem waarschuwt voor iets gevaarlijks, zal je kind hier niet goed naar luisteren. Het is belangrijk dat wát je zegt, klopt met hóe je het zegt. Door rustig en lief te praten, kun je je kind juist wel geruststellen.

Het is niet makkelijk

Het is niet makkelijk om als ouder altijd rustig en geduldig te blijven. Soms word je echt boos. En soms heb je haast of ben je moe, waardoor je minder goed rustig kunt blijven. Het kan dan helpen om even afstand te nemen. Als je moe of verdrietig bent, reageert je kind daar ook vaak op. Het helpt je kind dan om wel contact te blijven maken. Bijvoorbeeld door te knuffelen. Of door uit te leggen wat er is. 

  • Dunn, J., Brown, J., & Beardsall, L.. (1991). Family Talk About Feeling States and Children's Later Understanding of Others' Emotions. Developmental Psychology, 27, p. 448-455.
  • Dunsmore, J.C. & Karn, M. A. (2004). The Influence of Peer Relationships and Maternal Socialization on Kindergartners' Developing Emotion Knowledge. Early Education & Development, 15, p. 39-56, Doi: abs/10.1207/s15566935eed1501_3
  • Schaffer, H. R. (2005). Social development. Malden, MA: Blackwell Publishing.
  • Westby & Robinson (2014). A Developmental Perspective for Promoting Theory of Mind Topics in Language Disorders, 34, p. 362-382; DOI: 10.1097/TLD.0000000000000035
  • Yuill, N. & Little, S. (2018). Thinking or feeling? An exploratory study of maternal scaffolding, child mental state talk, and emotion understanding in language-impaired and typically developing school-aged children. British Journal of Educational Psychology, 88, p.261-283, doi: 10.1111/bjep.12194.

Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.

Hulp en advies voor ouders