Baby | Sociale ontwikkeling: contact met anderen

Baby's en kinderen tot twee jaar oud zijn voor hun ontwikkeling afhankelijk van hun ouders. Het is in deze fase belangrijk dat baby's regelmatig en veilig contact met hun ouders hebben. De sociale ontwikkeling van baby's bestaat vooral uit reageren op hun omgeving. Maar ze zoeken vanaf hun geboorte ook al zelf contact. Hoe verloopt de sociale ontwikkeling in deze eerste levensfase? En hoe kun je als ouder je kind hierbij ondersteunen? 

Veiligheid en hechting van je baby

Voor de basis van de sociale ontwikkeling van baby's is het belangrijk dat ze zich veilig voelen. Ook is het belangrijk dat ze goed gehecht zijn met hun ouders. Dit doe je als ouder vooral door veel contact te maken met je kind. En te reageren op wat je kind nodig heeft. Zoals troosten als je kind huilt, knuffelen, en met elkaar 'praten' door te reageren op de geluidjes van je kind. 

Voorbeeld   

Baby's huilen omdat ze zich bijvoorbeeld hongerig voelen en willen eten. Of omdat ze zich moe voelen en willen slapen. Als ouder reageer je hierop, bijvoorbeeld door het je kind te voeden of het te laten slapen.  

Baby's sturen veel signalen om te laten merken wat ze voelen en nodig hebben. Hoe jij en je kind op elkaar reageren is voor je kind het begin van de sociale ontwikkeling. Je kind krijgt meer zelfvertrouwen als het erop kan rekenen dat jij er bent als je kind je nodig heeft. En als je reageert op wat je kind voelt.  

Sociaal contact gaat dus in deze fase vooral over het vertrouwen dat een kind van anderen krijgt, vooral van de ouders. Je kind voelt zich veilig, omdat je telkens reageert op wat het nodig heeft. Je kind leert zo ook dat er ook anderen zijn die reageren op de signalen. Hierdoor zal een baby ook eerder dingen uitproberen in contact met anderen.   

Manieren waarop kinderen tot 2 jaar contact maken  

Baby's en kinderen tot twee jaar oud maken op allerlei manieren contact zonder woorden te gebruiken. Dit doen ze met hun ouders en verzorgers, maar ook met andere kinderen. De manier waarop ze dit doen, verandert steeds als ze een paar maanden ouder worden: 

Voor het eerst lachen, oogcontact maken, geluidjes maken, en verschillende manieren van huilen.

Eenvoudig contact maken door te lachen, je aan te raken, geluidjes te maken en te staren.

Simpel op anderen reageren. Bijvoorbeeld een kind dat iets geeft aan een ander kind, en het andere kind geeft dat terug. Ook gaan kinderen bewuster de ogen van hun ouders volgen, om zo naar dezelfde dingen te kijken. Dit heet gedeelde aandacht. 

Elkaar nadoen. Bijvoorbeeld als een kind lacht of zwaait naar een ander kind dat dit ook doet.

Elkaar bewuster en langer gaan nadoen. Kinderen apen elkaar na. Een kind in een groepje kan bijvoorbeeld iets op het hoofd leggen, en dan gaan andere kinderen dat nadoen. Ook worden ze al beter in het herkennen van verschillende emoties in het gezicht van anderen. En doen deze soms na.

Kinderen gaan interesse tonen in het helpen van anderen. Dit zie je bijvoorbeeld als je kind probeert te helpen met een huishoudelijk klusje, zoals de was opvouwen. Ook krijgen ze meer een idee van bezit. Bijvoorbeeld als kinderen liever niet willen dat andere kinderen het speelgoed pakken waarmee ze zelf aan het spelen zijn. 

Hoe maak ik contact met mijn baby? 

In deze fase lijken kinderen nog weinig sociaal gedrag uit zichzelf te laten zien. Ook lijken ze zich nog weinig met anderen bezig te houden. Toch kun je nu al op allerlei manieren met je kind communiceren en 'sociaal doen': 

  • Geluidjes tegen elkaar maken 
  • Oogcontact maken
  • Dingen ruiken en proeven en daarop reageren
  • Samen hetzelfde in de ruimte volgen met je ogen

Contact maken bestaat uit veel meer dan alleen maar woorden. Op deze leeftijd is veel contact lichamelijk. Bijvoorbeeld als jouw huid de huid van je kind aanraakt als je je kind draagt. Of als je kind jouw vinger vastgrijpt.  

De sociale ontwikkeling van je baby 

Veilige hechting 

De sociale ontwikkeling begint bij een veilige hechting met je kind: 

  • Maak veel en regelmatig contact met je kind, zeker ook als je kind zelf contact zoekt.
  • Probeer je in te leven in wat je kind nodig heeft en probeer telkens hierop te reageren. 
  • Probeer ervoor te zorgen dat dezelfde mensen vaak voor je kind zorgen. Het gaat om mensen die regelmatig dicht bij je kind zijn en contact hebben met je kind. 

Lees meer over het ontwikkelen van de hechting met je baby
Je kunt je kind ook op andere manieren in de sociale ontwikkeling ondersteunen: 

Voorbeeldrol 

Als ouder ben je een voorbeeld in sociaal gedrag. Je kind leert veel van jou door te kijken naar wat je doet. Je kind leert al als je het betrekt bij het dagelijks contact dat jij met anderen hebt. Je kind ervaart hierdoor wat contact maken met anderen is. Ook doet het op de eigen manier mee hieraan. Bijvoorbeeld door geluidjes of bewegingen te maken als reactie.  

Emoties benoemen 

Praat tegen je kind en zeg wat het voelt of doet, ook al begrijpt het de woorden nog niet. Benoem emoties als blij, boos of verdrietig. Zo leert je kind steeds iets meer de eigen gevoelens en die van anderen te herkennen en te benoemen. 

Contact met anderen 

Je kind leert ook als het via jou in contact komt met andere volwassenen en kinderen. Bijvoorbeeld als je samen met je kind buiten op een speelplaats andere mensen tegenkomt en met hen praat. Of als je op bezoek gaat bij opa en oma, of vrienden thuis uitnodigt.  

Leren van broertjes en zusjes 

Als je kind broertjes of zusjes heeft, is het leuk en leerzaam om ze met elkaar te laten spelen. Het maakt niet uit als broertjes of zusjes een stuk ouder zijn. 

Dagelijkse dingen samen doen 

Allerlei dagelijkse dingen die je met je kind doet ondersteunen de sociale ontwikkeling ook. Zoals samen met je kind spelen en met je kind praten. Of je kind wiegen en dragen en dingen met je kind delen. 

Hulp zoeken bij zorgen of vragen over je baby

Alle ouders hebben weleens zorgen of vragen over de ontwikkeling van hun kind. Maak je je zorgen over de sociale ontwikkeling van je kind? Blijf daar niet alleen mee rondlopen, maar: 

  • Probeer erover te praten met andere ouders of met familie en vrienden. Misschien weten zij raad. 
  • Vraag advies aan de leraar of pedagogisch medewerker van je kind. 
  • Vraag ook advies aan je huisarts, de jeugdgezondheidszorg of het consultatiebureau. Samen kun je bekijken waardoor het komt dat je kind zich niet zo goed voelt. En wat je kunt doen om je kind te ondersteunen. 

Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.

Hulp en advies voor ouders