Vaker havo of vwo bij kind met buitenlandse achtergrond

Leerlingen met een buitenlandse achtergrond kregen in schooljaar 2022/23 vaker een havo- of vwo-advies. Dat blijkt uit cijfers van het CBS.

49 procent van de kinderen met in het buitenland geboren ouders kreeg een havo- of vwo-advies; elf jaar eerder was dat nog 38 procent. Van de leerlingen die zelf in het buitenland zijn geboren kreeg 51 procent in 2022/2023 een havo- of vwo-advies; dat was elf jaar geleden nog 47 procent.

Het verschil met alle leerlingen in groep 8 is kleiner geworden, blijkt uit de cijfers. Gemiddeld kreeg 57 procent van de leerlingen in groep 8 in 2002/23 een havo- of vwo-advies; dat was elf jaar geleden 54 procent.

Bij kinderen van wie de ouders in Marokko zijn geboren, steeg het aandeel met een havo- of vwo-advies het sterkst. Dat was in 2022/23 50 procent, tegen 34 procent elf jaar eerder. Bij leerlingen die zelf in het buitenland geboren zijn, zag de groep met een Turkse achtergrond de grootste stijging. Van hen kreeg 67 procent in 2022/23 een havo- of vwo-advies; elf jaar eerder was dat 30 procent.

Slagen voor eindexamen

In 2022/23 slaagde 86 procent van de havo- en vwo-leerlingen voor hun eindexamen. Dat is minder dan in vorige jaren. Tijdens de coronapandemie golden er soepelere eindexamenregels, waardoor meer leerlingen slaagden. Leerlingen met een Turkse, Marokkaanse, Surinaamse of Nederlands-Caribische achtergrond slaagden in 2022/2023 minder vaak dan gemiddeld.

De cijfers over schooladviezen zijn onderdeel van de rapportage Integratie en Samenleven van het CBS.

Meer informatie

Bericht CBSRapportage Integratie en Samenleven 2024