Traumasensitief onderwijs helpt vluchteling

Om het welbevinden en de integratie van jonge vluchtelingenkinderen in het Nederlandse basisonderwijs te verbeteren, is een traumasensitieve aanpak essentieel. Dat concludeert Hanneke Leeuwestein uit het onderzoek waarop ze op 10 oktober promoveert aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Bij veel jonge vluchtelingenkinderen in Nederland lijkt de lesstof niet altijd goed binnen te komen. Volgens Leeuwestein komt dit mogelijk door de traumatische gebeurtenissen die deze kinderen hebben meegemaakt.

Een deel van deze kinderen vertoont vaker dan klasgenoten zonder vluchtverleden traumagerelateerd gedrag zoals teruggetrokkenheid of druk gedrag. Door hun vele verhuizingen is het voor deze leerlingen extra lastig om beschermende factoren op te bouwen en te versterken, zoals vriendschappen, goede schoolervaringen en een vaste routine. Juist deze dingen zijn belangrijk voor hun herstel na ingrijpende gebeurtenissen, aldus Leeuwestein.

Hulpmiddel voor leerkrachten

Omdat het voor leerkrachten vaak moeilijk is om trauma te herkennen, ontwikkelde Leeuwestein samen met collega's het ReBTOSS-instrument. Dit hulpmiddel helpt leerkrachten om trauma bij jonge leerlingen beter te signaleren en hen de juiste ondersteuning te geven.

Rol voor onderwijs

Volgens Leeuwestein kan het onderwijs een grote rol spelen in het welbevinden en de integratie van vluchtelingkinderen. Maar dan moet er ook aandacht zijn voor hun psychologische behoeften. Ze pleit voor een bredere toepassing van traumasensitief lesgeven, vooral nu steeds meer leerkrachten vluchtelingkinderen in hun klas hebben. Tegelijkertijd benadrukt ze dat het onderwijs niet alle problemen in de asielketen kan oplossen. De vaak zorgelijke leefomstandigheden van deze kinderen moeten ook aangepakt worden, aldus de promovenda.

Meer informatie

Bericht Rijksuniversiteit GroningenProefschrift Young students with a refugee background in primary education