Vooringenomenheid, vooroordelen en discriminatie kunnen een rol spelen bij het schooladvies in het basisonderwijs. Ook zijn er voor ouders weinig tot geen mogelijkheden om hier hulp bij te krijgen. Dat concludeert Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS) in het rapport Discriminatie bij het schooladvies.
Naast de uitslag van de eindtoets is het schooladvies voor het voortgezet onderwijs gebaseerd op verschillende factoren. Bijvoorbeeld eerdere toetsresultaten, de thuissituatie, gedragskenmerken en sociaalemotionele vaardigheden. Scholen hebben de vrijheid om zelf te bepalen welke factoren zij meenemen. Dat kan betekenen dat kinderen op de ene school een ander schooladvies krijgen dan op de andere school.
KIS deed literatuuronderzoek en hield interviews met ouders, onderwijsinstellingen en onderwijsprofessionals. Volgens de geïnterviewde onderwijsinstellingen vinden zij toetsresultaten bijna even belangrijk als gedragskenmerken zoals werkhouding, zelfstandigheid en motivatie. Maar volgens de onderzoekers zijn gedragskenmerken niet of nauwelijks objectief meetbaar. Daardoor zijn leerlingen volledig afhankelijk van het subjectieve oordeel van de leerkracht. Dat kan ruimte geven aan stereotypen en vooroordelen.
Ook uit de interviews met ouders blijkt dat de persoonlijke mening en vooroordelen van de docent de objectiviteit van het adviesproces mogelijk beïnvloeden.
Bewuste of onbewuste vooroordelen
Door de grote vrijheid van scholen en het gebrek aan wettelijke voorwaarden nemen docenten bij het schooladvies mogelijk besluiten op basis van bewuste of onbewuste vooroordelen. Dit kan volgens de onderzoekers discriminatie in de hand werken. Bijvoorbeeld over leerlingen met een migratieachtergrond, meisjes en leerlingen uit arme gezinnen of op het platteland.
De onderzoekers keken ook naar wat ouders kunnen doen als ze denken dat hun kind een te laag schooladvies heeft. Er zijn meerdere organisaties waar zij terechtkunnen voor informatie en advies en het melden van discriminatie. Tegelijkertijd heeft geen enkele organisatie de bevoegdheid om de juistheid van het schooladvies te toetsen. Wanneer ouders discriminatie melden, kan dit leiden tot registratie of een niet-bindend advies, maar niet tot het opleggen van een aanpassing van het schooladvies. De enige persoon met die bevoegdheid is de directeur van de onderwijsinstelling.
Vmbo in plaats van havo
'Eerder onderzoek liet al zien dat onderadvisering vaak te maken heeft met de onbewuste vooroordelen van de leerkracht', zegt Ellen Donkers van het NJi. 'Het schooladvies wordt bepaald door de eindtoets en de inschatting van de leerkracht. Bij dat laatste kijkt die vaak naar de thuissituatie. Als uit de eindtoets een havo-advies komt, maar de leerling volgens de leerkracht een moeilijke thuissituatie heeft, kan die een vmbo-advies beter vinden. Maar, en dat blijkt ook uit onderzoek, ondanks de mindere omstandigheden van een kind heeft die vaak wel de capaciteit om het niveau te halen dat uit de eindtoets komt. In het kader van gelijke kansen is het daarom belangrijk een leerling het voordeel van de twijfel te geven.'
Ingewikkeld voor ouders
Volgens Donkers is de positie van ouders bij onderadvisering ingewikkeld. 'Eerst geeft de leerkracht advies en daarna is er de eindtoets. Als die toets hoger is dan het advies, is de school verplicht dit te heroverwegen. Maar dan kan de leerkracht nog besluiten bij het oorspronkelijke advies te blijven. Als ouder kun je daar helaas niet veel tegen doen. De vraag is wat hierin wijsheid is. Het systeem kan wel aangepast worden zodat leerkrachten minder invloed hebben, maar dan is alleen de uitslag van één toetsmoment leidend. Een andere oplossing zou zijn om leerkrachten te begeleiden in het bij zichzelf herkennen van onbewuste vooroordelen.'
Bron: Kennisplatform Inclusief Samenleven (KIS)
Meer informatie
Bericht KISPublicatie Discriminatie bij het schooladviesHandreiking voor ouders/verzorgers
Nieuwsbrief Jeugd
Wil je elke week een overzicht van ons nieuws voor en over het jeugdveld? Meld je aan voor onze gratis Nieuwsbrief Jeugd.
Lees ook
-
Onderadvisering in het onderwijs voorkomen
Onderadvisering in het onderwijs voorkomenVoor wieProfessionalsHet is belangrijk dat je als leraar voorkomt dat leerlingen een lager advies krijgen dan andere leerlingen met vergelijkbare schoolprestaties.
-
Samenwerken om als school kansengelijkheid te bevorderen
Samenwerken om als school kansengelijkheid te bevorderenVoor wieProfessionalsDoor samenwerking met andere organisaties kun je je inzetten voor de ontwikkeling van kinderen binnen én buiten de school.
-
Hoe kan een school werken aan kansengelijkheid?
Hoe kan een school werken aan kansengelijkheid?Voor wieProfessionalsDe verschillen tussen leerlingen worden steeds groter. Wat kun je als school en als leraar doen om kansengelijkheid te bevorderen?
-
Hoe werk ik aan partnerschap tussen ouders en school?
Hoe werk ik aan partnerschap tussen ouders en school?Voor wieProfessionalsPartnerschap houdt in dat iedereen op basis van gelijkwaardigheid meedenkt en bijdraagt aan de ontwikkeling van kinderen.