‘Maak duurzaam beleid voor jeugdstelsel’
In een brief aan de Tweede Kamer schetste staatssecretaris Maarten van Ooijen van VWS op 18 maart een beeld van de actuele ontwikkelingen in het jeugdbeleid. De problemen die de staatssecretaris aansnijdt, bestaan al lang, signaleert het Nederlands Jeugdinstituut. Stelselwijzingen en extra geld hebben niet geleid tot wezenlijke verbeteringen. Ook in deze Kamerbrief zijn de korte termijn en symptoombestrijding leidend en wordt voorbijgegaan aan de noodzaak van duurzame veranderingen. Daarvoor is vertrouwen nodig tussen alle betrokken partijen, maar dat vertrouwen ontbreekt op dit moment, aldus het NJi.
De Kamerbrief rapporteert over de besteding van de 50 miljoen euro extra die het kabinet in 2021 beschikbaar stelde in reactie op de toename van psychische problemen onder jongeren. Er kwam tijdelijk extra zorgcapaciteit, variërend van lichte ambulante zorg tot nieuwe behandelgroepen in de jeugd-ggz.
Aanpak van wachtlijsten
Ook kwam er vorig jaar 255 miljoen euro extra beschikbaar voor de aanpak van wachtlijsten. Van Ooijen beschrijft de voorlopige resultaten van die aanpak. Zo is in enkele regio's ervaring opgedaan met het tegengaan van onnodige instroom in de jeugdhulp, ineffectieve zorg, achterblijvende uitstroom en onvoldoend dekkend aanbod. Verder is in een regio de behandelcapaciteit voor specialistische ambulante jeugdhulp uitgebreid.
In de Kamerbrief is ook aandacht voor het verscherpte toezicht van de inspecties op vier jeugdbeschermingsregio's, en op onderwerpen als betere traumazorg voor kinderen, de aanpak van complexe casuïstiek, en administratieve lasten. De staatssecretaris zal de Kamer vóór de zomer informeren over de Hervormingsagenda Jeugd, gericht op betere jeugdhulp in een financieel beheersbaar stelsel.
Tijdelijke maatregelen
De brief past in een lange traditie van voortgangsbrieven aan de Tweede Kamer over verbeteringen in de zorg voor de jeugd. Daarin valt steeds op dat ze veel informatie bieden over verbeterprocessen, dat extra geld wordt vrijgemaakt voor tijdelijke maatregelen en dat de Kamer elke keer structurele oplossingen en een 'echt' andere aanpak worden toegezegd.
Geen wezenlijke verbetering
Het zijn overheidsinterventies zoals we die al lange tijd kennen. De problemen in de jeugdzorg bestaan al decennia, ongeacht de organisatie van het jeugdstelsel. Overheidsinterventies zoals stelselwijzigingen, extra geld en allerlei actieplannen hebben niet geleid tot wezenlijke verbeteringen.
De overheid reageert vooral op symptomen van een onvoldoende functionerend stelsel, probeert de negatieve effecten van eerdere beleidskeuzes te repareren en maakt afspraken met partners in het veld. Veelal zijn dat slechts afspraken op papier, omdat de obstakels in de praktijk vaak hardnekkig zijn. Op geen enkele wijze krijgt het parlement echt inzicht of het beter gaat met jongeren, en of de aanpak van de maatschappelijke vraagstukken effectief is.
Een echte transformatie van het jeugdstelsel vraagt diepgaande veranderingen op alle niveaus, en ander gedrag van alle betrokkenen. De rijksoverheid, de gemeenten, de zorgaanbieders, professionals: ze hebben elk hun eigen aandeel en eigen verantwoordelijkheid. Vasthoudend transformeren kan alleen als partijen hun rol pakken en als er onderling vertrouwen is. Dat ontbreekt op dit moment.
Hervormingsagenda op dood spoor
Deze Kamerbrief verschijnt op het moment dat de Hervormingsagenda, waaraan veel partijen in 2021 hard hebben gewerkt, op een dood spoor lijkt te zijn beland. En het opgestelde toekomstscenario voor de jeugdbescherming wacht nog altijd op een stevige aanpak.
Pedagogisch sterke infrastructuur
Het Nederlands Jeugdinstituut kan daarom de maatregelen in de brief niet anders duiden dan als tijdelijke symptoombestrijding, zonder duurzaam effect. Het is belangrijk dat er tijdelijk extra geld is om jongeren met serieuze problemen niet in de kou te laten staan. Maar het toenemend beroep op jeugdhulp laat zich niet oplossen met alleen meer geld voor de jeugd-ggz. Het is belangrijk te investeren in een pedagogisch sterke infrastructuur waarin kinderen, jongeren, hun opvoeders en professionals anders omgaan met kwetsbaarheden.
Ook de druk uit het jeugdveld en de politiek om wachtlijsten weg te werken met extra geld is door de jaren heen een vast patroon. Dat extra geld werkt echter als een perverse prikkel die afleidt van de realisatie van werkelijke verbeteringen die zorg minder vaak nodig maken.
Veerkracht versterken
Dat kinderen en jongeren in Nederland gezond, kansrijk en veilig kunnen opgroeien, is niet de verantwoordelijkheid van alleen de jeugdhulp en de jeugdbescherming. Dat vraagt dat we investeren in een dagelijkse leefomgeving die de veerkracht versterkt om problemen het hoofd te bieden. Een leefomgeving die ouders, kinderen en professionals de ruimte biedt om te leren en zich te ontwikkelen, ook als pasklare antwoorden ontbreken. Laat dat een uitdaging zijn voor het gehele jeugdveld.
Meer informatie
Lees ook
-
VNG stopt medewerking Hervormingsagenda
VNG stopt medewerking HervormingsagendaProfessionalsBeleidsmakersGemeenten werken pas weer mee aan de Hervormingsagenda als het kabinet afspraken wil maken over de uitspraak van de arbitragecommissie.
-
Rijk en gemeenten starten hervorming jeugdzorg
Rijk en gemeenten starten hervorming jeugdzorgRijk en gemeenten gaan afspraken maken over een hervormingsagenda zodat het jeugdstelsel beter gaat werken en financieel houdbaar wordt.
-
Arbitragecommissie: Geld alleen is niet genoeg
Arbitragecommissie: Geld alleen is niet genoegProfessionalsBeleidsmakersArbitragecommissie: Het kabinet moet de komende jaren miljarden extra uittrekken voor de gemeentelijke taken in de jeugdzorg.
-
NJi: Niet slingeren, maar transformatie doorzetten
NJi: Niet slingeren, maar transformatie doorzettenBeleidsmakersNieuwe beleidsmaatregelen om het jeugdstelsel op orde te brengen, helpen alleen als ze gebaseerd zijn op een gezamenlijke visie en een heldere koers.
Pers
Ben je journalist? Dan kun je:
- je vraag stellen via pers@nji.nl
- bellen met 030 - 23 06 349 (maandag tot en met vrijdag tussen 8.30 en 17.00 uur)
- bellen met 06 - 25 66 07 57 (maandag tot en met donderdag tussen 8.30 en 17.00 uur)