Rijk en gemeenten gaan op korte termijn afspraken maken over een hervormingsagenda. Daardoor moet het jeugdstelsel op den duur beter gaan werken en financieel houdbaar worden. Dat hebben ze besloten naar aanleiding van het oordeel van de arbitragecommissie over de tekorten in de jeugdzorg.
Gemeenten krijgen voor 2022 ruim 1,3 miljard euro extra om tekorten in de jeugdzorg te dekken. Het verschil met de 1,9 miljard die de arbitragecommissie nodig vond, zit hem in de al eerder toegezegde 300 miljoen extra en de maatregelen die gemeenten nemen om volgend jaar 214 miljoen te besparen op de jeugdzorg. Het nieuwe kabinet krijgt het advies om vanaf 2023 het oordeel van de arbitragecommissie te volgen.
Impasse doorbreken
'Goed dat gemeenten en Rijk de hervormingsagenda samen gaan vormgeven en de ontstane impasse doorbreken', reageert Rutger Hageraats, directielid van het Nederlands Jeugdinstituut (NJi). 'Hoeveel extra geld de gemeenten daarvoor precies krijgen is nog even afwachten, maar dat ze zich samen met het Rijk aan de hervormingsagenda committeren is goed nieuws. Het is wel zaak dat ook professionals en cliënten hierbij aangesloten worden.'
Keuzes hervormingsagenda
Hageraats verwacht dat de inhoudelijke uitwerking van de hervormingsagenda nog een hele klus wordt. 'Dat wordt nog spannend want daarin moeten keuzes gemaakt worden. We kunnen immers niet op dezelfde voet doorgaan. Dit vraagt om een investering in een effectievere jeugdzorg voor kinderen en gezinnen die dat nodig hebben, maar ook om een versterking van de pedagogische basis en de preventie. Het NJi zal vanuit zijn kennisrol bijdragen aan het maken van onderbouwde keuzes. Wij zijn er klaar voor.'
Bron: Ministerie van VWS; VNG; NJi