Typen hechtingsproblemen volgens CAP-J
Het Classificatiesysteem voor de Aard van de Problematiek van Jeugd (CAP-J) spreekt van hechtingsproblemen wanneer een kind voor het 5e levensjaar in een omgeving opgroeit waarin het geen duurzame affectieve band met een ouder of opvoeder opbouwt. Dit kan bij het kind leiden tot een basispatroon van wantrouwen jegens de ander en daarmee tot een onveilige hechting. CAP-J onderscheidt de volgende typen hechtingsproblemen.
Geen selectieve hechtingsfiguur
Een kind heeft geen selectieve hechtingsfiguur als het geen voorkeur heeft voor een bepaalde hechtingsfiguur. Het gedrag van deze kinderen kan verschillen van kind tot kind. Het komt bijvoorbeeld als volgt tot uiting:
- Het kind gaat snel mee met vreemden.
- Het kind zoekt weinig contact met en geen emotionele toenadering tot vervangende opvoeders als pleegouders.
- Het kind wil niet getroost of geknuffeld worden.
- Het kind beschikt over een beperkte emotieregulatie. Het heeft emotionele uitbarstingen en heftige wisselingen van emoties.
- Het kind vertoont vlakke emotionele reacties. Dat wil zeggen dat reacties naar ouders, pleegouders, broers of zussen vaak onecht overkomen.
Verstoorde gehechtheid
Bij verstoorde gehechtheid is de basis voor een veilige hechting verstoord. De symptomen hebben te maken met de relatie tussen het kind en de hechtingsfiguur:
- Het kind vertoont risicovol en agressief gedrag. Het overschreeuwt angst en trekt op een negatieve manier aandacht. Dit gedrag kan overigens ook voorkomen bij kinderen met andere problematiek.
- Het kind is een gevaar voor zichzelf. Het simuleert bijvoorbeeld pijn, trekt haren uit, bonkt met het hoofd tegen dingen als de ouder in de buurt is, braakt, laat zich vallen of krabt de huid open.
- Het kind is emotioneel geremd. Het praat niet over negatieve emoties en past gedrag aan wensen van de ouder aan.
- Het kind heeft de behoefte om controle te houden en neemt de rol van de ouders over. Dit zijn vaak kinderen die aan hun lot zijn overgelaten en de zorg hadden voor broers of zussen. Zij hebben een groot empathisch vermogen, willen zich overal mee bemoeien, houden alles in de gaten en zijn in omgang met leeftijdsgenoten bazig en dominant.
Ontwrichte gehechtheid
Ontwrichte gehechtheid komt vaak voor bij kinderen die een primaire hechtingsfiguur verloren hebben. Dit type hechting is vaak tijdelijk en veranderbaar. Symptomen kunnen zijn:
- opstandig gedrag en verzet
- enorm verdriet en grote rouw
Ontwrichte gehechtheid is lastig te onderscheiden van een posttraumatische stressstoornis. Het verschil is dat kinderen met hechtingsproblemen meer moeilijkheden hebben met het aangaan van nieuwe relaties.
Lees ook
-
Vier hechtingsstijlen van Ainsworth
Vier hechtingsstijlen van AinsworthPsycholoog Mary Ainsworth onderscheidde vier soorten gehechtheid. Lees meer over de vier hechtingsstijlen.
-
Wat is hechting?
Wat is hechting?Voor wieProfessionalsHechting is de band tussen ouder en kind die ontstaat in het eerste jaar. Wanneer is er veilige hechting of onveilige hechting?
-
Wat is nodig voor veilige hechting?
Wat is nodig voor veilige hechting?Voor wieProfessionalsWelk gedrag van ouders is nodig voor het ontwikkelen van een veilige gehechtheidsrelatie? En hoe bevorder je een veilige hechting?
-
Alert zijn op hechtingsproblemen
Alert zijn op hechtingsproblemenVoor wieProfessionalsHoe kun je als professional signaleren of een kind het risico loopt op hechtingsproblemen?