Het kan zijn dat je het niet fijn vindt in het gezinshuis. Dat je weer terug wilt naar je ouders. Of dat je om een andere reden weg wilt uit het gezinshuis waar je nu woont. Het belangrijkste advies is: praat erover!
Praten met je gezinshuisouders
Kijk eerst of je het hier met je gezinshuisouders over kunt hebben. Vertel hun waarom je niet in het gezinshuis wilt blijven, maar ook wat je wél zou willen. Als jij het bijvoorbeeld niet eens bent met de huisregels, kunnen jullie misschien samen over nieuwe huisregels nadenken. Of kunnen jullie zoeken naar een andere oplossing.
Hulp van een bekende of een onafhankelijke vertrouwenspersoon
Het is begrijpelijk als je het spannend vindt om dit alleen te doen. Ken je iemand die jou kan helpen om met jouw gezinshuisouders te praten? Misschien een familielid, leraar of mentor op school? Anders kan ook een vertrouwenspersoon je helpen. Je hebt namelijk recht op deze hulp. Een vertrouwenspersoon kijkt samen met jou wat jij kunt doen met jouw vraag of klacht. Kijk voor meer informatie op de pagina Met wie kan ik nog meer praten naast mijn gezinshuisouders?
Praten met je gezinsvoogd
Als de kinderrechter heeft besloten dat jij niet thuis kunt wonen, krijg je een gezinsvoogd. Deze moet in de gaten houden hoe het met je gaat en jou betrekken bij beslissingen die over jou gaan. De gezinsvoogd is verantwoordelijk voor het vinden van een geschikte woonplek. Daarom is het belangrijk dat je aan je gezinsvoogd vertelt waarom je weg wilt uit het gezinshuis en waar je dan wilt wonen. Diegene kan je ook helpen hierover te praten met je gezinshuisouders. Misschien vind je het fijn als je je ouders vaker kunt zien, omdat je hen erg mist. Of besluiten jullie samen dat het beter is dat je ergens anders gaat wonen. Bijvoorbeeld in een ander gezinshuis waar je je meer thuis voelt.
Je gezinsvoogd hoort goed naar je te luisteren. Dit betekent niet dat die altijd doet wat jij graag wilt. De gezinsvoogd mag een andere beslissing nemen. Als je het gevoel hebt dat jouw gezinsvoogd niet echt naar jou heeft geluisterd, dan kun je hulp vragen van een onafhankelijke vertrouwenspersoon. Deze vertrouwenspersoon kan dan samen met jou nog een keer praten met jouw gezinsvoogd. Lees het verhaal van Silke die samen met de vertrouwenspersoon een gesprek had met haar gezinsvoogd.
Naar de kinderrechter
Hopelijk kom je samen met je gezinshuisouders en gezinsvoogd tot een oplossing, waar jij ook blij mee bent. Als jullie er niet samen uitkomen, kun je, als je 12 jaar of ouder bent, naar de kinderrechter stappen. Je vraagt de kinderrechter dan om de uithuisplaatsing te stoppen. De kinderrechter zal dan kijken of je weer bij je ouders kunt gaan wonen of misschien op een andere plek. Hiervoor moet je een brief schrijven aan de rechter. Ook hierbij kun je hulp vragen van de onafhankelijke vertrouwenspersoon. Meer informatie hierover vind je bij Jeugdstem.
Lees ook
-
Tot wanneer blijf ik in een gezinshuis wonen?
Tot wanneer blijf ik in een gezinshuis wonen?Voor wieJongerenDe wet zegt dat je tot je 21e in jouw gezinshuis mag blijven wonen. Maar er zijn ook mogelijkheden om langer of korter te blijven.
-
Wie beslist over mij?
Wie beslist over mij?Voor wieJongerenVaak is het niet je eigen beslissing om in een gezinshuis te wonen. Toch is het belangrijk dat er naar jou wordt geluisterd.
-
Kan ik mijn familie en vrienden blijven zien?
Kan ik mijn familie en vrienden blijven zien?Voor wieJongerenAls je in een gezinshuis woont, kan het lastiger zijn om mensen te zien. Je gezinshuisouders kunnen mogelijk contact organiseren.
-
Met wie kan ik nog meer praten naast mijn gezinshuisouders?
Met wie kan ik nog meer praten naast mijn gezinshuisouders?Voor wieJongerenHet kan prettig zijn om met iemand te praten die niet in jouw gezinshuis woont. Iemand bij wie je terecht kunt met je vragen.
Hulp of advies nodig?
Zoek je als jongere hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.