De wet zegt dat je tot je 21e in jouw gezinshuis mag blijven wonen. En in sommige gevallen tot je 23e. Maar misschien ben je er juist al eerder aan toe om uit huis te gaan. Op deze pagina kun je meer lezen over de mogelijkheden om langer of juist korter in een gezinshuis te wonen. Ook vind je er informatie over op jezelf gaan wonen.
Op jezelf wonen
Het gaat om de afspraken die jij maakt met jouw gezinshuisouders, ouders en andere hulpverleners. Zij bepalen of je tot je 21e in het gezinshuis blijft wonen. Misschien wil en kun je al voor je 21e gaan samenwonen, op kamers of terug naar je ouders. Op jezelf gaan wonen is best een grote stap. Zaken die je eerder niet hoefde te doen of een beetje, komen nu op jou neer. Denk aan koken, schoonmaken, wassen en met geld omgaan. Dit doe je allemaal naast je studie of werk.
Langer wonen bij gezinshuisouders
Niet iedereen is er op z'n 21e al aan toe om op zichzelf te gaan wonen. Dit geldt ook voor jongeren die bij hun ouders opgroeien. Misschien krijg je een bepaalde behandeling, die nog niet klaar is als jij 21 jaar wordt. Als jij graag tot je 23e in het gezinshuis wilt blijven, dan moet hiervoor aan de gemeente goedkeuring worden gevraagd.
Begeleid wonen of op jezelf leren wonen
Er is ook een tussenstap mogelijk: begeleid op kamers wonen. Er zijn gezinshuizen die bijvoorbeeld een aparte zolderkamer hebben. Of een klein tuinhuisje in de tuin van het gezinshuis. Misschien woon je daar alleen, misschien met enkele andere jongeren. De gezinshuisouders zijn dan je woonbegeleiders. Het fijne is dat ze vlakbij zijn. Je kunt dus makkelijk bij hen terecht voor vragen en hulp. Ook hier geldt dat je daar tot je 21e kan blijven wonen, tenzij er andere afspraken zijn gemaakt.
Samen met de gezinshuisouders kijk je hoe lang jij de begeleiding in het mentorhuis nodig hebt. Misschien gaat het zo goed, dat je al eerder op jezelf kunt gaan wonen. Of verhuis je al eerder omdat je in een andere plaats gaat studeren. Of krijg je toestemming van de gemeente om ook na je 21e nog een tijdje in het mentorhuis te mogen blijven wonen.
Er bestaat nog een manier om je voor te bereiden op het zelfstandig wonen. Namelijk door een zelfstandigheidstraining. Deze krijg je van je woonbegeleider. Hierbij leer je om te gaan met geldzaken, zoals het betalen van je huur en de boodschappen. Ook leer je om goed voor jezelf en voor je huishouden te zorgen. Denk aan schoonmaken en koken bijvoorbeeld.
Bekijk dit voorbeeld van een voorbereidende kamertraining, Je woont daar samen met andere jongeren in een huis. Er zijn 24 uur per dag begeleiders aanwezig om jou en de andere jongeren te helpen. Heb je interesse om met deze ondersteuning op kamers te gaan wonen? Kijk samen met jouw gezinshuisouders welke mogelijkheden er zijn voor een kamertraining in jouw gemeente of de gemeente waar je zou willen gaan wonen.
Lees ook
-
Wat is een gezinshuis?
Wat is een gezinshuis?Voor wieJongerenEen gezinshuis is er voor kinderen, jongeren of jongvolwassenen die niet meer thuis kunnen wonen.
-
Wat kan ik doen als ik weg wil uit het gezinshuis?
Wat kan ik doen als ik weg wil uit het gezinshuis?Voor wieJongerenHet kan zijn dat je het niet fijn vindt in het gezinshuis en dus weg wilt. Het belangrijkste advies is: praat erover!
-
Wie beslist over mij?
Wie beslist over mij?Voor wieJongerenVaak is het niet je eigen beslissing om in een gezinshuis te wonen. Toch is het belangrijk dat er naar jou wordt geluisterd.
-
Met wie kan ik nog meer praten naast mijn gezinshuisouders?
Met wie kan ik nog meer praten naast mijn gezinshuisouders?Voor wieJongerenHet kan prettig zijn om met iemand te praten die niet in jouw gezinshuis woont. Iemand bij wie je terecht kunt met je vragen.
Hulp of advies nodig?
Zoek je als jongere hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.