Met wie kan ik nog meer praten naast mijn gezinshuisouders?
Jouw gezinshuisouders doen hun best om jou te helpen. Toch kan het ook prettig zijn om met iemand te praten die niet in jouw gezinshuis woont. Iemand bij wie je terecht kunt met je vragen en voor advies. Op deze pagina lees je hier meer over.
Praten met iemand die je vertrouwt
Het is goed om over je vragen, zorgen of angsten te praten met iemand die je vertrouwt. En waarmee je een goede band hebt. Dit kunnen je ouders, vrienden of andere familieleden zijn. Misschien vind je een bepaalde situatie in jouw leven of in het gezinshuis lastig. Of twijfel je bijvoorbeeld over je relatie, word je gepest of mis je je ouders. Vaak helpt het praten over dit soort dingen al. Je loopt er dan niet langer in je eentje mee rond. En als je wilt, kunnen deze mensen meedenken over wat jou kan helpen.
Je kunt iemand uit je eigen omgeving vragen om jouw vaste vertrouwenspersoon te worden. Van deze persoon weet je dat je daarop kunt bouwen. Bijvoorbeeld een oom, een buur of een docent van school. Vraag of deze persoon jouw vertrouwenspersoon kan zijn. Diegene praat regelmatig met jou om te horen hoe het met je gaat en kan je helpen met dingen die je lastig vindt.
Onafhankelijke vertrouwenspersoon
Als je in een gezinshuis woont, is er ook een onafhankelijke vertrouwenspersoon waarmee je kunt praten. Deze vertrouwenspersoon is onafhankelijk omdat diegene niet werkt voor de Raad voor de Kinderbescherming, jeugdhulporganisatie of het gezinshuis. Een onafhankelijke vertrouwenspersoon werkt voor een organisatie zoals Jeugdstem. Jeugdstem is er voor kinderen en volwassenen die te maken hebben met jeugdhulp. Dus ook voor jou als je in een gezinshuis woont.
Vertrouwenspersonen zijn er voor jou. Jij bepaalt zelf waarover je graag met een vertrouwenspersoon wilt praten. Zo kunnen ze je uitleggen hoe de hulpverlening werkt en wat je rechten zijn. Ook kun je hier terecht als je niet tevreden bent over de hulp die je krijgt of een klacht hebt Of bijvoorbeeld voor hulp met het schrijven van een klachtbrief. Deze persoon luistert naar je, geeft antwoord op je vragen en zoekt samen met jou naar een oplossing.
Gezinsvoogd
Je gezinsvoogd hoort in de gaten te houden hoe het met je gaat. Daarom helpt het als die weet wat jou bezighoudt. Zoals dingen die goed gaan in het gezinshuis of in het contact dat je hebt met je ouders of op school. Maar ook de dingen niet goed gaan. Jouw gezinsvoogd kan je steunen in het gesprek met je gezinshuisouders, je ouders of met school. Dan hoef je dit niet alleen te doen.
Organisaties
Er zijn ook organisaties die je kunt bellen, zoals de Kindertelefoon en de Luisterlijn. Zij bieden kinderen en jongeren een luisterend oor, denken met je mee of praten even met je. Bekijk de pagina Wie kan mij helpen? voor een overzicht van organisaties waar je contact mee kunt opnemen.
Meer informatie:
Jeugdstem - vertrouwenspersonen in de jeugdzorgInformatie voor jongeren van Jeugdstem
Lees ook
-
Kan ik mijn familie en vrienden blijven zien?
Kan ik mijn familie en vrienden blijven zien?Voor wieJongerenAls je in een gezinshuis woont, kan het lastiger zijn om mensen te zien. Je gezinshuisouders kunnen mogelijk contact organiseren.
-
Wat kan ik doen als ik weg wil uit het gezinshuis?
Wat kan ik doen als ik weg wil uit het gezinshuis?Voor wieJongerenHet kan zijn dat je het niet fijn vindt in het gezinshuis en dus weg wilt. Het belangrijkste advies is: praat erover!
-
Tot wanneer blijf ik in een gezinshuis wonen?
Tot wanneer blijf ik in een gezinshuis wonen?Voor wieJongerenDe wet zegt dat je tot je 21e in jouw gezinshuis mag blijven wonen. Maar er zijn ook mogelijkheden om langer of korter te blijven.
-
Wie beslist over mij?
Wie beslist over mij?Voor wieJongerenVaak is het niet je eigen beslissing om in een gezinshuis te wonen. Toch is het belangrijk dat er naar jou wordt geluisterd.
Hulp of advies nodig?
Zoek je als jongere hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.