Selectie in pleegzorg: de criteria
In 2011 zijn landelijke criteria opgesteld waaraan pleegouders moeten voldoen. Bekijk de criteria om pleegouder te worden en criteria voor het handelen.
In 2011 zijn landelijke criteria opgesteld waaraan pleegouders moeten voldoen. Bekijk de criteria om pleegouder te worden en criteria voor het handelen.
De interventie 'Ouderbegeleiding na een opvoedingsbesluit', helpt ouders om plaatsing van hun kind in een pleeggezin te verdragen. Lees meer hierover.
Iedere pleegzorgsituatie is uniek. Toch komt een aantal fasen vaak voor in een pleegzorgtraject. Het model op deze pagina beschrijft deze fasen in grote lijnen.
Er zijn verschillende soorten pleegzorg, denk aan crisisopvang, pleegzorg als hulpverleningsvariant of als opvoedingsvariant. Lees meer over deze varianten.
Bij pleegzorg woont een kind in een pleeggezin omdat de eigen ouders niet voor hem of haar kunnen zorgen. Wat betekent pleegzorg precies en welke soorten zijn er?
Hoeveel pleegkinderen zijn er in Nederland? En in hoeveel gevallen is er sprake van jeugdbescherming of vrijwillige hulpverlening? Lees hier de cijfers.
De Taxatielijst voor Ouderfunctioneren (TVO) verschaft jeugdhulpverleners inzicht in de kwaliteit van het functioneren van de ouder(s) die hulp zoeken.
De Vragenlijst Fundamentele Onthechting brengt sociale onthechting, emotionele onthechting of een combinatie daarvan in kaart.
De C-toets kan signaleren wat jongeren vanaf 12 jaar die cliënt zijn in de jeugdzorg vinden van de kwaliteit van de zorg. Lees meer over dit instrument.
Het instrument ASI meet de arbeidssatisfactie die leerkrachten en hulpverleners binnen de jeugdzorg ervaren.