Cijfers over pleeggezinnen

Laatste actualisatie
Voor wie
Professionals
Beleidsmakers

Aantal pleegkinderen

In 2023 verbleven 20.405 kinderen en jongeren in een pleeggezin. Dat is een afname van 1300 kinderen in vergelijking met 2022. Het betreft het aantal unieke pleegkinderen dat voor kortere of langere tijd in een pleeggezin heeft gewoond. Sinds 2019 daalt geleidelijk het aantal kinderen en jongeren in de pleegzorg. In 2019 ging het om 23.272 kinderen en jongeren die voor korte of langere tijd bij een pleeggezin woonde.

Van alle kinderen en jongeren die in 2023 de pleegzorg hebben verlaten, woonde 63 procent langer dan een jaar bij pleegouders. 49 procent daarvan heeft langer dan 2 jaar in een pleeggezin gewoond.  

In 2023 waren er 15.197 pleeggezinnen. Dat zijn er circa 1.400 minder dan in 2022. Toen waren er 16.608 pleeggezinnen. In 2023 zijn 2.149 pleegouders gestopt en zijn er 1.706 nieuwe pleegouders  (Pleegzorg Nederland, 2024).

Jeugdbescherming en vrijwillige hulpverlening

Bij 55 procent van de pleegkinderen is in 2023 sprake van een jeugdbeschermingsmaatregel. Dat betekent dat het kind met een machtiging van de kinderrechter uit huis is geplaatst. Voor 19 procent van deze kinderen is sprake van een Onder Toezicht Stelling (OTS) en voor 36 procent van de pleegkinderen ligt de voogdij bij een gecertificeerde instelling. Bij 13 procent van de pleegkinderen is sprake van pleegoudervoogdij.

32 procent van de kinderen verblijft bij een pleeggezin zonder jeugdbeschermingsmaatregel en valt daarmee binnen de vrijwillige hulpverlening (Pleegzorg Nederland, 2024).

Pleegzorg voor korte of langere tijd

Pleegzorg is in principe tijdelijk en kan ook voor een langere tijd. Van alle kinderen die in 2023 de pleegzorg verlieten, woonde 63 procent langer dan een jaar bij een pleeggezin. Daarvan woonde 49 procent langer dan twee jaar in een pleeggezin. Een jaar eerder ging het om respectievelijk 53 procent en 37 procent. Het aantal kinderen dat korter dan een jaar in een pleeggezin woonde is gedaald van 47 procent in 2022 naar 37 procent in 2023.

Van de nieuwe plaatsingen was in 2023 18 procent deeltijdpleegzorg, vooral weekend- en vakantieopvang. Ten opzichte van 2022 is er daarin een daling. Toen zat 24 procent van de kinderen in deeltijdpleegzorg.

De meeste plaatsingen, 77 procent, betroffen voltijdpleegzorg. In 5 procent van de gevallen ging het om een combinatie van deeltijd- en voltijdpleegzorg.

Leeftijd van pleegkinderen

Van de kinderen en jongeren die in een pleeggezin zijn geplaatst zijn de meeste kinderen tussen de 5 en 11 jaar. De verdeling pleegkinderen per leeftijdscategorie is, met uitzondering van 18-plussers, jarenlang min of meer hetzelfde. Sinds 1 juli 2018 is het mogelijk voor pleegkinderen om tot hun 21ste in een pleeggezin te blijven, tenzij zij zelf aangeven dit niet meer te willen (Pleegzorg Nederland, 2024).

In 2023 is de verdeling over de verschillende leeftijdsgroepen als volgt:

Leeftijd Kinderen en jongeren in 2023
bij pleeggezin geplaatst
Alle pleegkinderen op 31-12-2023
in pleeggezin
0 - 4 jaar 30 procent 10 procent
5 - 11 jaar 34 procent 34 procent
12-14 jaar 16 procent 19 procent
15-17 jaar 17 procent 20 procent
18 jaar en ouder 3 procent 17 procent

Definitie

Een pleeggezin neemt voor korte of langere tijd een kind op in het gezin dat niet thuis kan wonen. De pleegouders in het pleeggezin worden hierbij begeleid door een pleegzorgaanbieder. De ouders van het kind worden betrokken bij de hulpverlening. Pleegzorg is een vorm van jeugdhulp die onder de Jeugdwet en daarmee onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten valt.

Deniz Ince

Drs. Deniz Ince

medewerker inhoud