Hoe zorg je voor een fijne sfeer in het gezin?

Tijd voor elkaar

Je wil natuurlijk dat iedereen het fijn heeft thuis. Iedereen heeft de ruimte nodig om zichzelf te ontwikkelen. Hoe ouder kinderen worden, hoe meer eigen interesses ze krijgen. Je kind zal ook steeds meer naar leeftijdgenoten toe trekken. Probeer ook leuke dingen met elkaar te blijven doen, zoals een dagje naar het strand of een spelletjesavond met het gezin. Bij elkaar betrokken zijn is belangrijk om elkaar steun te kunnen blijven bieden.

Ondersteun je kind op een positieve manier. Geef bijvoorbeeld complimenten bij gewenst gedrag. Let erop dat je dan wel complimenten geeft die je echt meent, en dat die gaan over het gedrag van je kind. Bijvoorbeeld: 'Wat goed dat je je kamer hebt opgeruimd!' of 'Ik vind het fijn dat je hebt laten weten hoe laat je 's avonds thuis was'. Op de pagina Wat is belangrijk bij opvoeden? vind je meer tips.

Ook de relatie met je partner is belangrijk. Neem de tijd voor elkaar, en blijf met elkaar praten. Bespreek wat je lastig vindt en wat voor jullie een goede manier is om het thuis gezelliger te maken. Laat merken dat je elkaar waardeert en sta open voor elkaars gevoelens.

Praat met elkaar

Als het thuis even niet zo lekker loopt, is het belangrijk om als gezin met elkaar in contact te blijven. Probeer zo goed mogelijk naar elkaar te luisteren. Sluit zo veel mogelijk aan op de behoeften van je kind. Praat regelmatig met elkaar en kies daar rustige momenten voor uit, bijvoorbeeld op zondagochtend bij het ontbijt. Dan heb je de tijd om goed naar elkaar te luisteren. Vraag aan je gezinsleden hoe het met hen gaat. En of er iets is wat zij graag anders zouden zien. Jullie kunnen samen dingen bedenken die het gezellig maken, bijvoorbeeld een avond samen koken.

Misschien reageert je kind gefrustreerd, boos of verdrietig. Dit kan gebeuren en hoort er soms bij. Bespreek met je kind wat er aan de hand is. Het is van belang dat je rustig blijft. Als je zelf veel stress ervaart, is het moeilijker om een fijn gesprek te voeren. Misschien wil je kind het liever niet met jou bespreken. Laat hem of haar dan weten dat het ook goed is als hij of zij er met iemand anders over praat, bijvoorbeeld met de leerkracht of mentor.

Blijf zelf ook in contact met andere mensen uit het leven van je kind. Bijvoorbeeld met de leerkracht, voetbalcoach of andere ouders. Want opvoeden doe je niet alleen. Maak je je zorgen over hoe het met je kind gaat? Op de pagina's Mijn kind voelt zich niet fijn en Gaat het goed met mijn puber? kun je meer lezen over praten met je kind en je zorgen delen met anderen.

Omgaan met zorgen

Misschien loopt het thuis niet goed. Problemen met werken, wonen, gezondheid of inkomen kunnen veel stress veroorzaken. En misschien lukt het je dan niet om een fijne sfeer te creëren. Als je veel zorgen hebt, dan kan het helpen om hierover te praten met mensen in je omgeving. Door erover te praten raak je vaak al stress kwijt. En misschien hebben zij dezelfde ervaring of tips om met bepaalde problemen om te gaan. Of ze kunnen jou en je gezin helpen door af en toe een klus van je over te nemen of met je puber praten. Dat kan jou ruimte geven om op adem te komen en naar oplossingen te zoeken.

Heb je te maken met problemen die niet zomaar verdwijnen? Wacht dan niet te lang met het zoeken van professionele hulp, bijvoorbeeld via het wijkteam of je huisarts. Zij weten de weg naar ondersteuning in jouw omgeving, bijvoorbeeld op financieel of medisch gebied. Door de juiste hulp te zoeken voor dingen waarover je je zorgen maakt, kun je hopelijk weer meer aandacht besteden aan je gezin. Het is belangrijk dat je samen met je kind en de school onderzoekt hoe je ervoor kunt zorgen dat het op school goed blijft gaan met je kind, ook als andere zaken in het gezin aandacht vragen.