Wat speelt er rond inclusief onderwijs?

Al decennia wordt er gewerkt om het onderwijsstelsel meer inclusief te maken. Op deze pagina staan de meest actuele én historische ontwikkelingen op een rij. Dit kan gaan over visies, beleid, onderzoek en cijfers. 

Actuele ontwikkelingen

Mei 2024: Debat Tweede Kamer: Passend onderwijs is voorwaarde

Kamerleden pleitten tijdens het debat op 29 mei dat de basis van passend onderwijs op orde moet zijn, omdat dit volgens hen een belangrijke voorwaarde is om tot inclusief onderwijs te komen.

Mei 2024: Voortgang Route naar inclusief onderwijs 2035

In deze brief aan de Tweede Kamer staat de voortgang van de Route naar Inclusief onderwijs 2035. Er wordt gewerkt aan: 

  • het stimuleren van voorlopers: het creëren van meer ruimte voor samenwerking tussen regulier en speciaal onderwijs met de beleidsregel Inclusieve leeromgeving.
  • inzicht krijgen in benodigde voorwaarden: het uitwerken van wat er nodig is voor goede ondersteuning en toerusting van leraren en voor inclusieve onderwijshuisvesting.
  • kennisdeling: het organiseren van landelijke themabijeenkomsten, een ondersteuningsprogramma en betere informatievoorziening over inclusief onderwijs.

Mei 2024: Inclusief onderwijs concreter

Het Beleidskader: met elkaar voor alle kinderen en jongeren maakt duidelijker wat onder inclusief onderwijs wordt verstaan. En wat kenmerken zijn van een inclusieve leeromgeving op school. Zo staat in het kader dat inclusief onderwijs gericht is op inclusie van álle kinderen en jongeren. Deze omschrijving sluit aan op de kinderrechten zoals vastgelegd in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind.

Mei 2024: Visie van jongeren

In het visiedocument Onze toekomst, ons onderwijs laten verschillende jongerenorganisaties zien hoe de ambitie van inclusief onderwijs concreter te maken. De publicatie is het vervolg op Pamflet bijeenkomst jongeren uit 2022.

Maart 2024: Praktijkvoorbeelden

Het magazine Verrassend Passend van het Steunpunt Passend onderwijs praktijkvoorbeelden van inclusief onderwijs in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs. De verhalen laten zien dat inclusief onderwijs geen abstract concept is, maar iets tastbaars. Scholen en leraren werken met vastberadenheid en creativiteit aan een leeromgeving waarin elke leerling, ongeacht achtergrond of capaciteit, zich welkom en ondersteund voelt.

Februari 2024: Onderzoek: positief effect op cognitieve ontwikkeling

De Kennisrotonde van het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) beantwoordt vragen uit het onderwijsveld op basis van wetenschappelijk onderzoek. Dit zijn de antwoorden op twee vragen over inclusief onderwijs: Inclusief onderwijs en cognitieve ontwikkeling en Inclusief onderwijs en sociaal-emotionele ontwikkeling.

Onderzoek laat zien dat inclusief onderwijs een positief effect heeft op de cognitieve ontwikkeling van leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften. Effecten van inclusief onderwijs op de sociaal emotionele ontwikkeling van leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften varieert. 

Maart 2023: Werkagenda Route naar inclusief onderwijs 3035

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap stuurt de Tweede Kamer de Werkagenda Route naar inclusief onderwijs 2035. Het doel van de werkagenda is dat er in 2035 in Nederland een inclusief onderwijssysteem bestaat, waarin leerlingen met en zonder een extra ondersteuningsbehoefte samen naar school gaan. De Werkagenda richt zich op een nog betere samenwerking tussen onderwijs en zorg om op alle scholen een context- en groepsgerichte aanpak te realiseren. Dit betekent dat leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte groepsgerichte hulp en zorg op school krijgen. Andere kinderen hebben daar ook baat bij. De Werkagenda Route moet het mogelijk maken dat elk kind dicht bij huis, samen met vrienden uit de buurt, naar de school van diens keuze kan gaan.

December 2022: Jongerenpamflet

Het pamflet Onze toekomst, ons onderwijs is de uitkomst van een jongerensessie met het ministerie van OCW. Aanwezige jongeren vertellen wat zij belangrijk vinden bij inclusief onderwijs: onderwijs waarbij kinderen met en zonder beperking of ziekte samen naar school gaan.

Eerder in het nieuws

Uit het evaluatieonderzoek Passend Onderwijs onder regie van het NRO blijkt dat de invoering van passend onderwijs de organisatie van de ondersteuning van leerlingen en studenten heeft verbeterd. Bij leraren en ouders heeft de stelselwijziging verwachtingen gewekt, maar niet allemaal waargemaakt. Het effect op leerlingen en studenten is niet goed vast te stellen.

De Onderwijsraad laat in het advies Steeds Inclusiever zien hoe het onderwijs inclusiever kan worden voor leerlingen en studenten met een beperking. Inclusiever onderwijs betekent volgens de Onderwijsraad dat scholen in het primair en voortgezet onderwijs in elk geval lichte ondersteuning bieden en toewerken naar zwaardere ondersteuning van kinderen met een beperking. Deze ondersteuning bevat drie elementen: leerlingen met een beperking krijgen hulp om naar school te kunnen, hun school is dicht bij huis en ze volgen onderwijs samen met leerlingen zonder een beperking.

De beweging Naar inclusiever onderwijs (NIO) is gestart. Onder de vlag van dit platform is een brede beweging vanuit het onderwijsveld zelf in gang gezet. De initiatiefnemers zijn: Vereniging voor openbaar en openbaar toegankelijk onderwijs, Vereniging voor katholiek en christelijk onderwijs en het Nederlands Centrum voor Onderwijs en Jeugdzorg (NCOJ). Deze beweging heeft de ambitie te werken naar een onderwijssysteem waarin alle kinderen zoveel mogelijk samen naar dezelfde school gaan.

In 2017 roept het College voor de Rechten van de Mens, de toezichthouder op de naleving van het VN-Mensenrechtenverdrag Handicap in Nederland, in de eerste VRPH-jaarrapportage de regering al op een duidelijke definitie van inclusief onderwijs op te nemen in onderwijswetgeving: een definitie te hanteren die strookt met de VN-Verdragen en inclusief onderwijs als uitgangspunt van het onderwijsbeleid. Volgens het College concludeert is de huidige wetgeving in Nederland niet ontworpen voor het realiseren van inclusief onderwijs. Het College wijst erop dat het VRPH en het IVRK inclusief, gelijkwaardig en kwalitatief goed onderwijs voor iedereen ten doel stellen. Nederland heeft beide verdragen geratificeerd en moet er dus alles aan doen om dit doel te realiseren.

In 1989 ratificeert Nederland het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. In 2016 gebeurt dat ook bij het VN-verdrag Handicap. Volgens het VN-Kinderrechtenverdrag heeft ieder kind recht op onderwijs en dit moet gebaseerd zijn op gelijke kansen (artikel 28 IVRK). Het onderwijs moet gericht zijn op de zo volledig mogelijke ontplooiing van het kind (artikel 29 IVRK). Een vergelijkbare bepaling is opgenomen in het Internationaal Verdrag inzake de Rechten voor Personen met een Handicap. Sinds deze ratificatie is er een grotere roep om inclusief onderwijs, waarbij kinderen met en zonder een beperking zoveel mogelijk gezamenlijk naar school gaan ongeacht hun ondersteuningsbehoefte. 

Het systeem van passend onderwijs, Wet Passend Onderwijs, is in het basisonderwijs en voortgezet onderwijs ingevoerd. Met als doel om alle kinderen een plek te geven die past bij hun ondersteuningsbehoefte, met als uitgangspunt 'regulier als het kan, speciaal als het moet'. Scholen krijgen een zorgplicht voor leerlingen en worden verantwoordelijk voor het vinden van een passende plek. Het ondersteuningsprofiel van de school moet worden vastgelegd in de schoolgids. Voor de uitvoering van de zorgplicht werken scholen samen met andere scholen in een samenwerkingsverband passend onderwijs. Deze samenwerkingsverbanden ontvangen geld voor extra ondersteuning. Ze verdelen dit geld over de scholen in hun regio.

Het wetsvoorstel Wet primair onderwijs voegt de bepalingen voor het basisonderwijs en speciaal onderwijs samen voor kinderen met leer- en opvoedingsmoeilijkheden (lom), moeilijk lerende kinderen (mlk) en in hun ontwikkeling bedreigde kleuters (iobk) in een Wet op het primair onderwijs. Scholen voor enkele andere categorieën zeer moeilijk opvoedbare kinderen komen onder de Wet op de expertisecentra te vallen.

In de Wet op de Expertisecentra wordt het speciaal onderwijs (so) onderverdeeld in vier clusters van expertise: blinde en slechtziende kinderen; dove en slechthorende kinderen; gehandicapte en langdurig zieke kinderen; kinderen met stoornissen en gedragsproblemen. Ouders kunnen er ook voor kiezen om hun kind met een leerlinggebonden financiering (een 'rugzakje') in het regulier onderwijs te plaatsen. De so-scholen krijgen daarvoor gezamenlijk de functie van Regionale Expertise Centra met twee taken: het bieden van speciaal onderwijs en ambulante begeleiding van 'rugzakleerlingen' in het reguliere onderwijs.

De beleidsnota Weer samen naar school heeft als doel om de groei van het speciaal onderwijs af te remmen. En het onderwijs in staat te stellen om kinderen met beperkingen of problemen zo lang mogelijk gewoon onderwijs te bieden. Daarvoor moeten 'reguliere' en 'speciale' scholen in overzichtelijke groepsverbanden gaan samenwerken. Ook moeten zij onderling afspraken maken om de ondersteuning van kwetsbare leerlingen op school te verbeteren en het geld daarvoor efficiënt in te zetten.

Het onderzoek Groei van het speciaal onderwijs laat een grote toename van leerlingen in het speciaal onderwijs zien. Vanaf de jaren tachtig begint het speciaal onderwijs spectaculair te groeien. In 1986 jaar neemt het aantal (v)so-leerlingen toe met 3.500, bijna tweemaal zoveel als de gemiddelde jaarlijkse toename in de voorgaande 35 jaar. De groei speelt vooral bij de LOM-scholen: kinderen met leer en opvoedmoeilijkheden. De onderzoekers vinden geen eenduidige verklaring, maar geven aan dat de groei het gevolg is van een complex samenspel van factoren. 

Wil je elke week een overzicht van ons nieuws voor en over het jeugdveld? Meld je aan voor onze gratis Nieuwsbrief Jeugd.

Eva de Jong

Eva de Jong

senior medewerker inhoud