Identiteitsontwikkeling en radicalisering

Tijdens het volwassen worden ontwikkelen jongeren hun eigen identiteit. Jongeren ontwikkelen hun eigen waarden en normen en proberen hun plek in de samenleving te vinden. Bij jongeren die radicaliseren speelt de identiteitsontwikkeling vaak een belangrijke rol.

De sociale identiteitstheorie

Elk mens heeft een eigen identiteit. Je identiteit is wie je bent, hoe je denkt en wat je belangrijk vindt. Identiteiten ontwikkelen door de sociale wisselwerking tussen hoe we onszelf zien en hoe anderen ons zien. Identiteiten bestaan uit drie onderdelen:

  1. Zelfbeeld: wie ben ik?
  2. Presentatie: wat laat ik aan de wereld zien?
  3. Toeschrijving: hoe ziet de wereld mij?

De sociale identiteitstheorie beschrijft aan de hand van drie processen hoe identiteiten ontstaan in relatie tot de sociale omgeving. Die drie processen zijn:

  1. Sociale categorisatie: mensen begrijpen de samenleving door deze in te delen in sociale groepen.  
  2. Sociale identificatie: mensen gaan zich gedragen naar hoe ze denken dat je je hoort te gedragen binnen de sociale groep waar ze bij willen horen.
  3. Sociale vergelijking: mensen vergelijken hun eigen groep met andere groepen, vaak in termen van status. Dit draagt bij aan het gevoel van eigenwaarde. Als je je eigen groep positiever beoordeelt dan een andere groep, voel je je ook positiever over jezelf.

Wat is identiteitsontwikkeling?

Identiteitsontwikkeling is onderdeel van het volwassen worden. Het is een zoektocht naar wat jou uniek maakt en met wie je je identificeert. Je identiteit ontwikkelt je hele leven door, maar het is vooral sterk aan de orde tijdens de adolescentie. Identiteitsontwikkeling helpt jongeren los te komen van hun ouders, doordat ze meer leren over wie ze zelf zijn of willen zijn. Ze ontdekken hun eigen waarden en opvattingen en vinden uit bij welke groepen ze willen horen. De invloed van anderen verandert. Jongeren proberen meer los te komen van hun ouders, terwijl vriendschappen met andere jongeren in deze levensfase veel belangrijker worden. Jongeren spiegelen zich aan anderen om uit te vinden wie ze zelf willen zijn.

Identiteitsontwikkeling kent twee drijfveren: de drang om ergens bij te horen, oftewel acceptatie. En de behoefte om ergens in uit te blinken oftewel excellentie. Zo hoor je enerzijds bij een groep en ben je anderzijds een eigen individu.

Dat jongeren soms radicale ideeën hebben is niet raar. Het past namelijk bij de identiteitsontwikkeling. Ze ontwikkelen en experimenteren met hun meningen en ideeën om zo erachter te komen wat hun idealen zijn. Wanneer jongeren echter verstrikt raken in hun radicale ideeën en deze een gevaar gaat vormen voor zichzelf of hun omgeving, spreken we van zorgwekkende radicale ideeën.

Invloed van identiteitsontwikkeling op radicalisering

Wij-zij-denken

Bij identiteitsontwikkeling vergelijken mensen hun eigen groep met andere groepen. Daarbij ontstaat een vorm van wij-zij-denken. Mensen gaan zichzelf en hun eigen groep 'beter' vinden dan mensen die tot een andere groep horen. Dat hoeft niet erg te zijn. Het is prettig om je fijn te voelen bij de groep waar je bij hoort. Dat geeft een positief gevoel van eigenwaarde.

Het verschil met jongeren die zorgwekkende radicale gedachten hebben, is dat zij sterke negatieve gevoelens hebben over specifieke andere groepen. Binnen hun radicale groep worden deze gevoelens alleen maar meer gevoed en versterkt.

Identiteitsvragen

Jongeren willen antwoord op hun identiteitsvragen: 'wie ben ik?' en 'waar hoor ik bij?'. Bij de meeste jongeren verloopt dit proces goed, doordat ook hun sociale omgeving hen hierin ondersteunt. Binnen een radicaliseringsproces speelt deze zoektocht naar identiteit vaak een centrale rol.

Bij jongeren die kampen met frustraties of uitsluiting is goede steun vanuit de sociale omgeving nog belangrijker. Als deze jongeren niet goed gestuurd en gesteund worden door hun sociale omgeving, kunnen ze de antwoorden op hun identiteitsvragen vinden in radicale ideeën. Een antwoord op de identiteitsvragen is bijvoorbeeld dat andere groepen de oorzaak van de frustraties zijn. Dit kan de jongere het gewenste gevoel van eigenwaarde geven. De schuld van de frustraties ligt namelijk niet bij de jongere zelf, maar bij een ander. De jongere krijgt een negatieve kijk op een andere groep en sluit aan bij andere jongeren die dezelfde radicale ideeën hebben. Zo vindt de jongere een groep waarmee deze zich kan identificeren.

Er zijn heel veel verschillende manieren hoe jongeren kunnen radicaliseren. Daarvoor is geen vaste route. Maar de 'identiteitszoeker' is wel een van de vier types radicaliserende jongeren. Deze jongeren zoeken een groep waar ze bij kunnen horen en hen een duidelijke identiteit biedt. Op deze pagina lees je meer over drijfveren die kunnen leiden tot radicalisering.

Hoe kun je bijdragen aan een positieve identiteitsontwikkeling?

Jongeren die positief naar zichzelf en de toekomst kijken, hebben een positieve identiteit. Dit is een belangrijke beschermende factor voor een positieve ontwikkeling. Professionals kunnen hieraan bijdragen.

Preventief bijdragen aan identiteitsontwikkeling moet niet gericht zijn op het voorkomen van ongewenst gedrag, zoals radicalisering of criminaliteit. Op die manier beperk je de ruimte van jongeren. Jongeren hebben juist ruimte nodig om te ontdekken en onderzoeken. Zo kunnen ze erachter komen wie ze willen zijn. Als je preventief wilt bijdragen aan identiteitsontwikkeling kun je als professional beter inzetten op veerkracht: het vermogen om goed om te gaan met veranderingen en uitdagingen in het leven.

Vier leidende principes voor veerkrachtige identiteitsvorming

Als professionals, jongeren en mensen uit hun omgeving samenwerken aan veerkrachtige identiteitsvorming kunnen vier leidende principes helpen:

1. Helpen worden wie je bent

Jongeren bewust maken van hun eigenheid, achtergrond, idealen en talenten. Jongeren niet benaderen vanuit risico's en het beperken van probleemgedrag, maar positief gedrag stimuleren en talenten bekrachtigen.

2. Ondermijnend gedrag afwijzen

Afspraken maken en nakomen. Als jongeren de regels niet nakomen, wordt ingegrepen en merken jongeren de consequenties. Daarbij laat men de overtreder niet vallen: de jongere blijft er gewoon bij en gaat verder door op een positieve manier.

3. Samen bouwen aan perspectief

Professionals helpen jongeren te ontdekken wat ze kunnen en wie ze kunnen zijn in de toekomst. Dit kan bijvoorbeeld met werkvormen als dialoog, spel, sport en kunst.

4. Belangen behartigen voor de maatschappelijke positie

Professionals begrijpen de achtergrond van de jongere en ze zetten zich in om deze te verbeteren. Bijvoorbeeld als jongeren te maken hebben met kansenongelijkheid of discriminatie. Professionals kunnen voor deze jongeren een belangrijke rol spelen naar beleidsmakers. Ook kunnen ze helpen om iets in de praktijk gedaan te krijgen voor jongeren.

  • Richtlijn Radicalisering
  • Sieckelinck, S. & Kaulingfreks, F. (2022). Speelruimte voor identiteit. Amsterdam University Press.
  • Heinich, N. (2019). Wat onze identiteit niet is. Prometheus.
  • Verhaeghe, P. (2012). Identiteit. Bezige Bij.
  • Tajfel, H. and Turner, J.C. (1986) The Social Identity Theory of Intergroup Behavior. In: Worchel, S. and Austin, W.G., Eds., Psychology of Intergroup Relation, Hall Publishers, p. 7-24.
  • Wat kun je doen aan polarisatie en radicalisering? Nederlands Jeugdinstituut (nji.nl)
  • Gielen, A.-J., Peeters, M., Wouterse, L., & Wonderen, R. van (2021). Werken aan weerbaarheid van Haagse leerlingen. Een evaluatie van de projecten VIP, MIJ en MIJ jr. Gemeente Den Haag.
  • Feddes, A., Nickolson, L., & Doosje, B. (2015). Triggerfactoren in het radicaliseringsproces. ESS/Universiteit van Amsterdam.
  • Mellis, C. (2007). Amsterdam and radicalisation: the municipal approach. In Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties en Ministerie van Justitie (Ed.), Radicalization in broader perspective, p. 40-48. The national coördinator for counterterrorism.

 

Hannes van de Ven

Hannes van de Ven

onderzoeker / adviseur