Samenwerken: hoe doe je dat goed?

Goed samenwerken met collega's en partners in het jeugdveld is belangrijk voor het ondersteunen van kinderen, jongeren en gezinnen. Door elkaars kennis en kwaliteiten te benutten, versterk je de aanpak en sluit je beter aan op de behoeften van gezinnen. Dit gaat niet alleen om het uitvoeren van beleid, maar ook om het bieden van passende hulp en inspirerende activiteiten. Wat draagt bij aan een goede samenwerking? En welke rol spelen taal en de diversiteit aan belangen hierin?

Wat draagt bij aan een goede samenwerking?

Een goede samenwerking draagt bij aan een positieve werksfeer. Wanneer professionals gezamenlijk problemen aanpakken, elkaar ondersteunen en hun kennis delen, ontstaat er meer verbinding.

Deze elementen dragen bij aan een goede samenwerking:

  1. Een duidelijk doel hebben – Zorg dat alle betrokkenen weten wat het doel is van het team of de samenwerking. Wat willen jullie samen bereiken? Maak het doel SMART: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdsgebonden. Een helder doel geeft richting aan de samenwerking.
     
  2. De reden achter het doel verduidelijken – Zorg ervoor dat iedereen begrijpt waarom jullie dat doel willen bereiken. Wat is de motivatie erachter en waarom is dit doel belangrijk?
     
  3. Duidelijke rollen en taakverdeling creëren – Zorg dat rollen en taken voor iedereen duidelijk zijn. Wie doet wat? Wie is verantwoordelijk? Wie heeft de leiding en wie neemt beslissingen?
     
  4. Betrokkenheid tonen – Toon interesse in elkaars werk en vraag ernaar. Jullie dragen samen de verantwoordelijkheden en uitdagingen. Samen draag je het proces en de tegenvallers. Vergeet niet om ook samen successen te vieren.
     
  5. Empathie tonen – Empathie gaat over inlevingsvermogen. Leef mee met een collega als je ziet dat die gespannen is voor een presentatie. Maak ruimte voor een kopje koffie of een ommetje met degene die een pittige ervaring had. Een empathische houding draagt ook bij aan het contact met kinderen, jongeren en ouders. Zie de ander, ben er voor elkaar.
     
  6. Tijd maken voor informeel leren – Neem de tijd om ervaringen uit te wisselen, casussen te bespreken of artikelen te delen. Door informeel te leren versterk je de professionele ontwikkeling en de samenwerking van het team.
     
  7. Gelijkwaardig samenwerken – In jullie samenwerking zijn jullie gelijkwaardig. Ieders werk is belangrijk en draagt bij aan de gezamenlijke doelen.
     
  8. Dezelfde taal spreken – Zorg er daarom voor dat iedereen dezelfde betekenis aan woorden geeft. Dit voorkomt misverstanden en zorgt ervoor dat iedereen elkaar begrijpt.
     
  9. Waarderen en respecteren – Houd je aan de gemaakte afspraken en geef aan wanneer iets niet lukt. Dit zorg voor een veilige omgeving waar iedereen open kan zijn over uitdagingen.
     
  10. Uitgaan van positieve intenties – Ga uit van de goede bedoelingen van je collega's. Iedereen wil het beste bereiken, ook al kan dit op verschillende manieren worden gezien. Bespreek dit met elkaar.
     
  11. Een gezonde feedbackcultuur creëren – Geef elkaar constructieve feedback. Ook als iets niet goed ging, kunnen jullie daarvan leren. Wees open over fouten en twijfels en leer van elkaar.
     
  12. Omgaan met verschillende belangen – In een team werken mensen met verschillende achtergronden en perspectieven. Het is belangrijk om deze verschillen te erkennen en open gesprekken te voeren over elkaars belangen. Hierdoor kunnen jullie beter samenwerken en oplossingen vinden die voor iedereen werken.

Spreken van dezelfde taal en omgaan met verschillende belangen

Goede communicatie en begrip binnen een groep mensen die samenwerken, beginnen bij het spreken van dezelfde taal en het omgaan met verschillende belangen. Als teamleden of samenwerkingspartners elkaar niet begrijpen of elkaars belangen negeren, kan dit leiden tot miscommunicatie, frustratie en een slechte samenwerking. Het is belangrijk om hier aandacht aan te besteden om de samenwerking te verbeteren.

Spreken van dezelfde taal

Soms begrijpt iemand niet wat je zegt. Vooral als teamleden of samenwerkingspartners vakjargon gebruiken. Soms gebruiken mensen met wie je samenwerkt andere woorden dan jij om een gevoel of een waarneming uit te drukken. Het is dus niet vanzelfsprekend dat de taal die iemand spreekt voor iedereen dezelfde betekenis heeft. Helderheid in taalgebruik bevordert de samenwerking, voorkomt verwarring en zorgt voor meer onderling begrip. Het is belangrijk om hier bij stil te staan en elkaar vragen te stellen als je merkt dat er onduidelijkheid is.

Hoe ontdek je dat je niet dezelfde taal spreekt?

Tijdens een gesprek of bijeenkomst kan een vragende blik of bepaalde lichaamshouding al aangeven dat iets onduidelijk is. Het is minder zichtbaar wanneer de samenwerking niet vooruit lijkt te gaan of wanneer er steeds weer vragen blijven komen over hetzelfde, zoals de bedoeling of aanpak. Dit kan komen door verschillende betekenissen die iemand aan begrippen geeft. Iemand kan net iets anders verstaan onder een omschrijving of een heel andere betekenis geven aan een containerbegrip. Het helpt dan om door te vragen naar wat iemand bedoelt of om te e controleren of je op dezelfde lijn zit. Je kunt bijvoorbeeld doorvragen ter verduidelijking, naar de feiten of naar de verwachtingen van anderen.

Doorvragen ter verduidelijking

  • Ik begrijp niet wat je bedoelt, wil je het nog eens uitleggen?
  • Gaat het over...?
  • Kun je daar een voorbeeld van geven?

Doorvragen naar betekenis

  • Wat versta je onder...?
  • Wat bedoel je precies met...?
  • Ik hoor je ... zeggen, wat houdt dat in?

Doorvragen naar feiten

  • Waar ligt dit vast?
  • Wanneer was dat?
  • Wat is het beleid van de gemeente?
  • Wat zegt het wettelijk kader?

Doorvragen op een waarneming of gevoel

  • Is zie een vragende blik, is het voor jou duidelijk?
  • Ik heb het gevoel dat we niet op één lijn zitten, klopt dat?
  • Klopt het dat deze aanpak weerstand bij je oproept?

Doorvragen naar verwachtingen

  • Waar willen jullie samen op uitkomen?
  • Wat verwacht je van mij?
  • Hoe zie jij onze rolverdeling?

Omgaan met verschillende belangen

Er kunnen verschillende en uiteenlopende belangen zijn als je met andere organisaties samenwerkt. Zoals de belangen van de doelgroep, het individu of financiële overwegingen. Dit hoeft geen probleem te zijn; verschillende belangen kunnen elkaar juist versterken. Het is belangrijk om elkaar kritische vragen te stellen. Problemen ontstaan pas wanneer deze belangen niet besproken worden of elkaar in de weg zitten.

Begin daarom met het ontdekken van elkaars belangen door vragen te stellen als:

  • Wat hopen jullie eruit te halen?
  • Wanneer zijn jullie tevreden?
  • Wat denken jullie dat het beste is in deze situatie?
  • Wat zijn jullie prioriteiten in deze samenwerking?
foto Martine Broere

Martine Broere

senior medewerker inhoud
m.broere [at] nji.nl