Sociale cognitie
In sociale situaties moet je de intenties van anderen inschatten. Als iemand iets gemeen bedoelt, zul je waarschijnlijk anders reageren dan als iemand duidelijk goede bedoelingen heeft. Kinderen moeten daarom de intentie van anderen correct interpreteren om te bepalen of de ander iets op een negatieve, neutrale of positieve manier bedoelt.
Negatieve intentie
Als kinderen de intenties niet goed kunnen lezen bij anderen, kunnen ze een negatieve interpretatiebias krijgen. Dit houdt in dat een kind uitgaat van een negatieve intentie bij een ander, terwijl deze eigenlijk neutraal of zelfs positief is. Gerelateerd aan pesten kunnen kinderen meer negatieve signalen zien en hierdoor denken dat anderen hen afkeuren.
Negatief gedrag
Ook kinderen die zelf pesten hebben moeite om sociale informatie goed te interpreteren, wat kan bijdragen aan negatief gedrag. Kinderen die pesten omdat ze zich aangevallen voelen door anderen (reactief pesten), hebben vaker het idee dat anderen negatief zijn over hen, waardoor ze zich sneller aangevallen voelen. Ook hebben zij meer moeite om de emoties van anderen te herkennen en begrijpen, waardoor zij vaker denken dat anderen boos op hen zijn.
Negatieve gevoelens
Als kinderen meer negatieve emoties en intenties bij anderen zien, krijgen ze zelf ook meer negatieve gevoelens en zullen zij eerder agressief reageren. Kinderen die pesten om voor zichzelf iets te bereiken (proactief pesten), hebben vooral een (te) positieve verwachting van agressie: zij denken dat agressie en pesten hen voordeel oplevert en dat anderen hen nog steeds aardig zullen vinden als ze onaardig doen. Hierdoor zijn zij eerder geneigd om agressief te reageren.
Alternatieve interpretatie
Wanneer een kind uitgaat van een negatieve intentie bij de ander, gebeurt dat grotendeels onbewust en is daarom moeilijk te veranderen. Het is belangrijk om kinderen bewust te maken van hun interpretaties en waar nodig alternatieve interpretaties aan te dragen. Zo kunnen ze beter inzicht krijgen in zichzelf en in elkaar. Als iemand tegen je aanstoot, wat denk je dan? Deed iemand je met opzet pijn, was het een ongeluk, of grappig bedoeld?
Verwachtingen
Als kinderen veel negatieve ervaringen hebben gehad, kan het hen helpen zich bewust te zijn van hun eigen verwachtingen. Door zich af te vragen of hun interpretatie klopt, of dat er alternatieven zijn, kunnen ze erachter komen of hun onbewuste negatieve verwachtingen kloppen. Kinderen vanaf ongeveer 8 jaar zijn steeds beter in staat om na te denken over hun eigen gedachten en interpretaties. Hierdoor zijn ze in toenemende mate in staat hun gedachten te herinterpreteren, zoals: Hij liet me niet expres struikelen, het was maar een ongeluk.
Bronnen
Auteurs: Dr. Neeltje van den Bedem, Universiteit Leiden en Sanne Kellij, Rijksuniversiteit Groningen, NWA startimpuls NeurolabNL
- Camodeca, M., & Goossens, F. (2005). Aggression, social cognitions, anger and sadness in bullies and victims. Journal of Child Psychology and Psychiatry and Allied Disciplines, 46(2), 186-197.
- Crick, N. R. & Dodge, K. A. (1994). A review and reformulation of social-information.
- Crick, N. R., & Dodge, K. A. (1996). Social information-processing mechanisms on reactive.
- Fields, L., Prinz, R. J. (1997). Coping and adjustment during childhood and adolescence and proactive aggression. Child Development, 67, 993–1002. Childhood and adolescence: an integrative review and critique of research. International Journal of Behavioral Development, 35, 1–17. Clinical Psychology Review,17, 937-976. Heightened neural responses to social exclusion during adolescence. Journal of abnormal child psychology, 44(1), 43-55. Processing mechanism's in children's social adjustment. Psychological Bulletin, 115, 74-101.
- González-Díez, Z., Orue, I., & Calvete, E. (2017). The role of emotional maltreatment and looming cognitive style in the development of social anxiety symptoms in late adolescents. Anxiety, Stress and Coping, 20(1), 26-38.
- Hunter, S. C., Durkin, K., Heim, D., Howe, C., & Bergin, D. (2010). Psychosocial mediators and moderators of the effect of peer-victimization upon depressive symptomatology. Journal of Child Psychology and Psychiatry and Allied Disciplines, 51(10), 1141-1149.
- McIver, T. A., Bosma, R. L, Sandre, A., Goegan, S., Klassen, J. A., Julian C., Booij, L., & Craig, W. (2018). Peer victimization is associated with neural response to social exclusion. Merrill-Palmer Quarterly, 64(1), 135-161.
- Pornari, C. D.. & Wood, J. (2010). Peer and cyber aggression in secondary school students: The role of moral disengagement, hostile attribution bias, and outcome expectancies. Aggressive Behavior, 36, 81-94.
- Will, G. J., van Lier, P. A., Crone, E. A., & Güroğlu, B. (2016). Chronic childhood peer rejection is associated with
Lees ook
-
Negatieve groepsnorm
Negatieve groepsnormVoor wieProfessionalsPesters proberen vaak sociale status te krijgen via pesten. Een positieve groepsnorm rondom pesten, is een belangrijke risicofactor. Lees hier meer informatie.
-
Emotionele competentie en empathie
Emotionele competentie en empathieVoor wieProfessionalsKinderen die onzeker zijn of moeite hebben hun emoties te reguleren, zijn vaker het doelwit van pesters.
-
Communicatieve vaardigheden
Communicatieve vaardighedenVoor wieProfessionalsKinderen die minder taalvaardig zijn hebben moeite met interacties & hebben daardoor moeite met sociaal taalgebruik. Lees meer over de rol hiervan bij pesten