Invloed van de opvoedomgeving
Professionals en beleidsmakers maken zich zorgen over opvallend gedrag bij jonge kinderen. Het is belangrijk om te beseffen dat het 'probleem' niet altijd bij het kind zelf ligt. Vaak komt opvallend gedrag door vaardigheden die nog niet goed ontwikkeld zijn. Het is daarom belangrijk om te kijken naar de opvoedomgeving van kinderen. Wat speelt er in de omgeving en waardoor kan een kind zich minder goed ontwikkelen of laat het bepaald gedrag zien?
Onvoldoende ontwikkelde vaardigheden
Om te begrijpen waarom kinderen opvallend gedrag vertonen, is het belangrijk om te onderzoeken wat er achter dat gedrag zit. Vaak komt dit door vaardigheden die nog onvoldoende ontwikkeld zijn bij een kind. Hieronder staan voorbeelden van vaardigheden die niet genoeg ontwikkeld zijn en het gedrag dat daaruit kan voortkomen:
- Moeite met taal: kinderen die moeite hebben met taal, kunnen zich vaak minder goed uiten. Hierdoor kunnen ze zich terugtrekken in contact met anderen Of ze worden heel erg boos omdat anderen hen niet begrijpen. Ze kunnen ook gefrustreerd zijn, omdat ze niet kunnen zeggen wat ze willen.
- Weinig sociale vaardigheden: als kinderen veel tijd achter een beeldscherm doorbrengen, hebben ze vaak minder met andere kinderen gespeeld. Hierdoor leren ze minder goed hoe ze met rekening houden met anderen. Ze kunnen daarbij minder goed hun eigen wensen op een fijne manier duidelijk maken. Kinderen kunnen zich daardoor terugtrekken in sociaal contact of snel ruzie krijgen met andere kinderen.
- Weinig vertrouwen in anderen: kinderen die in een stressvolle situatie opgroeien, kunnen moeite hebben om anderen te vertrouwen en het reguleren van hun emoties. Ze kunnen hierdoor angstiger zijn in contact met anderen en hebben meer tijd nodig om zich te ontspannen in de groep. Kinderen kunnen ook sneller boos of agressief worden als zij zich onzeker of aangevallen voelen.
Samenhang tussen ontwikkelingsgebieden
Als de ontwikkeling op één gebied niet goed verloopt, heeft dit vaak invloed op andere ontwikkelingsgebieden. Dit kan leiden tot opvallend gedrag. Een kind met communicatieproblemen heeft bijvoorbeeld vaak ook moeite met emotieregulatie. Hierdoor kan het zich terugtrekken of woedeaanvallen krijgen.
Opvallend gedrag of normale variatie in de ontwikkeling?
Het is belangrijk dat je beseft dat jonge kinderen zich op verschillende manieren ontwikkelen en de ontwikkeling vaak met sprongen verloopt. Het ene kind ontwikkelt eerst vooral de fijne motoriek en dan pas de grove motoriek, terwijl dit bij andere kinderen andersom gaat. Sommige kinderen worden snel boos, terwijl anderen emoties al beter kunnen beheersen. Deze variatie is normaal en betekent niet meteen dat er een ontwikkelingsprobleem is. Het is daarom belangrijk om gedrag van kinderen niet direct te vergelijken met de 'standaardontwikkeling'. Zo voorkom je dat een normaal verschil onnodig als probleem wordt bestempeld en behandeld.
Focus op individu kan meer problemen veroorzaken
Als we vergeten dat verschillen in ontwikkeling normaal zijn, gaan we te veel focussen op het herkennen en behandelen van opvallend gedrag bij individuele kinderen. Hierdoor krijgen de omstandigheden waarin een kind opgroeit te weinig aandacht. Het risico is dat het probleem te snel bij het kind zelf wordt gelegd. Behandeling of begeleiding richt zich dan vooral op het kind, terwijl de oorzaken ook in de omgeving kunnen liggen. Het probleem wordt dan niet opgelost en behandeling werkt minder goed of kan zelfs negatieve gevolgen hebben. Daarbij kan een classificatie of diagnose ervoor zorgen dat een 'probleem' als onveranderbaar wordt gezien. Hierdoor verwachten we minder ontwikkeling bij een kind. Een kind wordt dan niet meer voldoende gestimuleerd om zich te ontwikkelen. Ook kan het kind zelf het vertrouwen verliezen dat het zich nog kan ontwikkelen.
De invloed van de opvoedomgeving op de ontwikkeling van kinderen
Komen kinderen niet goed mee in de groep of laten ze opvallend gedrag zien? Het is aan de ene kant belangrijk dat je onderzoekt welke vaardigheden een kind nog onvoldoende heeft ontwikkeld en hoe die gestimuleerd kunnen worden. Aan de andere kant is het belangrijk te kijken naar de opvoedomgeving van een kind. Denk aan de manier waarop ouders opvoeden, hoeveel stress er is in een gezin en de mogelijkheid van ouders om hun kind te ondersteunen. Ook de drukte en sfeer in de groep en hoe opvoeders en andere kinderen reageren op het kind spelen een rol. Krijgt een kind voldoende kansen om zich te ontwikkelen? Is er een goede aansluiting tussen wat een kind al heeft geleerd en wat er wordt gevraagd in een situatie? De opvoedomgeving beïnvloedt welk gedrag van een kind wordt gestimuleerd en welke kennis en vaardigheden verder worden ontwikkeld.
Hoe reageert de omgeving op het gedrag van een kind?
Sommige kinderen zijn van nature drukker en onderzoekend, terwijl anderen rustiger of dromerig zijn. Deze verschillen in temperament beïnvloeden het gedrag van kinderen ende manier waarop ze omgaan met hun omgeving. Die interacties zijn weer van invloed op hoe kinderen zich verder ontwikkelen. Bijvoorbeeld: drukke en impulsieve kinderen krijgen vaan andere reacties van opvoeders dan kinderen die rustig en bedachtzaam zijn. Een kind dat snel boos wordt, is voor andere kinderen minder aantrekkelijk om mee te spelen. Ook opvoeders reageren vaak minder positief op het kind. Hierdoor krijgt het kind minder kansen om belangrijke vaardigheden te leren.
Krijgt een kind voldoende kans om zich te ontwikkelen?
Kinderen hebben baat bij een opvoedomgeving die hen liefde en veiligheid biedt, uitdaagt, stimuleert en de ruimte en tijd geeft om zich te ontwikkelen. Contact met verschillende opvoeders en andere kinderen is hierbij heel belangrijk. Jonge kinderen leren veel van samen dingen doen, samen spelen, samen kletsen in een omgeving waarin zij veel verschillende leerervaringen en positieve interacties hebben. Er zijn een aantal belangrijke punten om op te letten:
Regels en grenzen in de opvoeding
Voor de ontwikkeling van jonge kinderen zijn regels en grenzen belangrijk. Er zijn veel mogelijkheden en gevaren die een kind niet kan overzien. Opvoeders zijn nodig om duidelijke kaders te stellen en kinderen langzaam meer verantwoordelijkheid te geven. Ook bij het leren van emotieregulatie heeft een kind regels en grenzen nodig. Als een kind te weinig regels krijgt en alles mag doen wat het zelf wil, leert het minder goed hoe het kind rekening houdt met anderen. Kinderen kunnen dan bijvoorbeeld woedeaanvallen krijgen om hun zin te krijgen of hebben moeite om naar volwassenen te luisteren.
Regels en grenzen: waarom zijn die nodig?
Schermgebruik door kinderen
Smartphones, tablets en andere schermen spelen steeds meer een grote rol in het leven van kinderen. Dit heeft invloed op de ontwikkeling van kinderen. Jonge kinderen kunnen last hebben als ze veel achter een scherm zitten en als zij naar filmpjes kijken die niet goed passen bij hun leeftijd. Veel schermgebruik hangt bijvoorbeeld samen met slechtere slaap, overgewicht, een minder goede taalontwikkeling en moeite met het beheersen van het gedrag.
Schermgebruik kan ook andere leermomenten beperken. Als kinderen veel tijd achter een scherm zitten, hebben zij minder tijd om zelf te spelen, bewegen ze minder en spelen ze minder met andere kinderen samen. Ook vervelen ze zich minder, terwijl verveling kan zorgen dat een kind nieuwe dingen uitprobeert of leert om te gaan met momenten dat het moet wachten. Deze activiteiten zijn allemaal belangrijk voor de ontwikkeling.
Het schermgebruik kan ook belangrijke opvoedmomenten verminderen. Soms gebruiken ouders of opvoeders het scherm als "oppas" wanneer een kind zich verveelt, ergens op moet wachten of als ze even iets zonder hun kind willen doen. Dit is een makkelijke manier om een kind rustig te houden. Maar daardoor kunnen veel opvoedmomenten verloren gaan waarin ouders grenzen moeten stellen of hun kind moeten leren zichzelf te vermaken, te laten wachten en hun gedrag te reguleren.
Wat is een goede schermtijd voor mijn kind?
Schermgebruik door opvoeders
Het gebruik van de telefoon en andere media door ouders of opvoeders is een belangrijke stoorzender voor het contact met een kind. Als de televisie aanstaat of als volwassenen op hun telefoon kijken, praten ze minder met het kind. Ze kunnen minder goed reageren op de behoeften van hun kind en kinderen kunnen op een negatieve manier aandacht gaan vragen.
Hoe begeleid ik ouders in mediaopvoeding?
Tijd en ruimte om te spelen
Spelen is een van de belangrijkste manieren waarop kinderen leren. Vooral vrij spel en samenspelen met andere kinderen of opvoeders samen heeft een positieve invloed op alle ontwikkelingsgebieden. Zoals de taalontwikkeling, motorische ontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling. Daarnaast helpt spel bij de cognitieve ontwikkeling, waardoor kinderen later makkelijker leren. Kinderen hebben daarom tijd en ruimte nodig om te spelen.
Als kinderen te vroeg op schoolse manier moeten leren, stil moeten zitten in de kring en zich aan veel regels moeten houden, kan dit onbedoeld bijdragen aan tegendraads gedrag. Een kind dat nog niet goed begrijpt wat er verwacht wordt, moeilijk stil kan zitten of niet geïnteresseerd is in een lesje, wordt vaak onrustig en kan overkomen als tegendraads en lastig.
We zien in de opvoedomgeving van kinderen dat zij steeds vaker gestructureerd spelactiviteiten krijgen met vooraf bepaalde doelen. Ze hebben dan minder ruimte om zelf iets te bedenken. Hierdoor is er minder interactie en minder plezier dan bij vrij spel of spel met begeleiding.
Aansluiting tussen verschillende situaties
Kinderen groeien op in verschillende omgevingen, zoals thuis en op school. Deze situaties kunnen sterk verschillen in sfeer, opvoedstijl, regels en gewoontes. Dit kan moeilijk zijn voor een kind. Bijvoorbeeld een kind dat thuis veel vrijheid heeft of juist met strenge regels wordt opgevoed, zal moeten wennen aan de sfeer en structuur op school. Het moet leren wat daar wordt verwacht en moet soms nog vaardigheden ontwikkelen die het thuis minder heeft geleerd. Als kinderen thuis een andere taal spreken dan op een groep of school, is de aansluiting ook moeilijk. Kinderen kunnen dan moeilijk contact maken en meedoen. Zij hebben hulp en tijd nodig goed Nederlands te leren. Ook kinderen die opgroeien in stressvolle situaties, zoals door armoede of een onveilige situatie, hebben meer tijd en hulp nodig. Ze moeten zich eerst veilig voelen om zich te kunnen ontwikkelen. Het is belangrijk om deze kinderen te helpen bij de overgang van de thuissituatie naar de opvang of school.
Ondersteuning van gezinnen in armoede
Aansluiten bij de leefwereld en behoeften van ouders en kinderen
Bronnen
- Bonawitz, E., Shafto, P., Gweon, H., Goodman, N. D., Spelke, E., & Schulz, L. (2011). The double-edged sword of pedagogy: Instruction limits spontaneous exploration and discovery. Cognition, 120(3), 322-330.
- Chow, J. C., & Wehby, J. H. (2018). Associations between language and problem behavior: A systematic review and correlational meta-analysis. Educational Psychology Review, 30(1), 61-82.
- Coyne et al. (2017). Parenting and Digital Media. Pediatrics, 140. Doi: 10. 1542/ peds. 2016- 1758N
- De Winter, M. (2024). Medemenselijk opvoeden: Samenlevingspedagogiek voor een hoopvolle en daadkrachtige generatie. Amsterdam: Uitgeverij SWP.
- Fink, E., Begeer, S., Peterson, C. C., Slaughter, V., & De Rosnay, M. (2015). Friendlessness and theory of mind: A prospective longitudinal study. British Journal of Developmental Psychology, 33(1), 1-17.
- Fitzpatrick, C., Binet, M. A., Harvey, E., Barr, R., Couture, M., & Garon-Carrier, G. (2023). Preschooler screen time and temperamental anger/frustration during the COVID-19 pandemic. Pediatric Research, 94, 820-825.
- Hoex. J., S. Vlaardingerbroek, M. Balledux, P. Speetjens en C. Vink (2022). Opgroeien doe je samen. Bouwen aan een stevige pedagogische basis. Nederlands Jeugdinstituut
- Mieras, M. (2023). Onvervangbare jaren. Brancheorganisatie kinderopvang
- Slobodin, O., Hetzroni, O. E., Mandel, M., Saad Nuttman, S., Gawi Damashi, Z., Machluf, E., & Davidovitch, M. (2024). Infant screen media and child development: A prospective community study. Infancy, 29(2), 155-174.
- Stoep, J., Gubbels, J., Deckers, S., Radstaake, M. & Prijs, E. (2019). Van verdichting naar verlichting: Leraarcompetenties voor succesvolle communicatie in het PO en SO. Expertisecentrum Nederlands / Radboud Universiteit Van verdichting naar verlichting | Expertisecentrum Nederlands
- Swider-Cios, E., Vermeij, A. & Sitskoorn, M.M. (2023). Young children and screen-based media: The impact on cognitive and socioemotional development and the importance of parental mediation. Cognitive Development, 66. Doi: 10.1016/j.cogdev.2023.101319
- Van den Bedem, N. P. (2018). De sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen met een taalontwikkelingsstoornis: Problemen, oorzaken en oplossingen. Universiteit Leiden.
- Van Oers, B. (2022). De meespelende leerkracht. Pedagogiek in Praktijk, 27(125), 22-26.
- Veiga, G., De Leng, W., Cachucho, R., Ketelaar, L., Kok, J. N., Knobbe, A., & Rieffe, C. (2017). Social competence at the playground: Preschoolers during recess. Infant and Child Development, 26(1), e1957.
Lees ook
-
Wat is de pedagogische leefomgeving?
Wat is de pedagogische leefomgeving?Wat is de pedagogische leefomgeving en waarom is deze zo belangrijk? Op deze pagina vind je meer informatie en voorbeelden.
-
Opgroeien doe je samen
Opgroeien doe je samenProfessionalsBeleidsmakersDeze publicatie beschrijft wat we verstaan onder 'de pedagogische basis': alles wat bijdraagt aan het opgroeien van kinderen.
-
Hoe praat ik met ouders over mediagebruik?
Hoe praat ik met ouders over mediagebruik?Voor wieProfessionalsHet is belangrijk om met ouders te praten over mediagebruik van hun kind. Als ze vragen hebben, maar ook als ze er niet bewust mee bezig zijn.
-
De oorzaak van gedragsproblemen achterhalen
De oorzaak van gedragsproblemen achterhalenVoor wieProfessionalsOm de oorzaak van gedragsproblemen te achterhalen, is zicht nodig op de risicofactoren en beschermende factoren bij kind, ouders en omgeving. Lees meer.