De oorzaak van gedragsproblemen achterhalen

Om achter de oorzaak van gedragsproblemen te komen heb je als professional zicht nodig op de wisselwerking tussen risicofactoren en beschermende factoren bij het kind, de ouders en de omgeving. Wat houden die in en hoe kom je erachter of die spelen?

Risicofactoren

Probeer er in het gesprek met ouders achter te komen welke risicofactoren van invloed kunnen zijn op het gedrag van hun kind.

Risicofactoren bij kinderen voor het ontstaan van gedragsproblemen zijn onder andere:

  • een moeilijk temperament op jonge leeftijd: het kind is prikkelbaar, rusteloos, huilerig, dwars, druk of snel afgeleid;
  • neurobiologische factoren waardoor het kind anders reageert op straf en beloning, meer moeite heeft met emotieregulatie en gevoeliger is voor prikkels;
  • een lichte verstandelijke beperking en een achterstand in de taalontwikkeling waardoor het kind heftige gevoelens eerder fysiek dan verbaal uit;
  • een achterstand in de ontwikkeling van executieve functies die belangrijk zijn voor onder andere het afremmen van het eigen gedrag, het plannen en organiseren, of het schakelen tussen situaties en oplossingsmethoden.

Risicofactoren bij ouders zijn:

  • minder sensitief ouderschap: ouders vinden het lastig om te zien wat hun kind nodig heeft en dat te bieden;
  • een onveilige hechting met het kind;
  • eigen problemen, bijvoorbeeld psychische, relatie- of verslavingsproblemen.

Invloed van de opvoeding

Niet in alle gezinnen met risicofactoren krijgen de kinderen gedragsproblemen. Wel is opvoeden dan vaak zwaarder. Als professional kun je ouders helpen inzicht te krijgen in het verband tussen hun eigen gedrag en dat van hun kind. Bijvoorbeeld in de negatieve spiraal die ontstaat als ze toegeven aan ongewenst gedrag en het daarmee onbedoeld belonen. Leg uit dat een kind zo leert dat het iets kan bereiken met ongewenst gedrag en dat gedrag daarom juist gaat herhalen.

Maak ouders ook duidelijk dat het belangrijk is om te reageren op een normale vraag van een kind. Als ze niet reageren, bestaat de kans dat het kind harder gaat schreeuwen of ander lastig gedrag gaat vertonen om aandacht te krijgen. Dat lastige gedrag wordt dan voor het kind een manier om gehoord en gezien te worden.

Om probleemgedrag te voorkomen kun je ouders adviseren om heldere huisregels te stellen, gewenst gedrag te belonen en als opvoeders op één lijn te blijven.

Risicofactoren in de omgeving

Ook de omgeving heeft invloed op het ontstaan van gedragsproblemen.

Om een goed beeld te krijgen van de rol van de omgeving kun je als professional het volgende doen:

  • Bekijk samen met ouders hoe mensen in de omgeving bijdragen aan het ontstaan van gedragsproblemen.
  • Probeer erachter te komen hoe mensen in de omgeving omgaan met het kind. Toegeven aan dwingend en ergerlijk gedrag bij het kind vergroot de kans dat dit gedrag blijft bestaan.
  • Let op de reacties van leeftijdgenoten. Afwijzen en buitensluiten van kinderen met ongewenst gedrag maakt het voor die kinderen moeilijker om sociale vaardigheden te oefenen.
  • Achterhaal hoe het kind zijn omgeving ervaart. Zorgen negatieve reacties op het gedrag vanuit de omgeving dat de wereld vijandig voelt? En beïnvloedt dat weer de manier waarop het kind sociale problemen oplost?
  • Bekijk bij jongeren welke invloed leeftijdgenoten hebben. Is er veel contact met leeftijdgenoten met gedragsproblemen? Leert de jongere daarvan dat probleemgedrag normaal of zelfs statusverhogend is? En welke invloed hebben de ouders dan nog?

Beschermende factoren

Sommige kenmerken verkleinen juist de kans op probleemgedrag omdat zij een kind beschermen tegen de invloed van risicofactoren. Zulke beschermende factoren zijn:

  • Bij het kind: intelligentie, goede gezondheid, positieve karaktereigenschappen, charme, een talent voor sport;
  • Bij de ouders en het gezin: positieve karaktereigenschappen van de gezinsleden, opvoedingsstijl, gezinsklimaat, gezinsrelaties, ouders die zich inzetten voor hun kind en willen samenwerken met school en hulpverlening;
  • In de brede omgeving: groot sociaal netwerk, gemeentelijk beleid gericht op een sterke basis, steun van volwassen vrienden, bekenden, de school en de wijkvoorzieningen.

Om als professional goed zicht te krijgen op beschermende factoren kun je de volgende adviezen benutten:

  • Bespreek met ouders op welke mensen in hun omgeving zij kunnen rekenen in de opvoeding.
  • Let bij het inventariseren van beschermende factoren niet zozeer op wat er leuk of aantrekkelijk is aan een kind, jongere of de omgeving, maar vooral op de steunbronnen die ervoor gezorgd hebben dat het kind en zijn omgeving het ondanks problemen volhouden of lang volgehouden hebben.
  • Ga na wanneer de gedragsproblemen juist niet voorkomen, want ook dat biedt zicht op beschermende factoren. Misschien zorgen bepaalde beschermende factoren in de omgeving ervoor dat het kind de gedragsproblemen daar niet vertoont. Omgekeerd kan het ook zijn dat de gedragsproblemen in een bepaalde situatie niet voorkomen door kenmerken van het kind, bijvoorbeeld wanneer die situatie aansluit bij een bepaalde interesse van het kind.
Foto Danielle de Veld