Kind 6-12 jaar | Spel: leren door te spelen

Spelen is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Door samen met andere kinderen te spelen leren ze op hun beurt te wachten, rekening te houden met anderen en problemen op te lossen. Ook leren ze hun lichaam beter te gebruiken, bijvoorbeeld door te klimmen of te bouwen. Op deze pagina lees je hoe je kind zich ontwikkelt met spelen. En hoe je als ouder het spelen kunt stimuleren. 

Samen spelen en delen

Veel kinderen in de basisschoolleeftijd krijgen steeds meer aandacht voor kinderen van hun eigen leeftijd. Door samen te spelen, ontwikkelen kinderen zich op allerlei manieren. Bijvoorbeeld sociaal en emotioneel. Dit komt onder andere omdat ze veel van elkaar kunnen zien en leren. Ook door elkaar na te doen. Peuters en kleuters vinden het nog lastig om hun spullen te delen, maar vanaf een jaar of 7 kunnen kinderen dat steeds beter. Ze vinden het bijvoorbeeld leuk hun favoriete pen met andere kinderen te delen. Daaraan merk je dat je kind steeds meer plezier beleeft aan het samen spelen met andere kinderen.

Weggeven of lenen

Op deze leeftijd beginnen kinderen het leuk te vinden om dingen weg te geven. Zoals speelgoed. Het is een manier om contact te leggen met anderen. Soms krijgt een kind later spijt dat het iets heeft weggegeven. Het speelgoed betekende toch meer voor ze dan ze dachten. Ook al speelden ze er al een tijdje niet mee. Probeer met je kind hierover te praten. Kan het de volgende keer ook iets uitlenen of ruilen? Ook als je merkt dat je kind met spullen van andere kinderen thuiskomt, is het belangrijk te bespreken wat je kind hierover heeft afgesproken. Maak samen afspraken over hoe je omgaat met spullen van andere kinderen. Leg uit wat lenen en delen betekent. En wanneer iets van jezelf of van iemand anders is. Zo leert je kind over de waarde van spullen voor zichzelf en voor een ander.

Je kind zelfstandig laten spelen

Je kind kan steeds langer alleen spelen. Zeker als het iets doet wat het interessant vindt. Hoe lang kinderen alleen kunnen spelen hangt af van hun concentratie en motivatie. Probeer samen met je kind uit te vinden wat het leuk vindt. Dat kan heel anders zijn dan wat het als kleuter leuk vond. Maar gooi speelgoed niet meteen weg als je kind er niet meer mee speelt. Vaak vinden kinderen hun oude speelgoed na een paar jaar toch weer leuk.   

Verveling hoort erbij

Het hoort erbij dat kinderen zich af en toe vervelen. In zo'n bui vindt je kind waarschijnlijk alles saai. Het is belangrijk dat je kind zichzelf leert vermaken. Daarvoor moet de agenda ook af en toe leeg zijn: geen speelafspraakje na school, geen zwemles, geen afspraak bij de tandarts. Hoe voller de agenda, hoe meer een kind eraan went dat het vermaakt wordt. Van verveling kan je kind misschien wel even chagrijnig worden. Maar verveling zorgt er ook voor dat het nieuwe dingen gaat bedenken om te doen. Het maakt je kind creatief.  

Fantasie bij kinderen

Vanaf een jaar of 7 halen de meeste kinderen fantasie en werkelijkheid niet meer door elkaar. Ze weten wat echt is, en wat niet. Tussen de 6 en 9 jaar kunnen kinderen ook allerlei fantasiewerelden verzinnen. Soms doen ze dat alleen, soms samen. Een fantasiewereld helpt kinderen de echte wereld beter te begrijpen. In een eigen fantasiewereld verzinnen kinderen namelijk zelf hoe de wereld eruitziet, wat er in die wereld gebeurt en hoe het in die wereld werkt.

Het is als een spel waarbij ze zelf de spelregels bedenken waarmee ze kunnen oefenen: ze kunnen er veel soorten gedrag in uitproberen. Ook wat ze in het echt misschien niet zouden durven. Verder kunnen ze verschillende rollen aannemen en situaties naspelen. Denk aan gezinnetje spelen of een eigen winkeltje hebben. Wat kinderen daar leren van hoe ze op elkaar reageren en welke gevolgen hun acties hebben, kan ze ook helpen in de echte wereld.

Rond hun 10e zijn kinderen vooral geïnteresseerd in de werkelijkheid. Ze zijn minder geïnteresseerd in fantasieverhalen. Bijvoorbeeld met dieren in de hoofdrol. Liever kijken ze een film met een hoofdpersoon van hun eigen leeftijd.  

Fantasievriendjes

Je hoeft je geen zorgen te maken als je kind een fantasievriendje heeft: het is een creatieve manier van je kind om zich te ontwikkelen. Een fantasievriendje kan een veilige manier zijn om de wereld te ontdekken: het ingebeelde vriendje begrijpt dingen beter dan je kind zelf en het durft vaak ook meer. Daarbij helpt het bij de ontwikkeling van het geweten en een goed gevoel over zichzelf.  

Hobby's

Veel kinderen krijgen op deze leeftijd bepaalde interesses. Ze zien op YouTube de beste streetdancer of straatvoetballer. Dat daagt hen uit om ook te gaan dansen. Of om de bal zo lang mogelijk hoog te houden. Probeer uit te vinden wat je kind leuk vindt en moedig het aan. Vaak kan je kind zelf een heleboel vaardigheden ontwikkelen. Dit gebeurt ook samen met jou of met andere kinderen, want kinderen met dezelfde interesses brengen elkaar op ideeën. In buurthuizen en wijkcentra is vaak ook een aanbod aan activiteiten voor kinderen.  

Hoe kan ik spelen bij mijn kind aanmoedigen?

Geef je kind voldoende plek om te spelen

Kinderen in deze leeftijd hebben ruimte nodig om te spelen: alleen, met broers of zussen of een klasgenootje. Als je weinig ruimte in huis hebt, maak dan afspraken over wanneer je kind kan spelen, en waar. Maak ook afspraken over opruimen.  

Ga naar buiten en zorg voor beweging

Buiten spelen is gezond. Buiten heeft je kind meer ruimte dan binnen. Bijvoorbeeld om te rennen, springen en klimmen. Ook kan het nieuwe plekken ontdekken en andere kinderen ontmoeten. Kinderen in de basisschoolleeftijd willen steeds meer zelfstandig hun eigen omgeving ontdekken. Hun eigen straat, het pleintje aan de rand van de wijk of de bakker waar ze voor jou brood kopen.  

Sommige kinderen spelen het liefst binnen. Ze zijn er nog niet aan toe de omgeving te ontdekken. Probeer je kind toch te aan te moedigen af en toe naar buiten te gaan. Ga samen als je kind liever niet alleen naar buiten wil. Fiets samen naar een klasgenoot met wie je kind wil spelen. Of ga picknicken in het park en neem een balspel mee. Zo houd je het makkelijk voor je kind om buiten te spelen, als het dat wil. 

Stimuleer risicovol spelen

Risicovol spelen is uitdagend en avontuurlijk. Je kind verlegt grenzen en leert angsten overwinnen. De meeste kinderen vinden dat leuk. Ze voelen opwinding en spanning. Ook zijn ze trots als ze iets hebben gedaan wat ze eerst niet durfden.  

Risicovol spelen is goed voor de lichamelijke en sociale ontwikkeling. Kinderen proberen namelijk meer verschillende soorten bewegingen uit waardoor ze meer met hun lijf oefenen. Ook kunnen ze makkelijker meedoen met wat anderen kinderen doen, als ze meer dingen durven. Ze zullen ook eerder nieuwe kinderen ontmoeten als ze meer soorten spel uitproberen. Hierdoor hebben ze meer mogelijkheden om hun sociale vaardigheden te oefenen. 

Misschien ben je bang dat je kind zich pijn doet. Ook wil je voorkomen dat je kind in een gevaarlijke situatie terechtkomt. Maar je kunt ook té voorzichtig zijn. Natuurlijk moet je je kind tegen grote risico's beschermen, maar een bult of een schaafwond is vaak helemaal niet erg.  

Zorg voor speelgoed dat past bij de leeftijd van je kind

Op deze leeftijd komen kinderen vaker bij andere kinderen thuis. Dat kan ervoor zorgen dat je kind vaak bij anderen wil spelen, omdat zij het mooiste speelgoed hebben. Het kan er ook voor zorgen dat je kind zich thuis snel verveelt, omdat het bijna alleen maar met het speelgoed van anderen wil spelen. Dat kinderen heel erg fan zijn van bepaald speelgoed en het na een tijdje ook weer compleet kunnen vergeten, hoort erbij op deze leeftijd. 

Kinderen op deze leeftijd spelen graag met: 

  • Gezelschapsspelletjes. zoals bordspelletjes en kaartspelletjes  
  • Een fiets, een step, skateboard, skates  
  • Een springtouw, een bal, stoepkrijt  
  • Materiaal om mee te bouwen en zelf dingen mee te maken  
  • Spullen om te knutselen en tekenen 

Leer je kind omgaan met winnen en verliezen

Het is belangrijk dat je kind leert omgaan met winnen en verliezen. Dit kun je doen door vaak spelletjes te spelen met je kind. Hierdoor leert je kind dat het om de gezelligheid gaat, en niet alleen om het winnen. Een aantal tips om je kind te stimuleren: 

  • Laat je kind af en toe ook eens winnen, zodat je kind het leuk blijft vinden. 
  • Benadruk wat je kind goed doet tijdens het spel en niet wat je kind niet goed doet. 
  • Reageer positief als je kind een spelletje verliest en daar goed op reageert. 
  • Geef zelf het goede voorbeeld als je verliest. Bijvoorbeeld: 'Jammer, maar ik vond het wel gezellig!'

Je kind kan verdrietig of boos worden als het een spelletje verliest. Dat is niet erg, en hoort erbij. Erken dat het vervelend is om te verliezen, maar sta er ook niet te lang bij stil. Ga samen weer iets anders doen wat je kind leuk vindt. Kies iets waarbij het niet gaat om winnen of verliezen, zoals tekenen of buiten spelen.  

Heeft je kind er erg veel last van als het verliest? Dan kun je een volgende keer ook kiezen voor een spelletje dat bijvoorbeeld gericht is op samenwerken. Of een spelletje dat je wat vaker achter elkaar kunt doen, waarbij de kans groter is dat je af en toe wint. Dat vergroot het zelfvertrouwen van je kind. 

Maak je je zorgen over je kind?

Merk je dat je kind weinig of niet speelt? Heeft het moeite om zichzelf of zich met anderen te vermaken? Praat daar dan eens over met andere ouders. Herkennen zij dat bij hun eigen kind? Wat doen zij om hun kind te laten spelen? Je kunt ook naar je huisarts, het Centrum Jeugd en Gezin of het Ouder en Kind-Team om advies vragen.  

  • Van den Bedem, N. (2020). Emotions and the psychosocial development of children with and without Developmental Language Disorder (Doctoral dissertation, Leiden University). 
  • Feldman, F. S., & Tompany, E. (2020). Ontwikkelingspsychologie nr. 8. Pearson. 
  • Güneş, G. (2023). Personal play identity and the fundamental elements in its development process. Current Psychology, nr. 42(9), p. 7038-7048. 
  • Jaggy, A. K., Kalkusch, I., Bossi, C. B., Weiss, B., Sticca, F., & Perren, S. (2023). The impact of social pretend play on preschoolers' social development: Results of an experimental study. Early Childhood Research Quarterly, nr. 64, p. 13-25. 
  • Lillard, A. S., Pinkham, A. M., & Smith, E. (2011). Pretend play and cognitive development. The Wiley-Blackwell handbook of childhood cognitive development, nr. 32, p. 285-311. 
  • Narvaez, D. (2013). The future of research in moral development and education. Journal of Moral Education, nr. 42(1), p. 1-11. 
  • Opgroeien en opvoeden (2020) (NJi.nl) 
  • Van Rooijen, M., & Jacobs, G. (2019). A professionalisation programme towards children's risk-taking in play in childcare contexts: moral friction on developing attitudes and collegial expectations. European Early Childhood Education Research Journal, nr. 27(6), p. 741-756. 

Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.

Hulp en advies voor ouders