Peuter | Driftbuien: omgaan met heftige emoties
Kinderen willen steeds meer zelf doen en zelf bepalen wat er gebeurt. Dat kan niet altijd. Wanneer iets niet lukt of niet mag, kunnen kinderen daar driftig om worden. Dit komt vaak voor en hoort bij de emotionele ontwikkeling.
Oorzaak van driftbuien
Driftbuien komen vooral voor bij kinderen tussen anderhalf en 4 jaar en horen bij de peuterpuberteit. Peuters moeten leren om zelfstandig te worden. Ze gaan daarmee oefenen, maar dat gaat niet altijd zoals ze willen. Als iets niet lukt, voelen ze zich gefrustreerd. Dat uiten ze vaak in boosheid en verdriet. Peuters kunnen overweldigd raken door hun eigen emoties, hebben die niet in de hand, en hebben er nog niet de juiste woorden voor. Daarom heeft jouw kind jou nodig om hierbij de helpen. Driftbuien zijn heel normaal en horen bij de emotionele ontwikkeling. Vanaf het derde jaar komen driftbuien bij de meeste kinderen steeds minder vaak voor.
Een driftbui herkennen
Tijdens een driftbui kan je kind boos worden, gaan krijsen en op de grond gaan liggen. Maar ook bijten en ontroostbaar huilen kunnen bij een driftbui horen. Driftbuien kunnen thuis voorkomen, maar ook buitenshuis. Bijvoorbeeld in de supermarkt. Je hebt vast wel eens een kind in de supermarkt op de grond zien liggen gillen. Dat gebeurt nu eenmaal. Het hoort bij de ontwikkeling van kinderen.
Driftbuien voorkomen
Door je kind op verschillende momenten positieve aandacht te geven, verklein je de kans op driftbuien. Je kunt dat doen door:
- Je kind aandacht te geven door samen te spelen, te knuffelen of iets anders leuks te doen. Je kind zal dan minder vaak op een negatieve manier aandacht zoeken.
- Complimenten te geven als je kind gewenst gedrag laat zien. Leg dan uit voor welk gedrag je peuter een compliment krijgt en vertel waarom. Zeg bijvoorbeeld: 'Wat heb jij mij goed geholpen met opruimen zeg.' Of: 'Wat fijn dat je rustig bleef en mij vertelde waarom je het moeilijk vond. Dan kan ik je helpen'.
- Je kind af en toe de mogelijkheid te geven om zelf te kiezen. Zo krijgt je peuter het gevoel meer controle te hebben en zelf te mogen beslissen. Vraag bijvoorbeeld: 'Wil je je witte of blauwe schoenen aan?'.
Als je kind toch een driftbui krijgt, betekent dit niet dat je kind jouw positieve aandacht niet leuk vond. Peuters willen nou eenmaal steeds meer zelf doen en kunnen boos worden als het niet lukt. Of misschien vindt je kind het jammer dat jullie stoppen met spelen, maar kan het dat niet goed uiten.
Naast positieve aandacht geven kun je ook het volgende doen om een driftbui te voorkomen:
- Zorg voor een voorspelbare omgeving, met bijvoorbeeld vaste etenstijden en een vast slaapritueel. Dat geeft je kind een gevoel van controle. Verloopt de dag een keer anders dan normaal? Leg dit dan uit aan je kind.
- Wees je ervan bewust dat jouw kind ergens anders mee bezig is dan jij. Jij weet misschien dat jullie zo boodschappen gaan doen, terwijl je kind zijn zinnen gezet heeft op de blokken. Bereid je peuter daarom op tijd voor op wat er komen gaat. Geeft bijvoorbeeld vijf minuten van tevoren aan dat je kind nog twee dingen kan bouwen en dat jullie daarna de jas gaan aantrekken om boodschappen te doen.
- Maak een paar duidelijke afspraken met je kind. Leg ook uit waarom iets niet mag. Je peuter kan het dan beter begrijpen. Herhaal deze afspraken regelmatig, peuters doen er een tijdje over om afspraken te onthouden. Het negeren van afspraken en regels hoort bij het leren omgaan met regels. Dat is dus heel normaal.
- Zorg dat je kind niet steeds in situaties terechtkomt waarin het 'nee' te horen krijgt. Blijf voorspelbaar en hanteer dezelfde regels, maar zorg wel dat ze haalbaar zijn voor jullie allebei. Ruim bijvoorbeeld de spullen op waar je kind niet aan mag zitten.
- Verwacht niet te veel van je kind. Peuters kunnen bijvoorbeeld nog niet zo lang aan tafel blijven zitten.
Het zal niet altijd lukken om driftbuien te voorkomen. Dat hoeft ook niet. Driftbuien horen nu eenmaal bij het gedrag van peuters en betekenen niet dat jij een slechte ouder bent. Het ene kind heeft meer last van driftbuien dan het andere. Dat heeft ook te maken met het temperament van je kind.
Omgaan met driftbuien
Als ouder kun je op verschillende manieren omgaan met de driftbui van je kind. Bijvoorbeeld je kind even vastpakken en knuffelen. Of even naar buiten om uit te waaien. Bij elk kind gaat dit anders. Elk kind en iedere ouder vindt iets anders fijn. Voor het ene kind werkt het om even alleen te zijn en af te koelen, het andere kind wil juist even geknuffeld worden. Het is logisch dat je in het begin nog niet weet wat het best werkt. Je kunt op verschillende manieren proberen om met de emoties van je kind om te gaan. Kijk wat voor jullie beiden het beste werkt.
Bespreek dit ook met je partner. Hoe pakken jullie het aan en wat werkt goed? Je partner en jij kunnen verschillende manieren hebben om je kind te steunen. Dat is niet erg. Je kunt je kind daar op verschillende manieren bij ondersteunen:
- Benoem de boosheid als je peuter driftig is. Doe dit in makkelijke woorden. Bijvoorbeeld: 'Ik zie dat je boos bent omdat je nu geen koekje mag.' Door de emotie te noemen, voelt je kind zich gehoord en begrepen en leert hij zijn emoties herkennen.
- Je hoeft niet toe te geven aan de driftbui van je kind. Leg kort uit waarom iets niet mag. Bijvoorbeeld: 'Dennis, je mag nu geen koekje, want we gaan zo eten en dan heb je zo geen honger meer.' Geef uitleg in korte zinnen. Kort herhalen helpt om rustig te worden of rustig te blijven.
- Geef je kind de ruimte om emoties te laten zien. Je kunt van je kind niet verwachten dat het meteen weer rustig wordt. Laat je kind even boos zijn of huilen. Probeer zelf rustig te blijven. Dat helpt je kind om ook rustig te worden.
- Blijf bij je kind in de buurt en wacht tot de driftbui minder wordt. Het ene kind heeft jou nodig om rustig te worden, het andere kind wordt sneller rustig als hij even van de situatie weg is.
- Vertoont je kind ongewenst gedrag, grijp dan in. Sommige kinderen gaan bijvoorbeeld met spullen gooien als ze driftig zijn. Of ze beginnen jou te slaan of schoppen. Stop dan met waar je mee bezig bent en vertel je kind welk gedrag moet stoppen en waarom. Zeg bijvoorbeeld: 'Dennis, stop nu met slaan. Je doet me pijn.'
- Stopt je kind niet? Ga dan met je kind naar een rustige en veilige plek en vertel rustig en duidelijk: 'Dit mag echt niet, ik blijf hier en jij blijft daar zitten totdat je weer rustig bent.' Blijf erbij, maar reageer niet op het gedrag. Blijf herhalen wat je gezegd hebt totdat je kind rustiger is. Of totdat het laat merken dat het getroost wil worden en jouw hulp nodig heeft om rustig te worden.
Geef positieve aandacht als je peuter weer rustig is
Om te laten voelen dat alles goed is tussen jullie, geef je je peuter positieve aandacht zodra die weer rustig is. Geef bijvoorbeeld een knuffel. Kom terug op wat er gebeurd is en reageer positief op het gewenste gedrag: 'Het is gelukt om rustig te worden, wat fijn'. Het belonen van gewenst gedrag vergroot de kans dat je kind dit gedrag in de toekomst vaker laat zien. Help je kind vervolgens even op gang met iets leuks doen. Bekijk ook de video Wat doe je als je kind een driftbui heeft?
Zelf rustig blijven
Als je kind een driftbui heeft, kan het lastig zijn om zelf rustig te blijven. Vooral bij extreme driftbuien in het openbaar kun je je ongemakkelijk voelen. Dan is de verleiding groot om je kind de zin te geven. Dan stopt de driftbui, maar je kind leert zo wel dat het door driftig worden de zin krijgt. De kans is dan groter dat je kind vaker driftig wordt. Je kind zal steeds op zoek gaan naar de verschillen tussen jouw grenzen en zijn eigen wil. Het is belangrijk om steeds op dezelfde manier te reageren als je een grens stelt. En de emotie die erbij hoort rustig te benoemen. Zo leer je je kind al vroeg om te gaan met emoties als boosheid en teleurstelling. Dat helpt voor later.
Bedenk ook dat driftbuien er gewoon bij horen. Alle kinderen krijgen ze. Het wijst erop dat je kind zelfstandig aan het worden is. Lukt het echt niet om rustig te blijven? Zorg dan dat je kind in een veilige omgeving is, en neem zelf even afstand om weer rustig te worden.
Bronnen
- Colson, E. R., & Dworkin, P. H. (1997). Toddler development. Pediatrics in review, 18(8), 255-259.
- Duke Center for Child and Family Policy for the Administration for Children and Families. Promoting Self-Regulation in the First Five Years: A Practice Brief (unc.edu)
- Eisenberg, N., Spinrad, T. L., & Eggum, N. D. (2010). Emotion-related self-regulation and its relation to children's maladjustment. Annual review of clinical psychology, 6, 495-525.
- Gross, J.J. (2015). Emotion Regulation: Current Status and Future Prospects. Psychological Inquiry, nr. 26, p. 1-26.
- Jongepier, N., Struijk, M., & van der Helm, P. (2010). Zes uitgangspunten voor een goed pedagogisch klimaat. Jeugd en Co kennis, 1, 9-18.
- Zimmer-Gembeck, M. J. & Skinner, E. A. (2010). Review: The development of coping across childhood and adolescence: An integrative review and critique of research. International Journal of Behavioral Development, 35, p. 1-17.
Lees ook
-
Peuter | Emotionele ontwikkeling: omgaan met eigen gevoelens en die van anderen
Peuter | Emotionele ontwikkeling: omgaan met eigen gevoelens en die van anderenVoor wieOudersPeuters ontdekken hun eigen gevoelens en die van andere mensen. Als ouder kun je hen daarover veel uitleggen.
-
Peuter | Peuterpuberteit: eigenwijs zijn en 'nee' zeggen
Peuter | Peuterpuberteit: eigenwijs zijn en 'nee' zeggenVoor wieOudersPeuters laten zien dat ze een eigen wil hebben, bijvoorbeeld door eigenwijs gedrag en driftbuien. Dit heet de peuterpuberteit.
-
Peuter | Taal: de eerste gesprekjes
Peuter | Taal: de eerste gesprekjesVoor wieOudersVanaf 2 jaar leert je kind in korte tijd veel beter praten en de taal begrijpen. Je kunt je kind daarbij helpen.
-
Peuter | De algemene ontwikkeling
Peuter | De algemene ontwikkelingVoor wieOudersIn de peutertijd ontwikkelt je kind zich snel. Je kind begrijpt en spreekt steeds meer woorden en zinnen en speelt meer samen.
Hulp of advies nodig?
Zoek je als ouder of opvoeder hulp of advies? Bekijk hier waar je terecht kunt.