Vaak geen terugkeer na uithuisplaatsing

Slechts vier op de tien gedwongen uithuisgeplaatste kinderen keren binnen vijf jaar terug naar hun ouders. Een kwart van deze kinderen wordt daarna opnieuw uithuisgeplaatst. Dat blijkt uit onderzoek van de Universiteit Leiden, in opdracht van het WODC. 'Kijk meteen vanaf het begin van een uithuisplaatsing wat er in het gezin nodig is om het kind te laten terugkeren', zegt Harmke Bergenhenegouwen van het Nederlands Jeugdinstituut.

De onderzoekers analyseerden 456 dossiers van kinderen die in 2018 uit huis zijn geplaatst. Daarnaast spraken ze met professionals, ouders, pleegouders en jongeren. De meeste kinderen waren geplaatst in een pleeggezin of gezinshuis; ruim een kwart ging naar een residentiële instelling of een crisisgroep. 42 procent is minstens één keer overgeplaatst.

Hulp inzetten

De onderzoekers zagen een sterk verband tussen de inzet van hulp voor ouders of het gezin en terugkeer van het kind. Als er hulp was ingezet, was de kans op terugplaatsing ruim twee keer zo groot. Het overplaatsen van kinderen naar een tweede pleeggezin of locatie verkleinde juist de kans op terugplaatsing.

Verder zagen de onderzoekers factoren die invloed hebben op de kans dat het kind na terugplaatsing bij de ouders kan blijven wonen. Dat lukt met name bij ouders die zelf geen kindermishandeling hebben meegemaakt in hun jeugd, als er geen huiselijk geweld heeft plaatsgevonden in het gezin en als het kind was geplaatst in een pleeggezin of gezinshuis.

De onderzoekers benadrukken het belang van de inzet van hulp voor ouders, onder meer om hun opvoedcapaciteiten te vergroten en jeugdtrauma's te behandelen. Ook is er meer aandacht nodig voor nazorg na een terugplaatsing, om de kans te vergroten dat het kind bij de ouders kan blijven wonen.

Denk meteen aan terugkeer

'Denk al vanaf het begin van een uithuisplaatsing aan de terugkeer van het kind', adviseert Harmke Bergenhenegouwen van het Nederlands Jeugdinstituut. 'Kijk meteen wat er nodig is in het gezin om dat mogelijk te maken. Deze onderzoekers noemen opvoedondersteuning en behandeling van eigen jeugdtrauma's van ouders, maar het is belangrijk om nog breder te kijken, naar de totale gezinssituatie. Want deze ouders hebben vaak ook andere problemen, bijvoorbeeld op hun werk, met huisvesting of schulden. Daar krijgen ze veel stress van, waardoor het ook in de opvoeding niet goed gaat. Om samen met gezinnen hun veerkracht te versterken, is er samenwerking nodig op het gebied van wonen, inkomen, schulden, onderwijs en volwassenen-ggz.'

Informele steun

'Daarbij is het waardevol om niet alleen te kijken naar de professionele hulp die nodig is, maar ook welke informele steun aanwezig is. Welke familieleden, buren of vrienden kunnen het gezin ondersteunen? Kan de school ook een rol spelen? Dat geldt niet alleen voor de periode dat het kind uit huis geplaatst is, maar ook wanneer het kind weer thuis is. Want dan bestaat het risico dat het gezin terugvalt in de oude patronen, waardoor opnieuw stress en misschien onveiligheid voor het kind ontstaan. Langdurige nazorg, minimaal een jaar, is essentieel om de terugkeer van een kind te laten slagen.'

Bericht WODCRapport Terugplaatsing na gedwongen uithuisplaatsing

Wil je elke week een overzicht van ons nieuws voor en over het jeugdveld? Meld je aan voor onze gratis Nieuwsbrief Jeugd.