RvdK: Jeugdstrafrecht voor elke minderjarige

Er moet een einde komen aan de mogelijkheid om minderjarigen te berechten volgens het volwassenenstrafrecht, vindt de Raad voor de Kinderbescherming. De rechter zou bij minderjarige verdachten altijd het jeugdstrafrecht moeten toepassen. Daar is een wetwijziging voor nodig.

Voor minderjarige verdachten geldt in Nederland het jeugdstrafrecht. In uitzonderlijke gevallen kan de rechter verdachten van 16 en 17 jaar berechten volgens het volwassenenstrafrecht. Het gaat dan bijvoorbeeld om ernstige geweldsdelicten. Die mogelijke uitzondering is onderdeel van het zogenaamde adolescentenstrafrecht.

Ontwikkeling voorop

Het onderscheid tussen minderjarige en volwassen verdachten is een wezenlijk beginsel van ons strafrecht, stelt de Raad, die officieren van justitie en kinderrechters adviseert over straffen voor minderjarigen. De Raad begrijpt dat slachtoffers van delicten en de samenleving soms behoefte hebben aan vergelding. Maar bij straffen voor minderjarigen moet toch hun verdere ontwikkeling voorop staan. Daar is het jeugdstrafrecht op gericht.

Leren van fouten

Het jeugdstrafrecht heeft een pedagogisch karakter, aldus de Raad. Het biedt jongeren ruimte om te leren van hun fouten. De straffen en maatregelen van het jeugdstrafrecht zijn intensiever en meer afgestemd op de persoon dan bij het volwassenenstrafrecht. Ook gebruikt het jeugdstrafrecht beschermende factoren, zoals de invloed van ouders, om jongeren op het rechte pad te krijgen.

Het inzetten van het volwassenstrafrecht bij ernstige geweldsmisdrijven van minderjarigen heeft volgens de Raad op de lange termijn niet het gewenste effect. Doordat het minder gericht is op resocialisatie, neemt de kans op recidive juist toe. Dat is schadelijk voor de minderjarige verdachte, maar ook voor de samenleving, aldus de Raad.

Bron: Raad voor de Kinderbescherming

Meer informatie

Bericht Raad voor de KinderbeschermingBericht NRC